pexels-branimir-balogović-3959482.png
Provider image

Solidariteit in de strijd tegen COVID-19, voor het Waregemse OCMW-woonzorgcentrum De Meers blijft het niet bij woorden. Sinds 2 november stelt het zeven kamers ter beschikking van COVID-patiënten die niet langer ziekenhuiszorg nodig hebben, maar toch nog niet voldoende hersteld zijn om naar huis te kunnen.

In de eerste coronagolf in het voorjaar werden de woonzorgcentra zeer zwaar getroffen. Ook De Meers ontsnapte niet. Ann Herpels, directeur intramurale dienst OCMW Waregem: ‘Er zijn in het totaal 62 bewoners overleden, het was een zeer moeilijke periode voor iedereen. We hebben toen kunnen rekenen op veel solidariteit, ook van het OLV van Lourdesziekenhuis in Waregem. Samen met onze coördinerend raadgevend arts hebben we vaak overlegd met de directie en de hoofdarts van het ziekenhuis, onder meer over procedures en voor advies.

Enkele van hun personeelsleden zijn hier bijgesprongen, omdat wij met een grote uitval te maken hadden. De ziekenhuishygiënist heeft onze medewerkers extra opleiding gegeven. Het is dus niet meer dan normaal dat wij solidair zijn op een moment dat de ziekenhuizen vollopen met COVIDpatiënten en te maken hebben met veel uitval van personeel. Wij hebben nog enkele kamers vrij en beschikken over de medewerkers die de nodige zorg kunnen verstrekken.’

 

Afgesloten vleugel

Er is een vleugel met zeven kamers volledig afgesloten van de rest van het woonzorgcentrum. De afdeling heeft een eigen ingang. Sommige vaste bewoners zijn tijdelijk verhuisd naar een andere kamer. De mensen die in een van de COVID-kamers terecht kunnen, hebben geen gespecialiseerde ziekenhuiszorg meer nodig maar zijn nog niet volledig genezen.

‘We kunnen hun alle hulp en zorg bieden die een woonzorgcentrum aan zijn andere bewoners geeft. Als iemand bijvoorbeeld nog wat zuurstof nodig heeft, is dat geen probleem. Maar we kunnen natuurlijk geen echte ziekenhuisbehandeling geven waarbij constat medisch toezicht nodig is. De mensen blijven hier tot ze voldoende hersteld zijn en negatief testen voor COVID. Dan kijken we of ze naar huis gaan, nog een tijd hier blijven in gewoon kortverblijf of behoefte hebben aan een definitieve opname.’

 

Vrijwillig

De vraag om COVID-patiënten over te nemen kwam van het Waregemse ziekenhuis. Het woonzorgcentrum had even bedenktijd nodig, want iedereen weet sinds het voorjaar hoe hard COVID kan toeslaan. Ann Herpels: ‘Toen we de puzzel hadden gelegd en het duidelijk was dat we met onze infrastructuur een volledig gescheiden afdeling konden realiseren, hebben we de vraag positief beantwoord. Natuurlijk was er aanvankelijk scepsis bij bewoners en hun familie. We hebben onze manier van werken goed uitgelegd.

Eigenlijk is het gevaar op besmetting vanuit een volledig afzonderlijke en gesloten afdeling zeer, zeer klein. Veel kleiner in elk geval dan op de gewone afdelingen waar je niet weet of iemand positief is of niet en waar er altijd contact is tussen bewoners, medewerkers en bezoekers. Hetzelfde geldt voor de medewerkers. Ze weten dat de bewoners van de zeven kamers COVID hebben en nemen alle mogelijke voorzorgsmaatregelen. Ze zijn zeer goed voorbereid. Overigens doen de mensen die met de COVID-patiënten werken dat allemaal vrijwillig. We hebben een oproep gedaan en hadden snel een aantal kandidaten.

 

Grondig voorbereid

In de eerste week van november kwamen twee patiënten uit het ziekenhuis van Waregem naar De Meers, de week nadien nog twee. Vanuit andere ziekenhuizen in de regio waren er al vragen naar meer informatie. Elke opname wordt voorbereid door het ziekenhuis, de coördinerend raadgevend arts van het woonzorgcentrum en de huisarts van de patiënt. Ook de maatschappelijk werkers van beide voorzieningen hebben nauw contact om een duidelijk beeld te krijgen van wat de patiënten nodig hebben en wat ze kunnen verwachten. Het woonzorgcentrum wil de kamers ter beschikking stellen tot de ziekenhuizen de instroom aan COVID-patiënten weer zelf de baas kunnen. •

 

Bart van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 12 | 2020