Zes jongeren uit de bijzondere jeugdzorg in quarantaine_1.jpeg
Provider image

Het is vrijdag, kwart na 9. De telefoon rinkelt. Een coördinator van de studiowerking bijzondere jeugdzorg, in lichte paniek. De gesel van 2020 ontziet niets of niemand. Zes jongeren moeten meteen in COVID-quarantaine. Hoe zullen ze aan eten komen?

Het gaat om zes niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. In 2019 kwamen er een 1000-tal aan in België. De meeste van hen komen uit conflictgebieden zoals Afghanistan, Guinee, Syrië, en Eritrea. Ze wachten op de behandeling van hun dossier, op de gevreesde of verhoopte brief van de Dienst Vreemdelingenzaken.

Een paar jaar geleden startte het OCMW voor hen een huisvestingsproject. Daardoor wonen de jongeren, gemiddeld 17 à 18 jaar, jongens en meisjes, nu verspreid over twee huizen. In ieder huis zijn er drie aparte kamers, met gemeenschappelijke keuken, sanitair, en woonkamer.

Daar zorgen ze doorgaans voor zichzelf; eten, leven en leren. De jongeren zijn meestal bijzonder gemotiveerd, lopen school, pikken snel Nederlands op, en klussen hier en daar bij. Belangrijkste uitgave: smartphone. Belangrijkste bezigheid: contact houden met het thuisfront, familieleden zoeken die her en der verspreid geraakt zijn, vermist, of erger. Voor hen zijn het ook zonder COVID ongewone tijden.

Eentje van hen valt ziek. Een tweede test positief. Naar de winkel gaan kan niet meer. Er moet snel geschakeld worden, maar een aantal personeelsleden zit ook ziek thuis. De officiële voogd die hen wordt toegewezen woont niet noodzakelijk in dezelfde gemeente, soms zelfs aan de andere kant van het land. Waar hun volgende maaltijd vandaan moet komen is een raadsel. 

De traiteur van het zorgbedrijf heeft Schnitzel met bloemkool en patatjes, pensen met rode kool, gehakt balletjes in tomatensaus en spruitjes op de menukaart. Het is een noodsituatie, maar varkensvlees lijkt bijzonder onaangepast. Mogelijk alternatief: een hip deliverybedrijf levert halloumi burgers, currysoup en kaassausgerechten, per bakfiets!

Soms kan een oplossing niet wachten. Er moet gegeten worden, beslissingen getroffen, nog voor het weekend, ongehinderd door handelingsplannen of verantwoordingsstructuren. In zo’n geval moet de maatschappelijk werker na een briefing van vijf minuten de volle vrijheid krijgen om een creatieve oplossing uit te werken en te implementeren. Op het einde van de dag de laptop dicht, met een voldane zucht fluisterend: ‘mission accomplished’. Een dag later bij moeten sturen is beter dan hangen blijven in een besluiteloos kluwen van procedures.

In dit geval zijn het de jongeren zelf die een oplossing aanreiken. Aangezien ze niet buiten mogen wordt er voor hen samen met een vrijwilliger inkopen gedaan. Qua tafelen houden o.a. de Afghanen het graag eenvoudig. Ze hebben een boontje voor bonen. Ieder geeft zijn voorkeur door. Gekookt en gegeten, ieder naar eigen meug. Soms is de eenvoudigste oplossing de beste.