Statuut schepen

Wedde

Als schepen krijg je een wedde die een percentage is van de wedde van de burgemeester van je gemeente. Dat percentage wordt dan weer bepaald door het inwonersaantal van de gemeente waarin je je mandaat uitoefent (vastgesteld op 1 januari van het jaar van de verkiezingen): 60% van de burgemeesterswedde in gemeenten tot 50.000 inwoners en 75% in gemeenten met meer dan 50.000 inwoners. Hier vind je een overzicht van de bedragen(opent nieuw venster).

Die (bruto)wedde is vergelijkbaar met het loon van een werknemer en wordt eveneens verminderd met persoonlijke sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing. De bedrijfsvoorheffing is (net als bij werknemers) een voorschot op de te betalen belastingen en is afhankelijk van je gezinssituatie en van het inkomen van je eventuele partner.

Naast je wedde ontvang je als schepen ook nog een vakantiegeld en een eindejaarstoelage. Het vakantiegeld bedraagt 92% van 1/12de van je bruto-jaarwedde; je eindejaarstoelage bestaat uit een vast bepaald forfaitair bedrag, aangevuld met 3,6% van je bruto-jaarwedde. Let goed op, want soms kan er een cumulatiebeperking zijn op de eindejaarstoelage en/of het vakantiegeld, afhankelijk van het eventuele andere statuut waaronder je naast je mandaat nog valt. Bij twijfel check je dit best bij je bestuur en/of je werkgever.

Sociale bescherming

Als lokaal uitvoerend mandataris kan je een eigen sociaal statuut hebben (“aanvullend sociaal statuut”). Dat hangt in de eerste plaats af van de afwezigheid van een andere vorm van sociale bescherming (bv. via de reguliere job, een pensioen, een uitkering, etc.). Is dat het geval, dan moet je dit aan het gemeentebestuur laten weten en dan ben je beschermd in geval van ziekte, invaliditeit of werkloosheid (en heb je dus recht op uitkeringen).

Voor deze bescherming betaalt het bestuur werkgeversbijdragen en betaal je ook zelf 5,57% werknemersbijdragen op je brutowedde. Echter, sinds de start van de lopende legislatuur (2019-2024) bestaat er een regeling die mandatarissen ‘beloont’ die voltijds voor hun mandaat kiezen. Hierdoor zal het gemeentebestuur deze werknemersbijdrage ten laste nemen, evenals de pensioenbijdrage van 7,5% en nog enkele andere sociale bijdragen. Lees meer(opent nieuw venster)

Pensioen

Als schepen draag je maandelijks 7,5% van je brutowedde af aan de ‘pensioenkas’ van de gemeente. Dit garandeert nog geen recht op een pensioen op basis van je mandaat (de bijdragen zijn m.a.w. ‘gesolidariseerd’). Voor de toekenning van een mandatarispensioen zijn twee zaken van tel:

  1. je leeftijd. Vroeger was het simpel: dan kon je al een mandatarispensioen genieten vanaf je zestigste. Tegenwoordig ligt dat iets gecompliceerder. De regel is dat je op de wettelijke pensioenleeftijd(opent nieuw venster) (momenteel 66 jaar) sowieso met pensioen kan gaan als mandataris, maar daar zijn heel wat uitzonderingen op, afhankelijk van het aantal loopbaanjaren dat je gepresteerd hebt in diverse stelsels.
  2. een minimumanciënniteit van 12 maanden. Was je enkel mandataris vóór 1989, dan moeten dat zestig gepresteerde maanden zijn. Let wel: dit mag ook een ander pensioengenererend mandaat zijn (burgemeester/OCMW-voorzitter/voorzitter BCSD).

Daarnaast mag je niet afgezet zijn als mandataris en mag je geen uitvoerend lokaal mandaat meer uitoefenen.

Ondersteuning

De rol van schepen vraagt veel engagement en energie. Naast de standaard voorziene wedde kan de raad dan ook nog bijkomende maatregelen nemen om je als schepen te ondersteunen bij je taken. 

Als schepen kan je een kostenvergoeding krijgen als het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad daarin voorziet. Belangrijk daarbij is dat:

  • het enkel kan gaan om een terugbetaling van kosten die je werkelijk hebt gemaakt als schepen - forfaitaire kostenvergoedingen zijn dus niet mogelijk;
  • je kan bewijzen dat de kosten effectief gemaakt zijn;
  • de kosten verband houden met de uitoefening van je mandaat als schepen en noodzakelijk zijn voor de uitoefening ervan, bv. een studiedag of vorming met relevante thema’s voor je mandaat als schepen.

De gemeenteraad kan nog bijkomende voorwaarden opleggen. De algemeen directeur moet dan nagaan of voldaan is aan alle voorwaarden voor een kostenvergoeding. Elk jaar wordt een openbaar overzicht gemaakt van de terugbetaalde kosten aan alle mandatarissen.

Naast een terugbetaling van kosten kan de raad ook bepaalde faciliteiten aanbieden (vergaderlokaal, laptop, hoofdtelefoon, etc.).  Ook dergelijke faciliteiten worden het best geregeld in het huishoudelijk reglement.

Bijstand van een vertrouwenspersoon

Wanneer je als schepen wegens een fysieke handicap je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen, is er de mogelijkheid om je te laten bijstaan door een of meerdere vertrouwenspersonen. Het bewijs van de handicap moet worden geleverd door een getuigschrift van een arts, met de uitdrukkelijke verklaring dat je zodanig getroffen bent door een handicap dat het mandaat niet zelfstandig uitgeoefend kan worden en er persoonlijke bijstand nodig is. De belangrijkste regels waarmee je rekening moet houden bij het aanduiden van een vertrouwenspersoon zijn dat deze persoon:

  • legaal in de EU moet verblijven, meerderjarig moet zijn en niet ontzet mag zijn uit het kiesrecht;
  • zich niet mag bevinden in een situatie van onverenigbaarheid, behalve wanneer het gaat om een familielid.

Verder gelden volgende principes. De vertrouwenspersoon:

  • heeft bij de ondersteuning dezelfde middelen ter beschikking als de mandataris;
  • heeft bij de ondersteuning dezelfde verplichtingen (bv. discretieplicht) als de mandataris;
  • ontvangt een presentiegeld;
  • ontvangt een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding op voorwaarde dat de gemeenteraad dat geregeld heeft.

Een vertrouwenspersoon legt (in tegenstelling tot een mandataris) geen eed af.

Politiek verlof

Omdat het niet altijd evident is om professionele activiteiten te combineren met lokale politieke activiteiten werd het systeem van politiek verlof ingevoerd. Het politiek verlof verschilt naargelang je als schepen werkt in de privésector, bij de overheid, in het onderwijs of bij het leger. Bepaalde categorieën van werkgevers (bv. universiteiten) hebben vaak nog eigen regelingen, die we hier niet allemaal kunnen bespreken. Hieronder wel de belangrijkste principes en de dagen politiek verlof voor een schepen:

Fiscaliteit

De inkomsten uit je mandaat als schepen worden elk jaar door het gemeentebestuur verwerkt op een fiche 281.10, waarvan een kopie naar de belastingdiensten gaat. Daar hoef je je dus in principe niet verder om te bekommeren. Essentieel bij de belastingaangifte is wel de keuze van het kostenstelsel voor de beroepskosten verbonden aan je mandaat als schepen. Dat kan zowel een speciaal forfait voor lokale mandatarissen zijn, als het wettelijke forfait of het bewijs van je werkelijke beroepskosten. Die laatste twee bestaan ook voor gewone werknemers en zijn ook relevant bij de samenloop met een eventueel ander inkomen. Bij die combinatie van twee inkomens zijn niet alle combinaties van kostenstelsels meer mogelijk. Hou daar dus zeker rekening mee bij het invullen van je belastingaangifte.

Let wel: het speciaal forfait voor lokale mandatarissen wordt met ingang van het aanslagjaar 2026 (inkomsten 2025) afgeschaft. Lees er hier meer over.

Mandatenlijst en vermogensaangifte

Moet je als schepen een mandatenlijst indienen?

Heel wat politici moeten een mandatenlijst indienen, ook schepenen. Dat houdt onder meer in dat je vóór 1 oktober van elk jaar (elektronisch) een mandatenlijst moet indienen met alle mandaten, ambten, beroepen of functies die je tijdens het voorgaande jaar hebt uitgeoefend. Dit gebeurt via de website van het Rekenhof(opent nieuw venster). Op die aangifte moet ook het bedrag van de bezoldiging van je mandaat van schepen (en van eventuele andere mandaten) vermeld worden. Voor de wedde als schepen is dat onder de vorm van een vergoedingsvork. Het jaar na de indiening van de mandatenlijsten worden deze, uiterlijk op 15 februari, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en op de website van het Rekenhof. 

Meer informatie over het invullen van de mandatenlijsten vind je hier(opent nieuw venster).(opent nieuw venster) Eventuele vragen hierover kunnen ook gesteld worden aan het Rekenhof of aan de zgn. ‘institutionele informatieverstrekkers’ (o.a. de algemeen directeur van de gemeente).

Moet je als schepen een vermogensaangifte doen?

Wie een aangifteplichtig mandaat uitoefent (zie hiervoor), moet ook een vermogensaangifte indienen, ook schepenen dus. Dat houdt onder meer in dat je vóór 1 oktober van het jaar na datgene waarin je een aangifteplichtig mandaat opnam, hernieuwde of stopzette, een vermogensaangifte moet indienen. Die aangifte bevat een zo volledig mogelijk overzicht van je financiële toestand (niet enkel wat voortvloeide uit je mandaat) en dient in een gesloten omslag bij de griffie van het Rekenhof te worden ingediend. Deze informatie kan enkel ingekeken worden in het kader van een strafrechtelijk onderzoek en wordt vernietigd 5 jaar na de stopzetting van je laatste aangifteplichtige mandaat. 

Meer informatie over het invullen van de vermogensaangifte vind je hier(opent nieuw venster). Eventuele vragen hierover kunnen ook gesteld worden aan het Rekenhof of aan de zgn. ‘institutionele informatieverstrekkers’ (o.a. de algemeen directeur van de gemeente).