Moet je als schepen een mandatenlijst indienen?

Heel wat politici moeten een mandatenlijst indienen, ook schepenen. Dat houdt onder meer in dat je vóór 1 oktober van elk jaar (elektronisch) een mandatenlijst moet indienen met alle mandaten, ambten, beroepen of functies die je tijdens het voorgaande jaar hebt uitgeoefend. Dit gebeurt via de website van het Rekenhof.

Op die aangifte moet ook het bedrag van de bezoldiging van je mandaat van schepen (en van eventuele andere mandaten) vermeld worden. Ofwel is dat het werkelijk genoten brutobedrag, ofwel een vork met een minimum- en een maximumbedrag.

Het jaar na de indiening van de mandatenlijsten worden deze, uiterlijk op 15 februari, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en op de website van het Rekenhof.

Meer informatie over het invullen van de mandatenlijsten vind je hier. Eventuele vragen hierover kunnen ook gesteld worden aan het Rekenhof of aan de zgn. ‘institutionele informatieverstrekkers’ (o.a. de algemeen directeur van de gemeente).

Moet je als schepen een vermogensaangifte doen?

Wie een aangifteplichtig mandaat uitoefent (zie hiervoor), moet ook een vermogensaangifte indienen, ook schepenen dus. Dat houdt onder meer in dat je vóór 1 oktober van het jaar na datgene waarin je een aangifteplichtig mandaat opnam, hernieuwde of stopzette, een vermogensaangifte moet indienen. Die aangifte bevat een zo volledig mogelijk overzicht van je financiële toestand (niet enkel wat voortvloeide uit je mandaat) en dient in een gesloten omslag bij de griffie van het Rekenhof te worden ingediend. Deze informatie kan enkel ingekeken worden in het kader van een strafrechtelijk onderzoek en wordt teruggestuurd 5 jaar na de stopzetting van je laatste aangifteplichtige mandaat.

Meer informatie over het invullen van de vermogensaangifte vind je hier. Eventuele vragen hierover kunnen ook gesteld worden aan het Rekenhof of aan de zgn. ‘institutionele informatieverstrekkers’ (o.a. de algemeen directeur van de gemeente).

Ook interessant:

Verzekeringen