2022Lokaal01 - Burgemeesters erg bezorgd om woonnoden jonge gezinnen en alleenstaande ouders.png
Provider image

Dat jonge gezinnen geen eigen woning meer kunnen kopen in hun gemeente ervaren de burgemeesters als een van de grote problemen op de woningmarkt. Ook de bouwshift zal tegen 2040 niet gehaald worden, omdat de huidige regeling onbetaalbaar is voor de lokale besturen. Ze willen een sterke rol spelen, maar kijken voor blijvende oplossingen vooral naar de centrale overheden. Dat blijkt uit een VVSG-enquête.

De helft van de burgemeesters vindt het een groot probleem dat jonge gezinnen geen woning kunnen kopen in hun gemeente. Burgemeester Veerle Baeyens van Haaltert: ‘Jonge mensen brengen dynamiek mee, ze zijn de toekomst van een gemeente en ze dromen van een eigen woning. Het is moeilijk om ze in de gemeente te houden, als er weinig betaalbaars te vinden is als eerste woning.’ Ook het tekort aan sociale woningen is een probleem. ‘Meer sociale huurwoningen en betaalbare kavels zijn belangrijk om de druk op de markt weg te nemen en wonen betaalbaar te houden,’ zegt burgemeester Hans Eyssen van Holsbeek. Meer dan acht op de tien burgemeesters vinden dat de centrale overheden ook de private sector moeten stimuleren, activeren en ondersteunen om betaalbare en energiezuinige woningen te bouwen. Dit zou zeker jonge gezinnen kunnen helpen, luidt het. Heel wat burgemeesters maken zich ook zorgen over de hoge huurprijzen en de ondermaatse woningkwaliteit op de private huurmarkt. Marc Snoeck, burgemeester van Halle: ‘Een eenvoudig huurappartement met twee slaapkamers kost hier op de private markt al gauw 850 euro, dat is erg veel voor een alleenstaande moeder met kinderen.’

Meer dan de helft geeft aan dat huursubsidies noodzakelijk zijn om te kunnen huren. Minder uitgesproken zijn de burgemeesters over een systeem van huurprijsregulering op de private huurmarkt.

 

Duurzame ingrepen en nieuwe woonvormen

Betaalbaarheid van wonen heeft ook te maken met de woonlasten zoals energiekosten. Meer dan de helft van de burgemeesters (53%) ziet voor de gemeente een taak weggelegd om inwoners te helpen renoveren. Als we de klimaatdoelstellingen willen halen, zien ze veel meer heil (72%) in het energiezuinig maken van de woningen dan in het sociaal tarief. Burgemeesters kijken verder dan de huidige context. Meer dan de helft (58%) denkt dat nieuwe en alternatieve woonvormen zoals cohousing en tiny houses mee de toekomst kunnen maken.

 

Bouwshift onbetaalbaar

De burgemeesters staan achter de doelstelling van de bouwshift. Toch geloven bijna negen op de tien burgemeesters niet dat hij tegen 2040 gerealiseerd zal zijn. Voornaamste hinderpaal is de planschadevergoeding die te hoog is voor de gemeente. Dat is ook zo in Ronse: ‘We zijn bereid tot herbestemming van woonuitbreidingsgebieden, maar dat kan alleen als de financiële last niet op de stad valt,’ zegt burgemeester Luc Dupont. Gemeenten willen samen met de Vlaamse overheid inzetten op een leefomgeving van goede kwaliteit. De meerderheid van de gemeenten wil wel zelf kunnen uitmaken welke bouwgronden nog behouden moeten blijven en welke niet. ‘Logisch, gemeenten hebben terreinkennis en kunnen voorkomen dat op slecht gelegen plekken wordt gebouwd,’ aldus Ruth Vandenberghe, burgemeester van Kortrijk. Tegelijk zijn vier op de tien burgemeesters niet tegen een bovenlokale of regionale methodiek om te oordelen hoe met die slechter gelegen bouwgronden kan worden omgegaan.

 

Bovenlokale maatregelen nodig

Twee op de drie burgemeesters willen dat de gemeente de touwtjes stevig in handen kan nemen, ook al beseffen ze dat het gemeentelijk niveau het probleem niet alleen kan oplossen. Daarvoor zijn bovenlokale instrumenten nodig. ‘Dat burgemeesters de nadruk leggen op duurzame maatregelen is een goede zaak en verbaast ons niet,’ aldus Wim Dries, burgemeester van Genk en voorzitter van de VVSG. ‘We willen met de Vlaamse overheid praten over het recente Vlaamse klimaatplan waar renovatie een verplichting wordt voor kopers en verhuurders. Dit kan de kwaliteit van onze woningen echt verbeteren, maar het moet haalbaar zijn, zeker ook voor jonge starters die een eerste woning willen verwerven.’ Ook de private huurmarkt moet onder handen worden genomen, zodat er meer betaalbare woningen van goede kwaliteit zijn voor mensen met een lager inkomen en voor wie net boven de inkomensgrenzen voor sociaal wonen zit. ‘Ook het groeipad dat Vlaanderen voorziet voor de sociale huurmarkt moet worden voortgezet. Daarin spelen de woonmaatschappijen en ook de gemeenten zelf een belangrijke rol,’ besluit Wim Dries. —

 

Nathalie Debast is woordvoerder bij de VVSG en Joris Deleenheer is VVSG-stafmedewerker woonbeleid
Voor Lokaal 01 | 2022