2102 in contact met kennisnetwerk_1.png
Provider image

Ook al ging er nog zoveel aandacht naar de COVID-pandemie, niemand kon in 2020 naast de klimaatproblematiek kijken. De Vlaamse regering ziet de lokale besturen als een belangrijke partner in het klimaatbeleid. Ze vertrouwde de VVSG de opdracht toe de lokale besturen te ondersteunen om een ambitieus klimaatbeleid te voeren. Op 4 december 2020 ging het VVSG-Netwerk Klimaat van start.

2020 was in België het warmste jaar ooit sinds de start van de metingen. Wereldwijd zat 2020 in de top 3, we beleven het warmste decennium ooit. De droogte in de zomer confronteert iedereen met de nadelen van de klimaatopwarming. Extreme bosbranden teisterden zowel Australië als de VS en zelfs de toendra in Siberië. Hoog tijd om de hand aan de ploeg te slaan, en de lokale besturen doen dat ook. 269 gemeenten ondertekenden het Burgemeestersconvenant 2020 en de ondertekeningsronde voor de opvolger BC 2030 loopt op volle toeren.

 

 

Vier speerpunten

Om tegen 2050 de omslag naar een fossielvrije samenleving te kunnen maken zijn vier speerpunten noodzakelijk. De belangrijkste is energieefficiëntie: elke kWh die niet verbruikt wordt, is pure winst. Op dit moment zijn minder dan tien procent van de gebouwen klaar voor klimaatneutraliteit. De renovatiegraad moet dus verveelvoudigd worden, wat ook goed is voor de lokale economie.

Daarnaast is er natuurlijk hernieuwbare energie: alle energie op aarde komt uiteindelijk van de zon, de uitdaging is om de energie die we vandaag krijgen om te zetten in een bruikbare vorm. Nu halen we de zonne-energie van miljoenen jaren geleden in de vorm van fossiele brandstoffen uit de grond. Een derde speerpunt is warmte. Zestig procent van de energie die we in Vlaanderen verbruiken, verbruiken we in de vorm van warmte. En als laatste is er het belangrijke thema van de mobiliteit. Die moeten we beschouwen als een dienst (MAAS: Mobility As A Service) in plaats van het normaal te vinden dat iedereen een eigen auto nodig heeft.

 

 

Vier werkprincipes

Het Netwerk Klimaat wil op lokaal niveau werk maken van deze vier speerpunten. Dat willen we doen voor en met de gemeenten. De Vlaamse regering koos weldoordacht voor de VVSG om deze opdracht vorm te geven, omdat niemand beter vertrouwd is met de gemeentelijke werking. Het Netwerk wil de tussenschakel zijn die niet alleen gemeenten ondersteunt en stimuleert in hun klimaatambitie, maar die ook knelpunten (zoals in wetgeving) aankaart bij de Vlaamse overheid. Het Netwerk Klimaat wil een open netwerkorganisatie zijn. De medewerkers zijn niet zelf in alles specialist, ze willen wel de specialisten die de lokale besturen nodig hebben, weten te vinden. Daarom is het de bedoeling in een open netwerk met tal van partners, zowel publieke als private, samen te werken.

Een derde basisprincipe is complementair werken. In het thema klimaat is het niet eenvoudig om nog door de bomen het bos te zien. Het Netwerk Klimaat wil de lokale besturen daarbij helpen, niet door zelf nog een extra boom te worden, want wat iemand al succesvol doet, herhaalt het Netwerk Klimaat niet. Het streefdoel is de dienstverlening van de verschillende actiegericht werken. Verwacht geen dikke boeken, maar een praktische, doelgerichte werkwijze. De ondersteuning moet erop gericht zijn de realisaties op het terrein te ondersteunen en te vergemakkelijken.

 

 

De plannen

Voor dit project, met momenteel een looptijd van vier jaar, krijgt de VVSG jaarlijks 1 miljoen euro, de ene helft bestemd voor personeelskosten, de andere helft voor de werking, waaronder ook studieopdrachten. Die centen komen uit het Vlaamse Energiefonds, waardoor de werking van het Netwerk gericht is op klimaatmitigatie, en niet zozeer op adaptatie.

Voor de structurele dialoog met en tussen steden en gemeenten, de Vlaamse overheid en intercommunales en provincies zal het Netwerk Klimaat regionale en thematische overlegtafels organiseren, voorlopig uiteraard digitaal.

In een praktijkendatabank worden inspirerende projecten gebundeld, maar besturen kunnen er ook standaardpakketten van interessante acties vinden die ze kunnen overnemen. Het Netwerk Klimaat zoekt ook naar financieringsmogelijkheden voor ambitieus lokaal energiebeleid. Hiervoor realiseert het samen met steden en gemeenten doorbraakprojecten die na een eerste uitrol ook elders in Vlaanderen ingang kunnen vinden. Ook aan data en andere tools wordt gewerkt.

 

 

Energiebesparing gemeentelijk patrimonium

In het thematische werkprogramma worden jaarlijks werven vastgelegd. In 2021 is dat onder meer energiebesparing in het eigen gemeentelijk of stedelijk patrimonium. Veertig procent minder broeikasgassen produceren in 2030 tegenover 2015 en elk jaar een primaire energiebesparing van 2,09 procent, dat vraagt de Vlaamse regering aan de lokale besturen. Monitoring is de eerste stap, daarnaast wordt gemikt op een langetermijnvastgoedstrategie om het energieverbruik structureel te beperken. Hiervoor biedt het project Sure2050, getrokken door het Vlaams Energiebedrijf (VEB), een kader. Zestig gemeenten nemen er al deel aan.

Het gemeentelijk patrimonium bestaat ook uit de openbare verlichting en het wagenpark. De verledding van openbare verlichting is een programma dat onder impuls van Fluvius al volop uitgevoerd wordt.

 

 

 

Kader voor opmaak lokale warmteplannen

Warmte is tot nu toe onderbelicht in het klimaatbeleid. Collectieve warmtenetten, met bij voorkeur gebruik van restwarmte en/of hernieuwbare warmtebronnen, zijn een belangrijk instrument om stappen vooruit te zetten. Tijdens het aanbod van een ontwerpwarmtezoneringsplan kunnen alle gemeenten over dit thema nadenken, en bij voorkeur natuurlijk ook actie ondernemen. Net zoals de zoneringsplannen voor riolering bestaan, moet zo’n plan aangeven waar een verwarmingssysteem het best collectief dan wel individueel aangelegd wordt. Elke gemeente krijgt ook een aanspreekpunt binnen het VVSG-team van het Netwerk Klimaat. •

 

Maarten Tavernier is coördinator Netwerk Klimaat bij de VVSG
Voor Lokaal 02 | 2021