Lokaal samenwerkingsverband BOA

Kwaliteit en veiligheid staan centraal in de kinderopvang. Ouders willen erop kunnen vertrouwen dat hun kind in een warme en stimulerende omgeving terecht komt. Om de kwaliteit op te volgen en bij te sturen voorziet de overheid inspectie en handhaving. Ontdek hoe de inspecties verlopen, welke regels gelden en hoe kinderopvangvoorzieningen zich kunnen versterken. We bieden een transparante blik op het inspectieproces en lichten toe welke maatregelen mogelijk zijn na een inspectiebezoek.

Kinderopvang aanbieden is meer dan kinderen opvangen of verzorgen. Een organisator van Kinderopvang maakt beleid en organiseert zich om zelfstandig een kwaliteitsvolle opvang te realiseren. Met beleidsvoerend vermogen (BVV) krijg je vrijheid om volgens eigen inzichten een veilige, duurzame werking op te zetten en aan te bieden, mits die voldoet aan een aantal brede principes.

Een beleid voor buitenschoolse opvang en activiteiten schrijf je niet alleen. We brengen organisaties in beeld die lokale besturen kunnen ondersteunen bij het uitwerken van een lokaal BOA-beleid en het realiseren van een BOA-aanbod.

Een sterke kinderopvang bouwt op een reflectieve, proactieve en reactieve houding. Medewerkers en organisatoren nemen tijd voor systematische reflectie, leren van elkaar en sturen bij op basis van feedback. Ze nemen de regie in handen, anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en onverwachte situaties. De gepaste acties worden geïntegreerd in de dagelijkse werking en procedures. Zo groei je uit tot een dynamische, lerende organisatie waar kinderen, gezinnen en medewerkers centraal staan.

Een sterke organisatie in de kinderopvang werkt vanuit een geïntegreerde aanpak. Alle aspecten van de werking hangen samen en worden op elkaar afgestemd. De zes minimale beleidsthema’s – infrastructuur, veiligheid en gezondheid, omgang met kinderen en gezinnen, medewerkers, organisatorisch management en samenwerking – vormen hierbij de ruggengraat. Door deze thema’s coherent te benaderen, bouw je aan een duurzame kwaliteit en een sterke basis voor de toekomst

Het decreet over open scholen verplicht scholen om hun gebouwen na schooltijd open te stellen voor buurtbewoners, het gemeentebestuur en verenigingen zoals sportclubs en jeugdbewegingen. Deze verplichting geldt voor alle scholen die infrastructuursubsidies aanvragen. Scholen moeten ook de gemeente consulteren over het gebruik van de schoolinfrastructuur.

In armoede leven is niet enkel een tekort aan inkomen. Het is naast een materiële ook een sociale deprivatie. Armoede komt voor op verschillende levensdomeinen en wordt hierdoor vaak vergeleken met een spinnenweb waarin iemand verstrikt raakt. Lees meer over een lokaal en structureel armoedebeleid en welke ondersteuning, data en tools er zijn.

Vanaf 2026 krijgt elk lokaal bestuur een subsidie van de Vlaamse overheid om het BOA-aanbod te financieren op het grondgebied. Hoe berekent Opgroeien de subsidie en hoe besteed je ze vanuit je regierol?

Het BOA-decreet stelt lokale besturen voor een grote uitdaging. Op deze pagina ontrafelen we de uitrol van het decreet in verschillende stappen, geven aan met wie je die ze en welke resultaten het oplevert. Met het stappenplan start je met het lokale BOA-beleid voor te bereiden en dan uit te rollen.

In de buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA) staat kwaliteit voorop. Hoe werk je daar lokaal aan vanuit je regierol? In de toolbox vind je informatie, werkinstrumenten en methodieken over kwaliteit.

Met het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA) streeft de Vlaamse regering naar een geïntegreerd aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten. Lokale besturen krijgen de regierol om samen met lokale partners dat aanbod te realiseren. Wat staat er in het decreet en wat zijn de rollen van het lokale bestuur?

Regie voeren is een boeiende, maar ook uitdagende opdracht. Hoe ga je als lokaal besturen concreet aan de slag met die regierol? Welke instrumenten zet je in? Wanneer heeft samenwerken zin en maak je de strategische keuze om een organisatienetwerk op te zetten? Welke types organisatienetwerken bestaan er? Wie vaardig je af? Hoe neem je inzichten uit de doelgroep mee?