Wat is een installatievergadering en wanneer gaat die door?

De eedaflegging van de nieuw verkozen raadsleden gebeurt tijdens de installatievergadering. Vanaf dan is er een nieuwe gemeenteraad en eindigt het mandaat van de oude raadsleden die niet herverkozen zijn. Een raadslid kan pas de eed afleggen nadat de geloofsbrieven goedgekeurd zijn. Vanaf de eedaflegging ben je ook lid van de raad voor maatschappelijk welzijn ("de OCMW-raad"). Sinds 2019 bestaat de OCMW-raad immers uit alle gemeenteraadsleden.

De installatievergadering vindt normaal gezien plaats op het gemeentehuis, op één van de eerste 5 werkdagen van december 2024. Dat betekent: ten vroegste maandag 2 december en ten laatste vrijdag 6 december. Formeel kiest het de uittredende voorzitter van de gemeenteraad de exacte dag. Uiteraard gebeurt dat best in goede samenspraak met de algemeen directeur. (FG!)

We adviseren om de installatievergadering zo laat mogelijk te leggen. Dat vergroot de zekerheid dat men op de hoogte is dat er geen bezwaar tegen de verkiezingen werd ingediend. De tijd tussen de uiterste dag om bezwaren in te dienen en de eerste mogelijke dag om voor de installatievergadering is heel kort. Mogelijk is het bericht dat er bezwaar werd ingediend nog niet ontvangen op het moment dat de bijeenroeping voor de installatievergadering vertrokken is. Vermijd problemen en installeer eventueel pas donderdag 5 december of vrijdag 6 december. 

Indien er geen datum voor de installatievergadering werd gekozen of de uitredende voorzitter laat na om de verkozenen samen te roepen, zal de installatievergadering van rechtswege doorgaan op de vijfde werkdag van december, zijnde vrijdag 6 december. Ook het uur en de plaats liggen dan van rechtswege vast: 20u in het gemeentehuis. Het is de algemeen directeur die de verkozenen dan op de hoogte zal brengen. 

Opgelet!
Als een bezwaar tegen de verkiezing ingediend is, en de uitslag van de verkiezing nog niet definitief is, dan kan de installatievergadering nog niet plaatsvinden. De uitslag van de verkiezingen moet immers eerst definitief zijn.

De installatie van gemeenteraad en OCMW-raad, lopen door elkaar. Het schema van beide vergaderingen:

  • Opening gemeenteraad
  1. Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen
  2. Installatie gemeenteraadsleden: afstand van mandaat, onderzoek geloofsbrieven, eedaflegging
  3. Bepalen van de rangorde van de raadsleden
  4. Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad
  5. Fractievorming – moeten we dit nog laten staan?
  6. Verkiezing van de schepenen en eedaflegging
  • Schorsing gemeenteraad en opening OCMW-raad
  1. Nagaan of de OCMW-raad minstens bestaat uit beide geslachten. Indien dat niet zo is: aanstellen van OCMW-raadslid van het niet-vertegenwoordigde geslacht.
  2. Verkiezing van de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst (en eventueel eedaflegging).
  3. Verkiezing van de leden en opvolgers van het bijzonder comité voor de sociale dienst, onderzoek geloofsbrieven en eedaflegging.
    4. Eventueel aanduiden vertegenwoordigers in de OCMW-verenigingen en -vennootschappen.  
  • Sluiting OCMW-raad en heropening gemeenteraad

    7. Eedaflegging aangewezen-burgemeester (indien al duidelijk is welke fractie van de coalitie de grootste is)
    8. Verkiezing van de politieraadsleden
     
  • Sluiting gemeenteraad

De uitnodiging en het voorzitterschap van de installatievergadering

De uittredende voorzitter van de gemeenteraad zit de installatievergadering voor tot een nieuwe voorzitter gekozen is en brengt de verkozen raadsleden ten minste acht dagen voor de installatievergadering op de hoogte van:

  • de datum,
  • het uur,
  • de plaats van de installatievergadering.

Alle verkozen gemeenteraadsleden, dus ook die verkozenen die afstand willen doen van hun mandaat, krijgen een uitnodiging. Voor de goede gang van zaken worden ook de opvolgers opgeroepen waarvan zeker is dat ze vanaf de installatievergadering het mandaat zullen opnemen. Dit weet men als de effectief verkozene aangeeft aan het mandaat te verzaken (bijvoorbeeld wegens een onverenigbaarheid).

Als de uittredende voorzitter van de gemeenteraad de installatievergadering niet kan voorzitten, wordt de vergadering voorgezeten door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen, in volgorde van hun rang.

Indien er geen datum voor de installatievergadering werd gekozen of de uitredende voorzitter laat na om de verkozenen samen te roepen, dan moet de algemeen directeur de verkozenen op de hoogte brengen. 

(FG!)

Installatie van de gemeenteraadsleden

Onverenigbaarheden

Sommige functies of familiebanden maken het onmogelijk om als raadslid te zetelen. Dat noemen we een situatie van onverenigbaarheid

Afstand mandaat

Het is niet omdat je verkozen bent tot raadslid dat je het mandaat moet opnemen. Wie dat niet wenst te doen, heeft verschillende mogelijkheden:

  • Je kan voor de installatie afstand doen van het mandaat, door de voorzitter van de gemeenteraad daarvan schriftelijk op de hoogte te brengen. De afstand kan niet meer worden teruggetrokken vanaf het moment dat de gemeenteraad daarvan kennis heeft. (FG!)
  • Als je aanwezig bent op de installatievergadering en weigert de eed af te leggen, dan doe je daarmee afstand van het mandaat.
  • Als je niet aanwezig bent op de installatievergadering, terwijl je daar uitdrukkelijk voor opgeroepen bent, en zonder geldige reden afwezig bent op de eerste daaropvolgende vergadering van de gemeenteraad, dan doe je daarmee afstand van het mandaat.

Daarnaast kan je ook gedwongen worden tot afstand van mandaat. Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie in een onverenigbaarheid bevindt, kan de eed niet afleggen en wordt wettelijk geacht afstand te doen van het mandaat. De afstand van mandaat geldt voor hele bestuursperiode. 

Geloofsbrieven

De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden. Pas wanneer je geloofsbrieven goedgekeurd zijn, kan je de eed als raadslid afleggen. 

Eedaflegging

Het afleggen van de eed is een essentiële voorwaarde voor het uitoefenen van het mandaat. Door de eedaflegging als gemeenteraadslid ben je automatisch ook OCMW-raadslid. Een verkozene die de eed niet heeft afgelegd, kan niet deelnemen aan de beraadslagingen van de gemeenteraad (en dus ook niet van de OCMW-raad).

Om het mandaat te aanvaarden, leg je de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." De voorzitter van de installatievergadering legt zelf  (indien herverkozen als gemeenteraadslid) de eed af in handen van het oudste raadslid (leeftijd in jaren). Is de voorzitter van de installatievergadering zelf het oudste raadslid is, dan legt hij de eed af in handen van het op een na oudste gemeenteraadslid.

De voorzitter van de installatievergadering speelt een cruciale rol bij het installeren van de verkozen raadsleden, waarbij ze de eed afleggen in zijn of haar handen. Normaal gesproken is de voorzitter van de installatievergadering degene die in de vorige bestuursperiode de gemeenteraadsvoorzitter was.

Rangorde raadsleden

Onmiddellijk na de eedaflegging van de raadsleden stelt de gemeenteraad de rangorde van de raadsleden vast. Het gemeenteraadslid met de hoogste anciënniteit, neemt de hoogste rang in. En zo verder. Dat betekent dat degene die al het langst het mandaat van gemeenteraadslid uitoefent bovenaan in de rangorde staat. Bij gelijke anciënniteit neemt het gemeenteraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald, de hoogste rang in. Als deze raadsleden een gelijk aantal naamstemmen zouden hebben, krijgt het gemeenteraadslid van wie de lijst bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad de meeste stemmen heeft behaald, de hoogste rang. Deze rangorde geldt ook voor de OCMW-raad.

De opvolgers die na de installatievergadering als gemeenteraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in, een eventueel vroeger opgebouwde anciënniteit telt dus niet mee.

Het is handig om te weten wie van de raadsleden de meeste anciënniteit heeft. Er zijn situaties waarbij het raadslid met de meeste anciënniteit een taak kan krijgen, zoals bij de tijdelijke vervanging van een schepen of van de gemeenteraadsvoorzitter, waarbij het raadslid met de meeste anciënniteit mogelijk in actie komt.

Verhindering

Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als raadslid (je moet de eed dus wel eerst afleggen) tijdelijk vervangen kan worden zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug raadslid en jouw vervanger automatisch weer opvolger.

Installatie van de raadsvoorzitter

De gemeenteraad kiest zelf een voorzitter uit de gemeenteraadsleden. Alle raadsleden (met Belgische nationaliteit) komen in aanmerking, dus ook de burgemeester en de schepenen. De voorzitter van de gemeenteraad is ook voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. 

Uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad moet de algemeen directeur de voordrachtsakte in handen hebben.

Als de voordracht ontvankelijk is, wordt de voorgedragen kandidaat verkozen verklaard. Hij of zij wordt dan meteen raadsvoorzitter. Er is geen specifieke eedaflegging voorzien voor de voorzitter. De eed als raadslid volstaat.

Is er geen (ontvankelijke) akte voor de voorzittersverkiezing, dan geldt een specifieke procedure.

Installatie van de schepenen

Gezamenlijke akte van voordracht

De voorzitter van de gemeenteraad gaat na of de handtekeningen op de akte toebehoren aan raadsleden die effectief de eed hebben afgelegd. Is alles in orde, dan verklaart de voorzitter van de gemeenteraad de kandidaat-schepenen verkozen. Is er geen (ontvankelijke) gezamenlijke akte voor de verkiezing van de schepenen dan beslist de gemeenteraad op de installatievergadering over het aantal te verkiezen schepenen en volgt een specifieke procedure.

Mannen en vrouwen

Volgens de Grondwet moet het college van burgemeester en schepenen minstens één lid van het andere geslacht bevatten. Deze persoon kan ook de burgemeester of de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn. Vroeger werd dit nagegaan op de installatievergadering. Nu wordt dat pas bekeken nadat de burgemeester de eed afgelegd heeft bij de gouverneur.

Onverenigbaarheden

Eedaflegging

De schepenen leggen de volgende eed af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”. Wie in het college zetelt, doet dat van rechtswege ook in het vast bureau. Als de voorzitter van de gemeenteraad zelf verkozen is als schepen, legt hij of zij de eed als schepen af in handen van het oudste gemeenteraadslid (leeftijd in jaren). Een schepen die de eed na twee achtereenvolgende uitnodigingen niet aflegt, wordt geacht zijn schepenmandaat niet te aanvaarden.

Rangorde

De rang van de schepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht. Als er een afzonderlijke verkiezing van de schepenen was, dan wordt de rang bepaald door de volgorde van de stemmingen. Als de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst aan het college als schepen wordt toegevoegd, is hij of zij de laatste schepen in rang. De gemeenteraad kan in elk geval de rangorde van de schepenen wijzigen. De burgemeester staat wel altijd hoger in rang dan de schepen. 

Verhindering

Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als schepen (je moet de eed als schepen dus wel eerst afleggen) tijdelijk vervangen kan worden door een opvolger zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug schepen en wordt je vervanger automatisch weer opvolger.

‘Bevoegdheden’

Enkele dagen na de aanstelling van de schepenen en de aangewezen-burgemeester komt het college van burgemeester en schepenen samen voor hun eerste vergadering. Tijdens deze bijeenkomst vindt de officiële verdeling van portefeuilles of 'bevoegdheden' plaats onder de schepenen. De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst is ook een schepen en kan daardoor ook bepaalde zaken opvolgen. Deze verdeling betreft in wezen afspraken voor een onderlinge taakverdeling, aangezien het college van burgemeester en schepenen collegiaal optreedt. Een schepen heeft geen individuele bevoegdheden; alle beslissingen worden gezamenlijk genomen door het college van burgemeester en schepenen. De concrete toewijzing van deze 'bevoegdheden' is meestal het resultaat van afspraken en akkoorden die de meerderheidspartijen onderling hebben gemaakt. 

Installatie van de aangewezen-burgemeester

Na de gemeenteraadsverkiezingen blijft de uittredende burgemeester in functie tot de installatie van de aangewezen-burgemeester. De stemmenkampioen van de grootste fractie van de coalitie wordt ‘van rechtswege’ burgemeester.

We weten we pas zeker welke coalitie er is nadat alle schepenen de eed hebben afgelegd. Soms wordt de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst aan het college is toegevoegd. Soms weet je dan pas dat met zekerheid welke partijen tot de meerderheidscoalitie behoren. Daarom kan de eedaflegging van de aangewezen-burgemeester pas na de installatievergadering van de OCMW-raad. 

De aangewezen-burgemeester legt volgende eed af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."  Is de aangewezen-burgemeester zelf voorzitter, dan legt hij de eed af in handen van het oudste gemeenteraadslid (leeftijd in jaren).

Door de eedaflegging als aangewezen-burgemeester wordt de burgemeester ook meteen voorzitter van het vast bureau en maakt de burgemeester van rechtswege deel uit van het politiecollege. De aangewezen-burgemeester wordt nadien benoemd door Vlaamse regering tot burgemeester.

Het is niet omdat je van rechtswege burgemeester zou worden dat je het mandaat ook moet opnemen. Wie dat niet wenst, heeft verschillende mogelijkheden om afstand te doen van het mandaat:

  • Aanwezig zijn op de installatievergadering en weigeren de eed af te leggen als aangewezen-burgemeester. 
  • Niet aanwezig zijn op de installatievergadering, terwijl je daar uitdrukkelijk voor opgeroepen bent, en zonder geldige reden ook nog eens afwezig zijn op de eerste daaropvolgende vergadering van de gemeenteraad.

Wie afstand doet van mandaat van aangewezen-burgemeester kan geen burgemeester meer worden tijdens deze bestuursperiode. Wel kan je nog steeds andere mandaten opnemen zoals bijvoorbeeld het mandaat van schepen.

! Wat als maar één geslacht vertegenwoordigd is in het college van burgemeester en schepenen?

Volgens de Grondwet moet elk geslacht vertegenwoordigd zijn in het college van burgemeester en schepenen. Ook de burgemeester en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst tellen mee om te kijken of beide geslachten vertegenwoordigd zijn. Stel dat er in het college geen enkele vrouw (of man) aanwezig is, dan moet de laatst verkozen schepen plaats maken. Het gemeenteraadslid van het andere geslacht met de meeste voorkeurstemmen, afkomstig van dezelfde lijst als de "vertrekkende" schepen wordt dan de nieuwe schepen. In het geval dat twee raadsleden van die lijst hetzelfde aantal voorkeurstemmen hebben, gaat het schepenmandaat naar de persoon die het hoogst op de lijst stond. Zijn er geen verkozen gemeenteraadsleden van het andere geslacht op die lijst? Dan wordt de laatst verkozen schepen automatisch vervangen door de eerste opvolger van het andere geslacht van de lijst. In dat geval is er een schepen buiten de gemeenteraad.

Installatie van het OCMW-bestuur

Nadat de schepenen geïnstalleerd zijn wordt de gemeenteraad geschorst, en de raad voor maatschappelijk welzijn (=OCMW-raad) geopend. Aangezien ieder gemeenteraadslid van rechtswege ook OCMW-raadslid is, moet de OCMW-raad zelf niet meer worden geïnstalleerd. Al is (waarschijnlijk louter theoretisch) een uitzondering mogelijk: Mocht de gemeenteraad uitsluitend bestaan uit personen van hetzelfde geslacht, dan moet er in de OCMW-raad een aanpassing komen waarbij er iemand van het andere geslacht in de OCMW-raad komt (zie verder). De Grondwet zegt immers dat de OCMW-raad moet bestaan uit personen van elk geslacht.

Daarnaast is het ook in het OCMW belangrijk om een installatievergadering te hebben voor de verkiezing en de installatie van:

  1. De voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst
  2. De leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst

1. Voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst

De comitévoorzitter wordt verkozen op basis van een akte van voordracht die voldoet aan al de ontvankelijkheidsvoorwaarden. De algemeen directeur bezorgt de ingediende akte aan de voorzitter van de installatievergadering van de OCMW-raad. Die gaat na of de akte ontvankelijk is. Daarbij houdt hij of zij enkel rekening met de handtekeningen van de OCMW-raadsleden (=verkozen gemeenteraadsleden, inclusief opvolgers, die de eed afgelegd hebben op de installatievergadering van de gemeenteraad). Is de akte ontvankelijk, dan wordt de voorgedragen kandidaat-voorzitter verkozen verklaard. Is er geen ontvankelijke akte dan verkiest de OCMW-raad binnen veertien dagen de voorzitter van het bijzonder comité op basis van een nieuwe akte van voordracht.

  • Is de nieuwe comitévoorzitter nog geen schepen of aangewezen-burgemeester?
    Dan moet hij of zij volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de OCMW-raad: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen." Die eedaflegging geldt dan ook meteen als eedaflegging voor het mandaat als toegevoegd schepen.
  • Is de nieuwe comitévoorzitter wel al schepen of aangewezen-burgemeester? 
    Dan is geen bijkomende eed nodig.

2. Leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst

De verkiezing van de comitéleden vindt plaats in openbare zitting, tijdens de installatievergadering van de OCMW-raad. De voorzitter van de OCMW-raad gaat na of de voordrachtsakten ontvankelijk zijn. Als dat zo is, worden de voorgedragen kandidaat-leden en hun opvolgers verkozen verklaard.
De verkozen leden leggen dan de volgende eed af in handen van de voorzitter van de OCMW-raad: “Ik zweer de verplichtingen van mandaat trouw na te komen.”.

Zijn niet alle comitéleden verkozen? Bijvoorbeeld omdat de akte niet ontvankelijk was, dan gelden specifieke regels.

! Wat als maar één geslacht vertegenwoordigd is in de raad voor maatschappelijk welzijn?

De kans is bijzonder klein, maar het is theoretisch mogelijk dat de gemeenteraad enkel bestaat uit vrouwen, of enkel bestaat uit mannen. Mocht dat toch zo zijn dan is dat geen probleem voor de gemeenteraad. Maar dat is wel een probleem voor de raad voor maatschappelijk welzijn (= OCMW-raad). De Grondwet zegt immers dat de OCMW-raad moet bestaan uit personen van elk geslacht. Er zal dan een wijziging moeten komen in de samenstelling van de OCMW-raad.

Het laatst verkozen gemeenteraadslid zal dan in de OCMW-raad vervangen worden door de eerste opvolger van het andere geslacht van dezelfde lijst. Is er geen opvolger meer van het andere geslacht op die lijst, dan kijkt men naar de opvolgers van het andere geslacht op de lijst met het hoogste stemcijfer. De persoon die in aanmerking komt en het mandaat van OCMW-raadslid wil opnemen, legt de eed af tijdens de openbare vergadering van de OCMW-raad. Hij of zij is dan het enige OCMW-raadslid dat geen gemeenteraadslid is.

In de praktijk zal er wellicht geen ‘genderraadslid’ nodig zijn. De voordrachtsakte van kandidaten voor de gemeenteraad moet immers een evenwichtige vertegenwoordiging bevatten van mannen en vrouwen. Op elke lijst, al dan niet volledig, mag het verschil tussen het aantal kandidaten van elk geslacht niet groter zijn dan één. Bovendien mogen de eerste twee kandidaten van elke lijst niet van hetzelfde geslacht zijn. De kans dat de gemeenteraad enkel uit vrouwen of enkel uit mannen bestaat, is dan ook zo goed als onbestaande.

! Wat als maar één geslacht vertegenwoordigd is in het bijzonder comité voor de sociale dienst?

Het bijzonder comité voor de sociale dienst moet bestaan uit personen van verschillend geslacht. Is dat niet zo, dan moet het oudste kandidaat-lid wijken. De eerstvolgende opvolger voor dat kandidaat-lid van het andere geslacht, kan de eed dan afleggen als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

Stel dat voor die oudste kandidaat geen opvolger van het andere geslacht is voorgedragen, dan wordt een nieuwe kandidaat van het andere geslacht voorgedragen door raadsleden van dezelfde lijst (of groep van lijsten).

De installatievergadering in fusiegemeenten

In de gemeenten die vanaf 2025 fuseren zijn er een aantal verschillen met betrekking tot de installatievergadering:

  • In een fusiegemeente brengt de algemeen-directeur-coördinator de verkozen gemeenteraadsleden op de hoogte dat de installatievergadering doorgaat op 2 januari om 20u in het gemeentehuis van de gemeente waarvan de algemeen directeur aangewezen is als coördinator. Als de samengevoegde gemeenten dat beslissen, dan kan de installatievergadering op een andere plaats doorgaan. Uiteraard moet de algemeen directeur dan die plaats vermelden.
     
  • In een fusiegemeente zit de uittredende raadsvoorzitter van de gemeente van de algemeen-directeur-coördinator de installatievergadering voor. Kan die dat niet doen, dan gaat het voorzitterschap van de installatievergadering naar een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente van de algemeen-directeur-coördinator. De rangorde is daarbij van belang. De burgemeester heeft steeds een hogere rang dan een schepen.

    Opgelet: De samengevoegde gemeenten kunnen altijd onderling afspreken dat een van de andere uittredende voorzitters de installatievergadering zal voorzitten.
     
  • Worden, na bezwaar tegen de verkiezing, deze toch geldig verklaard, dan worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende raadsvoorzitter van de gemeente van de algemeen-directeur-coördinator opgeroepen tot het bijwonen van de installatievergadering. Die vergadering vindt plaats binnen de vijftien dagen na de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is, maar ten vroegste op 2 januari.
     
  • Worden er nieuwe verkiezingen gehouden, nadat de verkiezing ongeldig verklaard werd, dan worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende raadsvoorzitter van de gemeente van de algemeen-directeur-coördinator opgeroepen tot het bijwonen van de installatievergadering. Die vergadering vindt plaats binnen de vijftien dagen na de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is.
     
  • Worden de nieuw verkozen raadsleden niet bijeengeroepen zoals hierboven beschreven, dan gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente van de algemeen-directeur-coördinator. De rangorde is daarbij van belang. De burgemeester heeft steeds een hogere rang dan een schepen.
     
  • Wil een verkozen raadslid voor de installatievergadering afstand doen van mandaat, dan kan die dat in een fusiegemeente door de uittredende raadsvoorzitter van de gemeente van de algemeen-directeur-coördinator daarvan op de hoogte te brengen.