202102 Verbod overeenkomsten sluiten kennisnetwerk_1.png
Provider image

Is het verbod voor raadsleden om overeenkomsten te sluiten met het eigen bestuur nog houdbaar in de vorm die we vandaag kennen? Als de huidige bepaling te beperkend is, moet de regelgeving zich aan de praktijk kunnen aanpassen.

Kan een raadslid onthaalouder zijn voor het bestuur? Kan de technische dienst een dringende aankoop doen in de enige ijzerwinkel van de gemeente die toevallig uitgebaat wordt door de echtgenoot van een raadslid? Kan een bloemist blijven leveren aan de gemeente als hij raadslid wordt, en wat als de overeenkomst vernieuwd moet worden tijdens de legislatuur? Mag een raadslid een stuk bouwgrond kopen van de gemeente? En wat met het raadslid dat een stukje voortuin wil afstaan voor de aanleg van een fietspad?

De VVSG krijgt al decennia vragen over de toepassing van het verbod om overeenkomsten te sluiten met het eigen bestuur. Ook uit interpretaties van het toezicht en antwoorden op parlementaire vragen blijkt dat de huidige bepaling te beperkend is, maar nog altijd staat de strenge verbodsbepaling onveranderd in de organieke regelgeving. Dit verbod geldt voor raadsleden ten opzichte van gemeente en OCMW, voor BCSD-leden ten opzichte van het OCMW en ook voor personeelsleden van gemeente en OCMW.

Behalve overeenkomsten ten gevolge van een schenking of overeenkomsten die nodig zijn om zelf een beroep te doen op dienstverlening van het bestuur, is elke overeenkomst met het bestuur verboden. Het verbod slaat niet enkel op alles wat te maken heeft met overheidsopdrachten, het is veel ruimer. Er wordt door de Vlaamse overheid wel aanvaard dat een overeenkomst over afspraken in verband met vrijwilligerswerk mogelijk is, evenals een (beperkte) vrijwilligersvergoeding, zoals Vlaams minister Bart Somers op 17 juni ’20 op Brecht Warnez’ schriftelijke vraag nummer 282 antwoordde. De VVSG steunt deze interpretatie, maar wijst erop dat die uitzondering niet opgenomen is in het decreet.

 

 

Afwijking gevraagd

Het grote probleem voor de VVSG is niet de verbodsbepaling op zich, die is goed, maar wel dat daar op geen enkele manier van kan worden afgeweken. Graag willen we in het decreet over het lokale bestuur de mogelijkheid voor de raad om in alle openheid af te wijken van de verbodsbepaling. Raadsleden mogen geen persoonlijke of zakelijke voordelen halen uit het raadslidmaatschap, maar ze mogen ook niet onevenredig benadeeld worden omdat ze raadslid zijn. Dat is een moeilijk evenwicht, waarbij we vandaag zien dat er juridisch gezien niets mogelijk is, terwijl het rechtvaardigheidsgevoel duidelijk aangeeft dat er uitzonderingen mogelijk zouden moeten zijn. Voor de VVSG kan enkel de raad daarover oordelen. Voor alle duidelijkheid: steeds in absolute transparantie, dus tijdens een openbare zitting. Wie zich toch benadeeld voelt, kan altijd een klacht neerleggen bij het toezicht. •

 

Marian Verbeek en Pieter Vanderstappen zijn VVSG-stafmedewerkers werking gemeente en OCMW
Voor Lokaal 02 | 2021

OPROEP

Deel uw voorbeelden en inzichten

Om deze vraag op de politieke agenda te krijgen zoeken we naar treffende voorbeelden die aantonen dat de huidige strenge verbodsbepaling herbekeken moet worden. Heb je voorbeelden van omstandigheden waarin duidelijk is dat het verbod om overeenkomsten te sluiten niet redelijk is, stuur ze dan naar marian.verbeek@vvsg.be of pieter.vanderstappen@vvsg.be. Ze kunnen helpen om de argumenten om het decreet lokaal bestuur te verbeteren kracht bij te zetten.