Open Brief KNW 800x600 pxv4.png
Provider image

Met aandacht je column In arren moede gelezen in het decembernummer van het VVSG-magazine. Zoals in elke editie trouwens. Dit keer werd ik echter getroffen door je wat moedeloze toon, zelfs op het randje van het defaitisme.

Beste Filip,

Met aandacht je column In arren moede gelezen in het decembernummer van het VVSG-magazine. Zoals in elke editie trouwens. Dit keer werd ik echter getroffen door je wat moedeloze toon, zelfs op het randje van het defaitisme. Niet wat we van je gewend zijn. Coronamoeheid? Winterblues? Verlangen naar kerst? Of gewoon de aanhoudende online vergaderingen en gemeenteraden beu?

Als ondervoorzitter van de tweede stad van Vlaanderen (en België overigens) neem ik, samen met de voorzitter, sinds ons aantreden nu twee jaar geleden heel wat initiatieven om de impact van de raad te versterken, en het evenwicht tussen de wetgevende en de uitvoerende macht te herstellen in het voordeel van de eerste. Natuurlijk is de greep van de uitvoerende macht, het college, op de gemeenteraad veel te groot. Dat is al lang zo, en doet zich overigens ook voor op de andere beleidsniveaus. De macht van de particratie, weet je wel.

Na 26 jaar in de raad, waarvan 18 in het college, kan ik uit de eerste hand getuigen dat de raad met ongelijke wapens vecht. Geen statuut voor de raadsleden, om hun taak minstens deeltijds uit te oefenen. Geen statuut voor de voorzitter van de raad, hoogstens dubbel presentiegeld. Enkele medewerkers per fractie, tegenover goed bestafte kabinetten.

Met steeds complexere en meer technische dossiers wordt de raad steeds verder in het defensief gedrongen. Met zijn allen volgen we dapper commissies en gemeenteraden, soms letterlijk tot diep in de nacht. Enkele weken geleden nog hebben we maar liefst zeven uur commissie gehad, tot kwart voor twee ’s nachts. Met zware dossiers, die een grote impact hebben op onze burgers. En dat na een gewone werkdag.

Het nieuwe decreet heeft geen soelaas gebracht. Allerlei regels voor de zowat rechtstreekse verkiezing van de burgemeester, de winnaar van de populariteitspoll. Regeltjes voor decumul, voor mandaten in gemeentelijke agentschappen en intercommunales, gemeenzaam de ‘postjes’ genoemd. Nauwelijks nog te volgen, naast de gemeenteraden en commissies, terwijl het daar over zeer technische en essentiële zaken gaat, die alle burgers aanbelangen en die raken aan het fundament van de publieke dienstverlening.

De nutssector (netwerken van elektriciteit, gas, water en data) alleen al handelt om meer dan 25 miljard euro publieke assets, eigendom van ons allemaal, van de gemeenschap. Niet iets om als lokale bestuurder licht over te gaan. Maar de bestuurders moeten het zelf maar uitzoeken, gelukkig met de steun van een competent management. Maar de democratische controle? Moeilijk te doen, zo na de uren als veredelde hobby.

Gemeenteraadsverkiezingen gaan al lang niet meer over de gemeenteraad, maar over wie burgemeester wordt. De OCMW-raad, die valt al helemaal tussen de plooien. Moeten we de hand ook in eigen boezem steken? Natuurlijk. De debatten zijn verre van spits, verdrinken in details, gaan zelden over strategische lijnen. Het gemeentelijk budget is sinds de invoering van de BBC haast onleesbaar geworden.

De simpelste manier om de democratische controle lam te leggen is ‘information overflow’. Stuur nog een paar megabytes aan nota’s door, dan zijn we heel transparant. De raadsleden verdrinken in informatie, bureaucratische modellen en theoretisch gewauwel. Lokale politiek gaat steeds minder over, wel ja, politiek. Daarnaast heb je ook nog de burgerinspraak, waartegen de gemeenteraad het ook al moet afleggen. De colleges hebben ontdekt dat de gemeenteraad gemakkelijk te omzeilen is door rechtstreeks in contact te treden met actiecomités, burgerplatforms en dergelijke. De gemeenteraad staat erbij en kijkt ernaar.

Tegelijk wordt elk politiek debat gesmoord in vuistdikke bestuursakkoorden, die als onaantastbare bijbel gelden en waar te pas en te onpas naar wordt verwezen. Ook hier geldt alleen de wet van de particratie, en elke dissidentie of dissonant in de meerderheid is een risico op machtsverlies. Dat de bestuursakkoorden van 2018 en de meerjarenplanningen van 2019 sinds een jaar compleet irrelevant zijn en achterhaald door corona, doet er zelfs niet meer toe. Ze blijven onwrikbaar van kracht, zoals de Kerk pas vier eeuwen na Copernicus officieel wou toegeven dat de aarde toch rond de zon draait en niet andersom.

Binnenkort lanceren we onze nota Burgerparticipatie. Wel in samenspraak met, maar niet vanuit het college. Rechtstreeks vanuit de gemeenteraad. In die zin is het trouwens logisch dat nauwelijks twintig gemeenten een dossier indienden bij de oproep van 2019 door de Vlaamse overheid en de VVSG. Zo’n oproep lanceren wanneer de raden net geïnstalleerd zijn, de nieuwe voorzitters hun weg aan het zoeken zijn en er nog een potje armworstelen met het college aan de gang is, is eigenlijk toegeven dat men niet echt geïnteresseerd is in ernstige voorstellen. Een zoethoudertje en een schaamlapje. Als men het ernstig meent, dan lanceert men zo’n oproep in het tweede jaar van de legislatuur, zodat de voorzitter van de gemeenteraad (in de nog overblijvende vrije tijd ergens in de nachtelijke uren) even kan nadenken en een gedegen plan uittekenen.

Beste Filip, we zijn het met je eens dat alleen een decretaal initiatief, dit keer om de gemeenteraad te versterken, aan de orde is. Dat betekent inderdaad een deftig statuut, wetende dat de populistische commentaren zullen volgen. Waarom niet met minder, maar beter omkaderde raadsleden? Met rechtstreekse aansturing van controlerende diensten door de raad, niet door het college. Met een aparte griffier, los van de algemeen directeur die ook het college dient en tegelijk ‘CEO’ van het ambtelijk apparaat is. Met meer mogelijkheden om als raad, los van het college, met burgers in dialoog te gaan. Met het wieden in de wildgroei van tussenstructuren. Met collegeleden die geen deel uitmaken van de raad, zoals de ministers ook geen deel meer uitmaken van het parlement.

De democratie heeft inderdaad versterking van onderuit nodig, in de verkozen organen. (Het college is dat dus niet.) We wachten dus op initiatieven uit het Vlaams Parlement. Het zijn immers de wetgevende organen die elkaar moeten versterken. Je kunt dit, in alle ernst, moeilijk verwachten van de uitvoerende macht, laat staan van de partijvoorzitters. We zijn dus bereid om te vechten, te werken, te debatteren. Als democraten. Uit liefde en respect voor de instellingen. We zijn er ons van bewust dat er heel veel terrein te heroveren is op de particratie en de uitvoerende macht. Maar dat mag ons niet afschrikken. Onze burgers, onze kiezers, zijn onze bondgenoten in deze strijd.

Alleen met sterkere democratische organen, om te beginnen de gemeenteraad, vermijden we een opeenvolging van populistische ‘sterke’ mannen en vrouwen, die louter uit zijn op eigen macht en aanzien. We moeten bereid zijn om daarin te investeren, maar ook om het uit te leggen aan onze burgers. In Gent proberen we, over de partijgrenzen en de grenzen van meerderheid en oppositie heen, het democratische debat te versterken. Naar stijl en naar inhoud. Met vallen en opstaan. Maar altijd met de focus op de versterking van de lokale, representatieve democratie. Overigens, altijd welkom om een kijkje te nemen. Binnenkort zijn de cafés aan het stadhuis weer open.

 

Christophe Peeters, ondervoorzitter van de Gemeenteraad en de OCMW-raad Stad Gent
Voor Lokaal 03 | 2021

 

Brieven geschreven uit liefde voor het lokale bestuur en de lokale democratie publiceren we graag in Lokaal. Stuur ze naar lokaal@vvsg.be.