De wijkgesprekken werden geput uit de VVSG-publicatie ’45 methodieken voor lokale burgerparticipatie. Bij het organiseren van wijkgesprekken worden alle wijkbewoners op eenzelfde locatie uitgenodigd. Dat lukt het best met de inzet van verschillende communicatiekanalen: persoonlijk aanschrijven, publicatie in het gemeenteblad, affiches, persoonlijk aanspreken, via sleutelfiguren… De gekozen locatie ligt het liefst in de wijk zelf. Dit kan een grote tent zijn of zelfs in open lucht. Aan de hand van thema’s of stellingen overloop je de mogelijke verbeterpunten in de wijk. Het verdient de voorkeur de voorstelling te ondersteunen met visueel materiaal. Dat kan zowel per persoon (uitdelen van hand-outs) als voor allen (werken met een projectiescherm). De bewoners zitten hierbij in kleine groepen of kunnen in schoolopstelling worden geplaatst (afhankelijk van de opkomst).

Een praktijkvoorbeeld vinden we terug in de wijk Groot Kloosterland in Sint-Niklaas. Daar werden verschillende wijkgesprekken georganiseerd over mobiliteit en verkeersveiligheid. In het eerste wijkgesprek brachten ze de knelpunten in kaart. Tijdens het tweede wijkgesprek zochten ze samen naar oplossingen voor die de knelpunten uit het eerste wijkgesprek. Bedoeling was om in een derde wijkgesprek naar een gezamenlijk mobiliteitsplan te gaan, maar COVID-19 stak daar helaas een stokje voor.

Een gelijkaardige praktijk zien we in Oostende, waar de klassieke wijkraden omgetoverd werden tot wijkbabbels. Hier geven de schepen van samenleven en de burgemeester een korte uiteenzetting van het bestuursakkoord op wijkniveau en lichten de plannen en de ambities specifiek voor de wijk in kwestie toe. Inwoners kunnen zich inschrijven voor de wijkbabbel en kunnen op voorhand hun vragen indienen.

Na de recente fusie in Pelt organiseerden ze er in verschillende buurten “buurtbabbels”. Zo ging het lokaal bestuur, na een buurtonderzoek waarin cijfergegevens verzameld en geanalyseerd werden, in gesprek met grotere groepen inwoners om een zo goed mogelijk beeld van elke buurt te krijgen.

Een ander voorbeeld vinden we terug in Brugge, onder de noemer ‘Buurt aan de Beurt’. In dit traject bezoeken de burgemeester en schepenen alle dertien deelgemeenten om contacten aan te halen met de inwoners. Op voorhand kunnen de inwoners al vragen of onderwerpen doorgeven aan het bestuur. Elke inwoner krijgt bovendien een uitnodiging in de bus voor het moment in zijn of haar eigen deelgemeente.