Gezin in lockdown

Samir en Tufaha, beide 50, runnen een groente- en fruitwinkeltje in de oude stad van Aleppo. Dan breekt de hel los. Ze slaan op de vlucht, en komen in 2016 met hun 8-jarige tweeling Lubna en Mahmoud in België terecht. Mahmoud is volledig zorgbehoevend. Hij kan enkel liggen en lijdt aan chronische spiercontracties. Lubna is mobieler, maar heeft eveneens doorlopend toezicht nodig.  

Linda staat bij het OCMW in voor hun trajectbegeleiding. Samir wil voltijds werken om voor zijn gezin te zorgen. In 2019 vindt Linda een fulltime betrekking voor hem bij de Kringloopwinkel. Dat wordt een succes. Het werk bevalt Samir, en hij is graag gezien door zijn collega’s.

Hoewel er voor beide kinderen op dat moment overdag opvang is bij het MPI (Medisch-Pedagogisch Instituut), blijft het een precaire situatie. Terwijl Samir werkt, staat Tufaha er alleen voor om de kinderen klaar te stomen voor de bus die de kinderen komt ophalen. Alleen kan ze dit nauwelijks aan. Zaterdagen, wanneer er geen opvang is en Samir ook de hele dag op de Kringloopwinkel is, zijn helemaal onbegonnen werk. Samir vraagt om over te schakelen op een halftijds regime om samen met Tufaha voor hun kinderen te zorgen. Zo gezegd, zo gedaan.

Dan komt de lockdown. Samir valt terug op technische werkeloosheid. De dagopvang voor Lubna en Mahmoud valt weg, inclusief alle bijkomende externe hulp waar ze tot dan gebruik van maken. Lubna en Mahmoud behoren tot de risicogroep, dus nemen Samir en Tufaha het zekere voor het onzekere. Ze doen alles zelf. Het gezin gaat er daardoor financieel sterk op achteruit.

Begin mei. De situatie normaliseert zich langzaam. Samir kan opnieuw aan de slag bij de kringloopwinkel. Linda communiceert met het gezin. Eerst via telefoon, maar het gesprek verloopt moeizaam. Dus schakelt ze over op Zoom. Dat gaat stukken gemakkelijker. Het MPI start pas eind september terug op, zo blijkt, waardoor het voor Samir onmogelijk blijft om zijn vrouw met de kinderen achter te laten. In overleg met de school, de maatschappelijk werker, en de werkplaats van Samir, wordt er besloten zijn arbeidsovereenkomst tijdelijk ‘on hold’ te zetten. Op die manier kunnen de betrokken partijen in alle rust herbekijken hoe het gezin optimaal ondersteund en omkaderd kan worden.

Het oppikken van subtiele niet-verbale communicatie is essentieel. Zonder face-to-face communicatie via Zoom was Linda er niet achtergekomen hoe moeilijk het gezin het heeft en was Samir wellicht gewoon beginnen werken zonder morren. Dat er voor de penibele omstandigheden niet enkel gehoor maar ook een oplossing is, betekent voor het gezin een enorme opluchting.

Ook het daaropvolgende overleg met alle betrokken partijen verloopt per video-conference. Welke hulp is er voorhanden zolang er geen dagopvang is? Wat daarna? Wanneer start de dagopvang opnieuw op? Op welke andere manieren kan het gezin bijgestaan worden? De school denkt mee. Linda blijft ook communiceren met de werkplaats en de personeelsdienst, of en hoe de tewerkstelling verdergezet kan worden. Welke tewerkstellingsmaatregelen zijn van toepassing; SPI-regeling (Socio-Professionele Integratie), Vlaams zorgkrediet, enz.? Veel rechten worden niet automatisch toegekend, maar moeten via een strikte procedure aangevraagd worden. De economische realiteit is hard, de tijd dringt.  

Kant en klare antwoorden zijn er niet. De zoektocht naar oplossingen gaat verder. Op korte termijn ontwikkelde zich rond het gezin een heus netwerk –quasi volledig online. Creativiteit, engagement, en doorzetten maken het verschil, ook en vooral als het wat moeilijker loopt.