2021Lokaal10 - Restwarmte uit afvalverwerking.png
Provider image

De verwarming van gebouwen van alle slag slokt veel energie op. Hier valt qua klimaat dus nog veel vooruitgang te boeken. Maar eenvoudig is dat niet. Het is bijvoorbeeld onmogelijk op korte termijn alle woningen te renoveren waar de energetische kwaliteit niet optimaal is. Inzet van restwarmte uit afvalverbranding kan dan de uitkomst zijn.

Het belang van warmte binnen de energiemix is moeilijk te overschatten. Ruim 60% van die mix – uitgaande van de combinatie gas/elektriciteit – wordt gebruikt voor de verwarming van gebouwen: zowel woningen als tertiaire en industriële gebouwen, inclusief verwarming van water. Om onze samenleving klimaatneutraal te maken zullen er op dat vlak flink wat maatregelen nodig zijn. Renovatie van het patrimonium is er daar een van. Tegelijk is de energetische kwaliteit van dat patrimonium in Vlaanderen vrij laag; een groot deel ervan zal ook in 2050 nog bestaan, en op zichzelf niet in staat zijn de klimaatdoelen te bereiken.

Collectieve warmtevoorziening zal daarom aan betekenis winnen, zeker in buurten waar doorgedreven renovatie van woningen te duur is. En laat het nu net de Vlaamse afvalintercommunales zijn die hierin een belangrijke rol te vervullen hebben. Zij investeerden in het verleden in verwerkingscapaciteit voor de verbranding van niet-recycleerbaar afval, dat blijft bestaan ondanks alle inspanningen qua preventie en selectieve inzameling. Hun installaties produceren bij die verbranding altijd elektriciteit. Tegelijk zijn ze in veel gevallen de katalysator voor de ontwikkeling van een lokaal warmtenet, zodat ook de restwarmte nuttig kan worden aangewend.

 

Warmtenetten om naar op te kijken

Neem de installatie van ISVAG te Wilrijk, die vandaag drie megawatt warmte levert aan een bedrijventerrein in hun buurt (Terbekehof). Onder meer het bedrijf Essers neemt er warmte af, en in het voorjaar van 2021 zijn bijkomende afnemers aangesloten op het warmtenet. Ze plannen er een vernieuwing van de installatie. Daarbij zou het warmtenet fors worden uitgebreid, zodat meer dan vijftig megawatt aan warmte nuttig gebruikt kan worden. Dat komt overeen met het jaarlijks verbruik van ongeveer 40.000 gezinnen. Het nieuwe warmtenet zou daarbij leveren aan de wijk Nieuw-Zuid, Blue Gate Antwerp, sociale woonprojecten, nieuwe woonwijken in de buurt, maar ook aan bedrijven zoals Agfa Gevaert en Bekaert en ziekenhuizen zoals het UZA.

MIROM Roeselare zet al jaar en dag sterk in op warmtenetten. In 2016 en 2018 waren er forse investeringen om het oorspronkelijke warmtenet, in dienst sedert 1986, in omvang te verdubbelen. In 2019 volgde nog een uitbreiding naar nabijgelegen sites met groenteteelt en warmtebehoefte. In 2020 was er ook hier invloed van corona. De tijdelijke sluiting van aangesloten scholen, zwembaden en sportinfrastructuur leidde tot een daling van de afname in dat type gebouwen. Dat werd evenwel goedgemaakt doordat er in 2019 andere afnemers bij waren gekomen die in 2020 volledig operationeel werden. Zo werd 2020 toch nog een recordjaar voor de installatie wat betreft geleverde warmte. De komende jaren verwachten ze een verdere toename, omdat er nog heel wat nieuwe projecten in de steigers staan. Daarbij zitten ook innovatieve praktijken zoals koelen via het warmtenet.

‘Het warmtenet is een van de vier pijlers in het klimaatprogramma van de stad Roeselare,’ vertelt burgemeester Kris Declercq. ‘Het is heel belangrijk om volop in te zetten op duurzame warmtebronnen, zoals het warmtenet, om daarmee de CO2 -uitstoot te verminderen. Als stad geven we zelf ook het goede voorbeeld. Ons nieuwe stadhuis dat in de steigers staat, wordt het duurzaamste stadhuis van Vlaanderen en het zal ook aangesloten worden op het warmtenet. Daartoe wordt een nieuwe tak van het warmtenet aangelegd in het centrum en zullen ook andere gebouwen in dat stadsdeel de kans krijgen om gebruik te maken van het warmtenet. Momenteel beschikken we over negentien kilometer warmtenet, er is nog twee kilometer bij gepland.’

 

Restwarmte reikt ver

In Harelbeke verwerkt IMOG huishoudelijk en bedrijfsafval. Naast elektriciteit produceert het warmte, die het in eerste instantie gebruikte voor de eigen infrastructuur maar ook leverde aan een nabijgelegen bedrijf dat er betonwelfsels mee produceert en droogt. Op die manier spaart het bedrijf in zijn industrieel proces jaarlijks 130.000 liter stookolie uit. De gemeente Kuurne besliste voor de ontwikkeling van de nieuwe wijken Groeninghe Ververij en Leieboorden warmtenetten in te zetten voor de verwarming van 700 woningen. ‘In het najaar van 2011 was er een klein krantenartikel waarin het idee restwarmte van IMOG te gebruiken werd geschetst,’ zegt Annelies Vandenbussche, schepen van Energie.

‘Dat leek toen ondenkbaar, maar ondertussen wordt Kuurne steevast gebruikt als pionier, want we hebben het warmtenet via een onderboring van de Leie tot in Kuurne gebracht, een uniek technisch huzarenstukje. We willen deze pioniersfunctie voortzetten en in de toekomst ook eigen publieke gebouwen aansluiten.’ In 2016 startte Eandis met de aanleg van 6,6 kilometer geïsoleerde leiding om de warmte van de installatie naar de nieuwe wijken te brengen. De stad Harelbeke plant op haar beurt verschillende belangrijke stadsvernieuwingsprojecten en wil ook hier nuttig gebruik maken van de restwarmte van de verbrandingsinstallatie van IMOG. Zo wil de stad eigen gebouwen aansluiten en bouwpromotoren zoveel mogelijk aanmoedigen dat voorbeeld te volgen.

Daarnaast overweegt IMOG om restwarmte via containers of per schip te transporteren. Daarbij slaat men de energie op in een transportmedium (water of natriumacetaat), op een temperatuur van ongeveer 95°C om dat vervolgens te vervoeren binnen een relatief beperkte afstand. Zo kan men het leveren bij een afnemer waar het net nog niet voorbijkomt. Men kijkt daarvoor vooral naar gebouwen of installaties met een continu warmteverbruik, zoals zwembaden, grote openbare gebouwen of waterzuiveringsinstallaties.

 

Klimaatuitdaging: uitstoot verminderen

Het warmtenet Brugge van afvalintercommunale IVBO is een pionier bij de warmtenetten in Vlaanderen. Het werd in 1982 aangelegd tussen de afvalverbrandingsinstallatie van IVBO, AZ St.-Jan en het Penitentiair Centrum Brugge (PCB). Daarnaast werden een bijkomende tak en bijkomende verbruikers (o.a. bedrijven, tertiair, residentieel) aangesloten. Het net is evenwel dringend aan vernieuwing toe, al levert het jaarlijks nog 45 GWh en heeft het in zijn huidige levensduur al een equivalent van 260.000 ton CO2 bespaard. De stad Brugge wil het warmtenet een belangrijke rol geven in zijn plannen om de klimaatdoelstellingen te bereiken en de stad CO2 -neutraal te maken.

Daarom ligt nu een renovatieproject op tafel voor het vervangen van de kern van het bestaande net. Daarbij zou men extra mogelijkheden voor afzet willen opnemen. Het voorstel mikt op een potentiële verhoging van het vermogen van 15 MW vandaag tot 35 MW in de toekomst. De 45 GWh die vandaag geleverd wordt, kan opgetrokken worden naar 70 GWh en zelfs tot 90 GWh, mits ingezet wordt op bijkomende warmtetakken van lagere temperatuur en/of bijkomende potentiële warmtebronnen in de buurt. De warmtevraag voor gebouwenverwarming in Brugge bedraagt ruim 1000 GWh.

Het uitgebreide warmtenet zou zo kunnen instaan voor bijna 10% van de gebouwenverwarming in Brugge, wat door zijn historisch patrimonium (stadhuis, belfort…) niet of erg moeilijk CO2 -arm verwarmd kan worden met bijvoorbeeld warmtepompen. Schepen Minou Esquenet: ‘Onze steden klimaatneutraal maken is overal een uitdaging, maar een middeleeuwse binnenstad als Brugge fossielvrij verwarmen is nog een ander paar mouwen. Wij zijn daar om gestart met de opmaak van een warmtezoneringskaart, als eerste stevige stap om de visie en het beleid betreffende duurzame warmte voor Brugge richting te geven en wetenschappelijk te onderbouwen én een kompas te vormen voor toekomstig ruimtelijk beleid. Uit de studie, uitgevoerd door Kelvin Solutions, blijkt dat een warmtenet met een duurzame warmtebron kostenefficiënter is dan een diepgaande renovatie van de hele binnenstad. Brugge voert momenteel een haalbaarheidsstudie uit voor een dergelijk warmtenet.’

Ook andere afvalintercommunales gebruiken de restwarmte van de verwerking van niet-recycleerbaar afval. Zo levert het warmtenet van Oostende restwarmte van de afvalverbrandingsinstallatie IVOO voor de verwarming van appartementsgebouwen en openbare gebouwen. IVAGO verwerkt jaarlijks ongeveer 100.000 ton brandbaar huishoudelijk afval en levert, naast elektriciteit aan het openbare net, warmte aan het Universitair Ziekenhuis Gent en het ernaast gelegen bedrijf Eastman. Vaak kijkt men continu naar bijkomende mogelijkheden die zich in de toekomst kunnen aandienen.

Het voorbeeld van de stad Brugge illustreert hoe lokale warmtezoneringsplannen een essentiële rol spelen in de verdere ontwikkeling van warmtenetten. Die plannen zullen scherper duidelijk moeten maken waar collectieve warmtevoorziening noodzakelijk is om de klimaatdoelen te bereiken. Afvalintercommunales met eigen verwerkingsinstallaties hebben daar alvast niet op gewacht. Ze leveren vandaag naast elektriciteit al heel wat restwarmte en helpen zo de CO2 -uitstoot structureel te verlagen. •

 

Christof Delatter was medewerker bij Interafval en waarnemend directeur omgeving VVSG tot 31 juli 2021
Voor Lokaal 10 | 2021