

Voorwaarden
De voorwaarden om een recht op maatschappelijke integratie te openen/een leefloon te ontvangen, zijn de volgende.
Gewoonlijk en bestendig op het Belgisch grondgebied verblijven. Bij uitzondering en na het inlichten van het OCMW mag een cliënt zich maximaal één maand op jaarbasis in het buitenland bevinden. Uitzondering hierop zijn bijvoorbeeld. leefloongerechtigde Erasmusstudenten.
Elke meerderjarige
Elke Belg heeft recht op maatschappelijke integratie, en de wet bepaalt dat ook bepaalde categorieën niet-Belgen hier recht op kunnen hebben.
Het sociaal onderzoek onderzoekt of de cliënt eigen inkomsten heeft, zoals beroepsinkomsten, roerende en/of onroerende goederen, of voordelen in natura, en kijkt ook naar de bestaansmiddelen van een samenwonende partner. Bepaalde middelen, zoals andere financiële steun van het OCMW en het groeipakket, worden daarbij vrijgesteld.
De cliënt wordt geacht inspanningen te leveren om werk te vinden of een opleiding te volgen. Maatschappelijk werkers hebben daarbij ruime beslissingsvrijheid om te beoordelen of een cliënt werkbereid is en hoe dit moet worden aangetoond. Afwijking van deze voorwaarde is mogelijk omwille van gezondheidsredenen of redelijkheid.
Gezien de OCMW hulpverlening het laatste vangnet is binnen de sociale zekerheid, zal een cliënt eerst alle andere sociale rechten (bijvoorbeeld werkloosheidsuitkering) moeten uitputten.
De cliënt kan worden verwacht onderhoudsgeld te vorderen van eventuele onderhoudsplichtigen. Het OCMW kan deze stap ook namens de cliënt ondernemen.
Normaal gesproken maakt het OCMW met elke cliënt wederzijdse afspraken en stelt het doelstellingen op, met de focus op werk. Deze worden vastgelegd in het GPMI, een contract dat door zowel de cliënt als het OCMW wordt ondertekend.
Sociaal onderzoek
Bij elke aanvraag maatschappelijke integratie/leefloon zal een maatschappelijk werker van de sociale dienst van het OCMW een sociaal onderzoek voeren om een beeld te krijgen van de leefsituatie van de cliënt op financieel, materieel en sociaal vlak. De cliënt zal hiertoe de noodzakelijke informatie bezorgen. De maatschappelijk werker gaat daarenboven in het sociaal onderzoek na of de leefloonaanvrager aan alle wettelijke voorwaarden voldoet. Hij/zij is hiervoor verplicht om een huisbezoek af te leggen en de gegevensstromen uit de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) te raadplegen.
De maatschappelijk werker maakt een sociaal dossier op en een sociaal verslag met daarin, met het oog op het maken van afspraken op maat in het GPMI, eveneens de beschrijving van de capaciteiten van de cliënt. Het sociaal verslag zal een voorstel van beslissing tot toekenning of weigering van het leefloon bevatten.
Leeflooncategorieën
Er zijn drie categorieën leefloongerechtigden
- Samenwonenden: personen die onder hetzelfde dak wonen en hoofdzakelijk gemeenschappelijk een huishouden doen. Via het sociaal onderzoek worden feiten verzameld om te kunnen vaststellen of de leefloonaanvrager samenwonend is.
- Alleenstaanden: personen waarbij uit het sociaal onderzoek blijkt dat ze niet samenwonen en geen gezin ten laste hebben.
- Personen met een gezin ten laste: personen die samenwonen met minstens 1 ongehuwd minderjarig kind, dat ze effectief financieel ten laste hebben.
Leefloonbedragen
De leefloonbedragen zijn met ingang van 1 februari 2025
- Samenwonend: 876,13 euro per maand (10.515,60 euro per jaar)
- Alleenstaand: 1.314,20 euro per maand (15.770,41 euro per jaar)
- Gezinslast: 1.776,07 euro per maand (21.312,87 euro per jaar)
Equivalent leefloon
Personen die geen recht hebben op een leefloon, omdat ze niet voldoen aan een van de voorwaarden, maar die wel in een vergelijkbare situatie zitten als een leefloongerechtigde, krijgen financiële steun equivalent aan een leefloon. Die personen moeten wel hun werkelijke verblijfplaats hebben in België en behoeftig zijn. Meestal moeten ze ook nog voldoen aan de voorwaarden van werkbereidheid, het uitputten van andere sociale rechten, het vorderen van onderhoudsgeld en het maken van afspraken in een GPMI.
Wie beslist over het toekennen van leefloon?
Het is het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (BCSD) dat de beslissingsbevoegdheid heeft over individuele dossiers maatschappelijke dienstverlening.
De decretaal vastgelegde bevoegdheden van het BCSD worden bepaald in artikel 113 van het Decreet Lokaal Bestuur (DLB). Er zijn vier aan het BCSD (of haar sub-comités) toegewezen bevoegdheden :
1. De besluitvorming rond alles wat te maken heeft met maatschappelijke dienstverlening
2. De besluitvorming rond alles wat te maken heeft met maatschappelijke integratie
3. De bekrachtiging van beslissingen van de voorzitter van het BCSD
4. Het geven van (niet-bindend) advies
Geïndividualiseerd Project Maatschappelijke Integratie (GPMI)
Samen met vrijwel elke leeflooncliënt zal het OCMW een GPMI opmaken. Het is een overeenkomst (in de meeste sociale diensten is de term ‘contract(je)’ legio) met daarin wederzijdse afspraken tussen cliënt en OCMW en is in eerste instantie verplicht af te sluiten met het oog op activering van of werk voor de cliënt, tenzij er gezondheids- of billijkheidsredenen aanvaard worden om geen GPMI af te sluiten. In dat geval is het echter toch mogelijk om facultatief een GPMI af te sluiten met afspraken over bepaalde levenssituaties van de cliënt.
De voornaamste elementen voor een GPMI zijn:
- Wordt opgemaakt in overleg met de cliënt.
- Bevat zowel afspraken en doelstellingen voor de cliënt als voor het OCMW.
- Deze afspraken zijn op maat van de cliënt en haalbaar voor de cliënt.
- Is in begrijpbare taal opgesteld.
- Wordt opgemaakt binnen de drie maanden na toekenning van een leefloon.
- Wordt minstens drie maal per jaar (minstens tweemaal in persoonlijk contact) in overleg met de cliënt geëvalueerd.
- Genereert extra 10% bovenop de basissubsidie die een OCMW ontvangt per leefloondossier.
Expert
-
PeterHardyStafmedewerker
Meer info over deze kennispagina?
Contacteer onsPraktijkvoorbeelden
-
-
De Wisselaar: Deinze - Brugge
ArmoedeMaatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleidWonen -
De Wisselaar: Oud-Turnhout - Kortrijk
Maatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleid -
De Wisselaar: Roeselare - Kortrijk
Maatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleidWerk, sociale economie en activering -
De Wisselaar: Deinze - Mechelen
Maatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleid -
De Wisselaar: Beerse - Oostende
Maatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleidWerk, sociale economie en activering -
De Wisselaar: Kortrijk - Roeselare
Maatschappelijke dienstverlening -
De Wisselaar: Balen-Mechelen
Maatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleidSamenwerking -
De Wisselaar: Leuven-Mechelen
Maatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleid -
De Wisselaar: Vilvoorde-Mechelen
Maatschappelijke dienstverleningWonenLokaal sociaal beleid -
Etterbeek schrijft met succes gemeentebon uit
Energie en klimaatFinanciënKinderen en gezinnenMaatschappelijke dienstverlening -
#SAMEN DORP MAKEN brengt inwoners samen voor de toekomst van Vorselaar
Bestuur en burgerArmoedeCommunicatieDuurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's)Energie en klimaatKlimaatadaptatieLokaal sociaal beleidMaatschappelijke dienstverleningMilieuMobiliteitPublieke ruimteSamenwerkingWonenZorg en gezondheid
Kennispagina's
-
-
Lokaal armoedebeleid
ArmoedeLokaal sociaal beleidMaatschappelijke dienstverleningKinderen en gezinnen -
-
-
OCMW-dienstverlening voor vreemdelingen
VreemdelingenArmoedeMaatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleid -
OCMW's pakken energiearmoede aan
ArmoedeEnergie en klimaatWonenMaatschappelijke dienstverleningLokaal sociaal beleid -