regionale doorbraak westhoek.png
Provider image

Het doorbraaktraject van regio Westhoek wil stappen zetten om kansengroepen te activeren en de werkzaamheidsgraad van 80% te behalen. Via een proeftuin zullen ze experimenteren met verschillende methodieken van partners om te komen tot een integraal traject op maat voor de kansengroepen.

De Westhoek is een plattelandsregio zonder erkende centrumstad die als katalysator zou kunnen optreden om de omliggende gemeenten mee te betrekken en samen actie te nemen mbt activering, tewerkstelling van kansengroepen en de nabijheid van opleiding,… . Wel is er in de Westhoek een intercommunale opgericht door de gemeenten, Dienstverlenende Verenging Westhoek, die optreedt als regisseur en actor op het terrein van Sociale Economie en tewerkstelling van kansengroepen. Kan deze intercommunale de katalysatorrol opnemen en zowel gemeenten als tewerkstellingsactoren bewegen om stappen te zetten en 80% werkzaamheidsgraad te behalen?

Om dit na te gaan organiseerde de regio Westhoek een proeftuin waarbij inburgeraars concreet gecoacht werden in het wijkwerken. Deze proeftuin werd gekozen vanuit de bezorgdheid van de lokale besturen dat inburgeraars hun inburgeringstraject niet zelf kunnen betalen en zouden aankloppen bij de gemeenten om deze kosten ten laste te nemen.  In deze doorbaak werd onderzocht in hoeverre wijk-werken voor deze doelgroep een eerste stap kan zijn van het geïntegreerde en integrale traject op maat van inburgeraars en allochtonen.

Daarnaast zijn werkgevers op zoek naar geschikte werknemers. Het doorbraakproject zocht ook  naar mogelijkheden om de werkgevers in de streek bewust te maken van ondersteuning op de werkvloer voor die kwetsbare werknemers.

De sociale diensten van alle westhoekgemeenten bleven nauw berokken. Ze werden ook bevraagd naar kansen en opportuniteiten. De lokale besturen uit de westhoek maakten bovendien duidelijke en uniforme afspraken over hoe ze de tenlastenneming in dit verhaal op elkaar afstemmen.

De wijkwerkcoaches van Dienstverlenende Vereniging Westhoek begeleidden 13 inburgeraars en onderzochten samen systematisch kansen en bedreigingen. Volgende conclusies werden naar voren geschoven:

  • De inburgeraars zijn gemotiveerd om te leren en te werken. Combinatie is haalbaar als zowel de wijkwerker als de gebruiker gemotiveerd zijn.
  • Taal is niet altijd makkelijk maar mits goede ondersteuning van de wijkwerkcoach bij zowel de wijkwerker als de gebruiker, lukt dit wel. Dit vergt wel wat tijdsinvestering van de gebruiker.
  • In het begin is het niet altijd duidelijk bij de wijkwerkers welke arbeidsattitudes gelden (bv. ziek is werkplek verwittigen en doktersbriefje bezorgen, op tijd komen, …) maar doorheen het wijkwerkentraject zie je de wijkwerkers daarin groeien. Dit heeft zeker te maken met de cultuurverschillen en zijn zaken die best zo snel mogelijk duidelijk gemaakt worden.
  • Mobiliteit in de Westhoek vormt een probleem. Bij een inburgeraar die ook wou wijkwerken werd het traject toch niet opgestart omdat de combinatie van lessen Nederlands in Oostende en wijkwerken in De Panne gewoon niet haalbaar was. Inburgeringstrajecten meer lokaal organiseren (in de Westhoek zelf) zou de combinatie een stuk makkelijker maken.
  • Gebruikers (=klanten) geven de doelgroep inburgeraars weinig kansen. Er moet een minimum Nederlandse kennis zijn, en dat is vaak aanwezig, maar werkgevers willen niet investeren in ‘Nederlands op de werkvloer’ leren. Ze halen aan dat ze zelf te weinig personeel hebben om daarin te kunnen investeren

Een ander resultaat van het project is de nauwere samenwerking tussen de regio en het Agentschap Integratie en Inburgering. Vlaamse diensten, zoals AGII maar ook VDAB bv., centraliseren zich in de centrumsteden (Kortrijk, Roeselare,…). In de Westhoek zelf zijn heel wat Vlaamse diensten afwezig (of heel beperkt aanwezig) en kennen de streek met zijn eigenheden en realiteiten niet. Door hen meer te betrekken in de eigen regionale projecten en werking van lokale besturen, wordt hun blik verruimd en is er meer begrip ook voor de doelgroep en waarom bepaalde zaken (cfr mobiliteit, combinatie opleiding – werk,…) zeer moeilijk verlopen.

Alle arbeidspotentieel zal nodig zijn om aan de vervangingsvraag tegemoet te komen. Het momentum is aangebroken om enerzijds volop de kaart te trekken van activering van kansengroepen. Anderzijds werkgevers te overtuigen dat arbeidsorganisatie aanpassen nu noodzakelijk is om voldoende werknemers aan te trekken en alle openstaande vacatures ingevuld te krijgen.

- Lien De Vos, Regionale Welzijnscoördinator & Regisseur Sociale Economie bij DVV Westhoek

Partners

  • Lokale besturen van de Westhoek
  • De Dienstverlenende Vereniging (DVV) Westhoek
  • VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling)
  • AGII (Agentschap Integratie en Inburgering)

Meer weten?

Nancy Peeters, Stafmedewerker Studiedienst, IOK 

Geleerde lessen

  • Trajectbegeleiding door lokale besturen werkt. De eigen wijkwerkcoaches ten dienste van de lokale besturen kunnen intensief en heel dichtbij kwetsbare doelgroepen ondersteunen.

    Trajectbegeleiding wordt door verschillende actoren vaak anders gedefinieerd. De proeftuin toont aan dat opvolging van nabij positieve effecten heeft voor werknemer en werkgever.
     
  • De Dienstverlenende Vereniging Westhoek kan als intercommunale van én voor de lokale besturen een katalysatorrol opnemen.

    De dienstverlenende vereniging Westhoek neemt de rol van actor en regisseur op en dat werkt. In het kader van de vierde pijler van plan samenleven zal DVV Westhoek ook hier een zeer actieve rol opnemen ( AGII)
     
  • Niet alles is oplosbaar op een regionale schaal.

    De werkgeversbenadering is een zeer moeilijk gegeven. Hiervoor moet je werkgeversorganisaties zoals VOKA, Unizo,…  e.a. mee hebben om werkgevers te overtuigen van jobcarving, taal leren op de werkvloer, investeren in taalcoaches, hoe omgaan met cultuurverschillen,… De regio Westhoek is te klein om zelf naar werkgevers toe te stappen, dus dit lijkt meer iets waar vanuit Vlaams niveau meer incentives moeten komen naar werkgevers toe om kwetsbare doelgroepen meer kansen en groeimogelijkheden te geven.