2021Lokaal06 Warmtekaart_hoogstraten.png
Provider image

Voor zijn vijfjaarlijkse rapportage aan Europa ging het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap op zoek naar zoveel mogelijk relevante data. Het resultaat is een veel fijnmaziger set van data waarmee je als stad of gemeente voor je eigen lokale warmtebeleid aan de slag kunt gaan.

Op Geopunt staan onder het thema ‘Energie’ tien verschillende kaartlagen onder ‘warmtekaart 2019’. De interessantste is ‘warmtevraagdichtheid kleingebruikers’: daar vind je per straatsegment (tussen minstens vijf gebruikers en over maximaal 200 meter) de grootte van de warmtevraag per meter terug, berekend vooral op basis van het gasverbruik. Dat kan gecombineerd worden met ‘warmtevraag grootverbruikers’: met stippen worden de grote warmtegebruikers zoals kmo’s, winkels of appartementsgebouwen weergegeven. Die twee kaartlagen geven een goede indicatie van in welke gebieden je de warmtevoorziening collectief zou kunnen regelen en zo verduurzamen. De meeste woningen en gebouwen worden nu immers verwarmd met fossiel aardgas, een brandstof die op termijn moet verdwijnen als we klimaatneutraal willen worden.

Statistische gegevens zoals het aantal energie-intensieve bedrijven in een straal van vijf kilometer met mogelijk een vraag/aanbod van restwarmte proberen ook een zicht te geven op het aanbod van warmte. Maar een volledige dataset hierover is spijtig genoeg niet beschikbaar. Vraag en aanbod matchen vraagt lokaal zoek- en maatwerk, vandaar dat lokale besturen het meest geschikt zijn om hiermee aan de slag te gaan.

Er zijn ook kaartlagen met een overzicht van de bestaande en geplande warmtenetten, elektriciteitscentrales en afvalverbrandings- en warmtekrachtkoppelingsinstallaties. Deze laatste zijn ook potentiële restwarmtebronnen.

Het VVSG-Netwerk Klimaat zal op dit materiaal voortbouwen om aan alle 300 lokale besturen in Vlaanderen een ‘inspiratiekaart warmtezonering’ aan te bieden. Die vormt dan een goede basis om zelf een warmtezoneringskaart en warmtevisie voor het eigen grondgebied te ontwikkelen. Warmte is immers goed voor zestig procent van ons totale energieverbruik, dus een belangrijker aandeel dan elektriciteit.

Voor de methodiek laten we ons inspireren op de zoneringskaarten die een decennium geleden voor riolering opgemaakt werden: ook nu gaan we op basis van parameters zones afbakenen naargelang een keuze voor het collectief (via een warmtenet) of het individueel voorzien van warmte meer of minder voor de hand ligt. We richten onze blik op 2050, en dus op warmtevoorziening zonder fossiele brandstoffen. We houden hierbij rekening met het feit dat warmtenetten zullen evolueren en op steeds lagere temperaturen zullen functioneren, waardoor ook warmtebronnen op lagere temperatuur kunnen worden benut. Dat biedt dan meteen de mogelijkheid om in de zomer ook koeling te leveren. Een mooi voorbeeld hiervan is te vinden in de Nederlandse stad Heerlen, zoals te lezen was in het aprilnummer van Lokaal.

De inspiratiekaart warmtezonering moet een handige en overzichtelijke tool worden waarmee de lokale besturen een eigen plan kunnen opmaken voor het grondgebied en/of concrete projecten kunnen ontwikkelen. We vragen aan de opdrachtnemer om vanuit de huidige warmtevraag (te vinden op de nieuwe warmtekaarten) de toekomstige te modelleren en te berekenen vanaf welke warmtevraag in een gebied een warmtenet energetisch en economisch zinvol is. Lokale besturen moeten verschillende functionaliteiten hebben om diverse scenario’s te simuleren. Dit wordt een uitdagende, maar heel belangrijke opdracht. •

 

Maarten Tavernier is coördinator van het VVSG-netwerk Klimaat.
Voor Lokaal 06 | 2021

Het webinar van het VVSG-Netwerk Klimaat van april zoomde in op het thema warmte.