H30 8 kennisnetwerk.jpg
Provider image

Het lokale middenveld is voor stad en gemeente belangrijk. De verenigingen, clubs, burgeren buurtinitiatieven vormen samen het lokale weefsel, de lokale gemeenschap. Lokale besturen regelen de onderlinge relaties dikwijls via subsidie- en erkenningsreglementen. Veel van die reglementen zijn al oud of gebaseerd op vroegere reglementen. Het moment is aangebroken om ze aan deze tijd aan te passen.

De typisch Belgische koterijen zijn helaas ook in veel gemeentelijke erkennings- en subsidiereglementen terug te vinden. Veel reglementen regelen gelijkaardige dingen, maar ieder voor een eigen doelgroep. Als lokaal bestuur wil je bijvoorbeeld de verenigingen ondersteunen die lokaal inzetten op gemeenschapsvorming en activiteiten. Cultuurverenigingen, sportclubs, jeugdbewegingen komen dan in beeld, maar ook ouderenverenigingen, natuurverenigingen en ga zo maar door.

In veel gevallen komt de gemeentelijke of stedelijke ondersteuning via aparte reglementen. Net omdat ze dikwijls overlappende informatie bevatten, worden die reglementen dus met veel enthousiasme, een dosis handig knutselwerk en wat recyclage hier wat vertimmerd, daar een beetje verruimd, en ginder weer wat gerenoveerd. Het resultaat kan na enkele jaren een doolhof zijn waar verenigingen hun weg niet meer in vinden. Want hoe wring je jezelf als vereniging in het juiste vakje? En als je hier een arm en daar een been moet achterlaten om het te doen passen, is het sop de kool dan wel waard?

 

Juiste invalshoek

Net omdat reglementen vaak worden hergebruikt en aangepast, is de focus dikwijls zoek. En is er wel altijd een specifiek gemeentelijk erkennings- of subsidiereglement nodig? Kan het niet via een andere weg?

Ondersteuning kan ook zoveel vormen aannemen. Een vereniging is misschien meer gebaat bij een lokaal dat ter beschikking gesteld wordt of bij publiciteit in het gemeenteblad. Het is daarom goed stil te staan bij de bedoelingen van de ondersteuning of erkenning. Het zou niet voor het eerst zijn dat het middel, het reglement, in de praktijk eigenlijk een heel ander doel dient. Misschien dient het veeleer om het lokale middenveld in kaart te brengen en te documenteren dan om de verenigingen effectief te ondersteunen.

En als er toch een reglement nodig is, waarvoor kiest de gemeente dan? Wordt het inzetten op basisfinanciering, of bepaalt de lokale overheid via een prioriteiten- en een puntensysteem precies wat het wil ondersteunen? Of is het een combinatie van beide? Misschien lijken dat vormkwesties, maar dat is niet zo. Kiezen voor basisfinanciering kan het moeilijk maken voor nieuwkomers onder de verenigingen om steun te verkrijgen, een puntensysteem laat sturing toe maar belast de gemeentelijke diensten meer door de administratieve verwerking enzovoort.

Zodra hierin de knopen doorgehakt zijn, moet je ook nog de middenweg vinden tussen juridisch correct enerzijds en leesbaar voor de doelgroep anderzijds. Opmerkingen als ‘Dat reglement moet je eerst nog vertalen uit het Ambtenarees voordat je het kunt lezen,’ zijn dikwijls terecht. Een gemeentelijk reglement moet correct zijn, maar het hoeft geen hermetisch juridisch fort te zijn. Je kunt de verenigingen ook zelf laten deelnemen aan het opstellen van reglementen. Bang dat ze zichzelf zullen bedienen? Dat gevaar kun je counteren met een helder doel en werkkader.

 

Digitalisering

Een laatste vraagstuk is de digitalisering. Bij vereenvoudiging lijkt digitalisering het wondermiddel, maar soms maakt digitalisering de zaken er net niet eenvoudiger op. Digitalisering heeft zeker voordelen wat betreft de herbruikbaarheid van gegevens en de beschikbaarheid van data.

Maar ook hier geldt: scherpe doelen zorgen voor juiste instrumenten. Misschien zijn de data al via andere bronnen beschikbaar. Je hoeft geen groot digitaal systeem te ontwerpen om lokaal een impuls te geven, vooral niet als je met de verenigingen samenkomt en zo de verschillende inhoudelijke, financiële en juridische aandachtspunten kunt combineren in een traject naar een slim en straf instrument.

Een goed en slim reglement alleen is niet voldoende om de relatie tussen het lokale bestuur en de verenigingen te verbeteren, maar het proces om lokaal samen tot slimme reglementen te komen, kan misschien wel het juiste duwtje zijn om daar uit te komen. •

 

Henk Keyngaert is VVSG-stafmedewerker vrije tijd en welzijn
Voor Lokaal 03 | 2020