Als schepen draag je maandelijks 7,5% van je brutowedde af aan de ‘pensioenkas’ van de gemeente. Dit garandeert nog geen recht op een pensioen op basis van je mandaat (de bijdragen zijn m.a.w. ‘gesolidariseerd’).

Voor de toekenning van een mandatarispensioen zijn twee zaken van tel:

1)     je leeftijd. Vroeger was het simpel: dan kon je al een mandatarispensioen genieten vanaf je zestigste. Tegenwoordig ligt dat iets gecompliceerder. De regel is dat je op 65 sowieso met pensioen kan gaan als mandataris, maar daar zijn heel wat uitzonderingen op, afhankelijk van het aantal loopbaanjaren dat je gepresteerd hebt in diverse stelsels.

2)     een minimumanciënniteit van 12 maanden. Was je enkel mandataris vóór 1989, dan moeten dat zestig gepresteerde maanden zijn. Let wel: dit mag ook een ander pensioengenererend mandaat zijn (burgemeester/OCMW-voorzitter/voorzitter BCSD).

Daarnaast mag je niet afgezet zijn als mandataris en mag je geen uitvoerend lokaal mandaat meer uitoefenen.

Ook interessant:

Sociale bescherming