2022Lokaal01 - Solidariteit.png
Provider image

Eén jaar, één dorp, duizend handen: dat is de slagzin waarmee het solidariteitsinitiatief 1000 Handen heel snel middelen en werkkracht wist te mobiliseren bij burgers, bedrijven en overheden voor hulp in het door watersnood vernielde Trooz. Ook lokale besturen van de Turnhoutse stadsregio lieten zich vlot inschakelen. Sleutels hiertoe waren menselijke hulpvaardigheid maar ook een duidelijk afgelijnd concept, dat bovendien vlot kopieerbaar lijkt.

Overstromingen lieten de voorbije zomer een spoor van vernieling achter in het zuiden van België. Gemeenten in de Vesdervallei in Luik werden extra hard getroffen. Ook al zijn er financiële middelen te verwachten van verzekeringen en het Rampenfonds, tussenkomsten van overheden en schenkingen, zonder hulp van vrijwilligers zal het herstel van lokale gemeenschappen, huishoudens en natuur jaren duren. Wie bouwt de regio effectief weer op? Als antwoord op die vraag kreeg in de regio Turnhout op initiatief van armoedeorganisatie De Frakstok op korte tijd de vzw 1000 Handen vorm. 1000 Handen schaart zich rond het engagement om over één jaar, één dorp in het getroffen gebied herop te bouwen. De vzw heeft de steun van Turnhout, Oud-Turnhout, Vosselaar en Beerse, de vier lokale besturen die samen de stadsregio Turnhout vormen. Ze coördineert de acties van de vier gemeenten, tientallen bedrijven, verenigingen, serviceclubs en honderden individuele vrijwilligers.

 

Solidariteitsmodel in kaart

Wat inspireert en motiveert is een duidelijk afgebakend, doelgericht plan. ‘De stadsregio Turnhout adopteert in dit concept een welbepaald deel van Prayon, een deelgemeente van Trooz,’ legt initiatiefnemer en architect Luc Vanhout uit. ‘In de gemeente Trooz liggen zes zwaar getroffen zones. Wij concentreren ons op één kavel, één dorpskern met een 200- tal huizen en gemeenschapsinfrastructuur. De achterliggende gedachte is dat hulp bij wederopbouw maximaal rendeert en efficiënt is, als alle actoren binnen de adopterende regio, zowel publieke als private, één op één in verbinding worden gebracht met hun collega’s of tegenhangers in de geadopteerde zone. Door de omvang van de werkzaamheden duidelijk te omschrijven en af te lijnen is het project voor alle betrokkenen inzichtelijk en haalbaar. En iedere individuele medewerker krijgt ook met een beperkte inspanning het gevoel deel uit te maken van een groter geheel, wat de voldoening en de motivatie vergroot.’

Het opzet kadert overigens in een breder rastermodel, ook opgemaakt door Luc Vanhout en zijn collega’s, dat het mogelijk maakt individuele kavels in het rampgebied toe te wijzen aan andere adoptieregio’s elders in België. Het concept is dus opschaalbaar, en kopieerbaar voor nieuwe solidariteitsacties tussen lokale besturen en andere delen van het getroffen gebied.

 

Het hart van de gemeente weer doen kloppen

‘De bevolking en het bestuur van Trooz stelden dat onze manier van werken hoop geeft en dat we door de acties die we ondertussen hebben geleverd, de gemeente weer een menselijk gezicht hebben gegeven,’ zegt Luc Vanhout nog. De planmatige en integrale werkwijze van 1000 Handen maakte het gemakkelijk en evident voor de vier lokale besturen om mee in het initiatief te stappen, diverse hulpacties op hun grondgebied ernaar te kanaliseren en de coördinatie ervan te ondersteunen. Dat beaamt zowel burgemeester Paul Van Miert van Turnhout als Marc Boeckx, administratief coördinator van de stadsregio Turnhout. Beiden verwijzen ze ook naar Steven Struyven, ingenieur en hoofd van de technische dienst van de gemeente Vosselaar, als de man die het engagement van de lokale besturen in 1000 Handen in een stroomversnelling bracht.

‘De bal ging aan het rollen, toen burgemeester Gilles Bultinck me nog in de zomer de vraag van vzw De Frakstok doorspeelde om samen met een delegatie van 1000 Handen het terrein in Trooz te gaan bezoeken,’ vertelt Steven Struyven. ‘Op dat moment liep er al overleg in het managementteam over mogelijke hulpacties die onze gemeente kon ondernemen.’ Hij ging. De verwoesting die hij ter plaatse aantrof, tartte elke verbeelding. ‘Je beseft de werkelijke omvang van de schade pas wanneer je ze met eigen ogen ziet,’ zegt hij.

‘Naast huizen en gebouwen was ook al het werkmateriaal van de gemeentelijke diensten volledig vernield. Bij het personeel was er veel uitval. De ontreddering bij de inwoners en de overheden was compleet. Ik bekeek de toestand vanuit praktisch oogpunt, als mens maar ook vanuit mijn functie bij de technische dienst. De hoogdringendheid van noodhulp kon niet directer duidelijk worden. Geld op zich was niet het grootste probleem, het ging vooral om de snelle inzet van materiaal en menselijke capaciteit. Plaats je als overheid bestellingen voor nieuw materiaal, dan moet je dikwijls rekenen met leveringstermijnen van meerdere maanden. Bovendien zijn in de regio installateurs en bedrijven die kunnen bijspringen, veel schaarser dan hier.’

 

Nadruk op gemeenschapsinfrastructuur

Weer thuis voedden de presentaties van Steven Struyven over de situatie in Trooz het overleg zowel in Vosselaar zelf als met de diensthoofden en burgemeesters van Turnhout, Oud-Turnhout en Beerse. Op enkele weken tijd kwam er een concreet plan tot stand voor gemeentelijke inbreng in 1000 Handen. ‘Het is logisch dat we ons vanuit de gemeentebesturen toelegden op de wederopbouw van publieke infrastructuur, eerder dan op herstelling van woonhuizen en hulp aan individuele gezinnen,’ legt Steven Struyven uit. ‘Die aflijning maakt het ook voor de lokale besturen duidelijker en meer becijferbaar. Ons hoofddoel was en is de gemeente te ondersteunen in haar gemeentelijke taken.’

De hulp van stadsregio Turnhout concentreerde zich in Prayon daarom op de heropbouw van de sporthal, de trouwzaal en een deel van het gemeentehuis en de heraanleg van het omliggende park en speelterrein: infrastructuur die ervoor zorgt dat het gemeenschapsleven weer op gang kan komen, en die bovendien kan worden gebruikt voor noodhuisvesting. Voor die opdracht konden de vier gemeentebesturen in onderling overleg een overzichtelijke takenlijst opstellen met bijbehorende timings, en afspraken op papier zetten over de inzet van mensen, middelen en werktijd, en de coördinatie op het terrein.

‘We brachten zo’n achttien werkdagen in Prayon door met gemiddeld zes medewerkers uit onze vier gemeenten,’ zegt Steven Struyven. ‘Machines, werktuigen, gereedschap en materiaal brachten we allemaal zelf mee, om volledig onafhankelijk te kunnen werken en de plaatselijke diensten zoveel mogelijk te ontlasten. Zo kregen we de sporthal, de trouwzaal en het park tegen eind oktober gebruiksklaar.’ Dan nog was de vrijwillige, onbaatzuchtige inbreng van particuliere firma’s en vakmensen, installatiebedrijven en studiebureaus uit het netwerk van 1000 Handen van onschatbare waarde voor de voltooiing van het gemeentelijk project. ‘Zij zorgden voor de dieplader waarmee we de kraan van de gemeente Vosselaar konden vervoeren, leenden de zaaimachine uit die we zelf niet hadden om het park van Prayon in te zaaien, schonken verwarmingsketels, stopcontacten en keukenelementen voor de sporthal,’ weet Steven Struyven. ‘Zonder hen was het ons niet gelukt.’

 

 

Het vervolg?

In afwachting van verdere gemeentelijke actie volgen de besturen van stadsregio Turnhout de werking van 1000 Handen mee op via de vergaderingen van het burgerinitiatief. Ondertussen blijven vrijwilligers op het terrein werken. —

 

Pieter Plas is hoofdredacteur van Lokaal
Voor Lokaal 01 | 2022

 

Het opzet, het relaas en de voortgang van de solidariteitsacties van 1000 Handen zijn te lezen en te bekijken via www.1000handen.be en www.facebook.com/1000handen.be. Steven Struyven hield op de Facebookpagina ook een dagboek bij van de gemeentelijke werkzaamheden.