2022Lokaal03 - Interview Prolocus pensioenfonds.png
Provider image

‘We willen een goed, betrouwbaar en transparant pensioenfonds zijn voor onze leden en zorgen voor een goed aanvullend pensioen voor hun contractanten. En we hebben de ambitie om op Vlaams niveau en op iets langere termijn een belangrijke maatschappelijke en economische rol te spelen via onze beleggingspolitiek waarin duurzaamheid een speerpunt zal zijn.’ Dat zegt Peter Sommen, gedelegeerd bestuurder van OFP Prolocus.

Peter Sommen werkte eerst voor het OCMW van Brasschaat en was gedurende dertien jaar gemeentesecretaris in Olen. Daarna stond hij als hoofd van de personeelsdienst van de Provincie Antwerpen aan de wieg van het tweedepijlerfonds Provant dat in 2009 werd opgericht, aanvankelijk voor de contractanten van de provincie. Algauw was duidelijk dat de scope van het provinciebestuur te beperkt was om voldoende efficiëntie- en effectiviteitswinsten te halen. Provant richtte zich daarom op de hele provincie Antwerpen en groeide uit tot een meer dan middelgroot pensioenfonds van honderd lokale en provinciale besturen en ruim 8000 aangesloten contractanten, en met 130 miljoen euro in beheer.

‘Omdat lokale en provinciale besturen steeds meer contractanten in dienst hebben en hun tweedepijlertoezegging beetje bij beetje toeneemt, zijn we de voorbije jaren steeds organisch blijven groeien,’ zegt Peter Sommen, gedelegeerd bestuurder van Prolocus (en vroeger van Provant). ‘Maar om aan de steeds hogere eisen van de toezichthouder FSMA te voldoen, ingegeven door Europese reglementering, waren we verplicht te zoeken naar schaalvergroting. De vraag van de VVSG om de mogelijkheden voor een samenwerking te onderzoeken, kwam op het juiste moment.’

 

Wat is de ambitie van Prolocus?
‘Onze eerste ambitie is natuurlijk een goed pensioenfonds zijn voor onze leden. Lokale besturen die aansluiten, worden betrokken in de raad van bestuur en de algemene vergadering. Als publiek fonds wordt transparantie een van onze hoofdbekommernissen. Naast de jaarverslagen en rapporteringen zullen we ook jaarlijks een transparantieverslag voorstellen, en we zullen daarover ook uitgebreid communiceren. Specifiek op het vlak van duurzaamheid bekijken we of we een heldere rapportering kunnen opzetten die aan de besturen duidelijk maakt hoe ze meewerken aan de realisatie van de SDG’s. Besturen moeten zich betrokken voelen en weten wat we doen. Dat is logisch, want we zullen hun publieke geld beleggen.’

 

Welke beleggingspolitiek zal Prolocus voeren?
‘Met Provant hadden we, en nu wordt het even technisch, een vasteprestatieplan met rente. De contractant ontvangt dan na pensionering jaarlijks een aanvullend pensioen tot de overlijdensdatum. Een pensioenfonds moet er dus rekening mee houden dat iemand lang kan leven en daarom grote reserves aanhouden. Dat risico konden we de eerste jaren van Provant afdekken door de redelijk hoge rendementen op obligaties, inkomsten waarvan we zeker waren. Dat is nu niet langer het geval, het rendement op obligaties is zelfs minder dan nul. Daarom schakelen zowat alle pensioenfondsen over op een vasteprestatieplan met kapitaal. Dat betekent dat de contractuele medewerker bij zijn pensionering een bepaald kapitaal ontvangt, eenmalig. Een fonds weet precies hoeveel kapitaal het op welk moment zal moeten uitkeren.

Tegelijkertijd wordt de beleggingshorizon veel korter, namelijk tot aan de pensionering en niet gespreid over een periode tussen pensioen en overlijden. Ligt je beleggingshorizon ver in de toekomst, dan kun je vrij dynamisch beleggen. Dat kon bij Provant. Met Prolocus passen we voor de nieuw toegetreden besturen een ander pensioenplan toe, met vaste bijdragen en een uitkering in kapitaal, tenzij de aangeslotene toch een rente vraagt. Hiervoor zullen we veel defensiever beleggen, zonder veel risico’s. Hoeveel risico’s? Onze nieuwe raad van bestuur komt wellicht in het begin van de zomer voor het eerst samen. Dan zal ook een nieuw beleggingscomité worden opgericht waarin de toegetreden lokale besturen betrokken zijn. Dat comité zal de beleggingspolitiek en de zogenaamde risicoappetijt bepalen en ook een soort duurzaamheidscharter opmaken dat onze beleggingskeuzes op hoofdlijnen zal sturen.’

‘Essentieel is bovendien dat besturen inzien dat een pensioenfonds een langetermijnverhaal is. Dat betekent dat een slechter beursjaar geen aanleiding mag zijn om ad hoc in te grijpen. Wij houden een evaluatie en mogelijk een herziening van onze beleggingspolitiek om de drie jaar, en hanteren daarbij steeds onderbouwde hypotheses, zoals de samenstelling van de populatie van het fonds.’

 

Wie belegt het geld? Doet Prolocus dat zelf?
‘Nee, dat doen twee gespecialiseerde bedrijven voor ons. Wij hoeven dus zelf geen keuzes te maken tussen Tesla- of Volkswagenaandelen… Maar dit betekent dan weer niet dat we geen bedrijven uitsluiten omdat hun activiteiten niet passen binnen de maatschappelijke voorbeeldfunctie die een overheid heeft, zoals de tabaks- of de wapenindustrie. De voorbije twaalf jaar hebben we een jaarlijks rendement van gemiddeld zeven procent gehad. Dat zullen we in de toekomst niet halen, maar dat hoeft ook niet. We zullen niet zeer assertief in de markt gaan. Prolocus zal zich overigens ook goed laten omringen met socialezekerheidsspecialisten Ria Janvier van de Universiteit Antwerpen en Inger De Wilde van de UGent, pensioenspecialisten Saskia Lommelen en An Van Damme van Nexyan en financieel expert Jan Longeval.

 

We waren nog maar bij de eerste ambitie van Prolocus, welke zijn de andere?
‘We willen uiteraard zorgen voor een goed aanvullend pensioen voor de contractanten. Prolocus biedt enkele voordelen tegenover de vroegere formule van de groepsverzekering (zie hoofdartikel, nvdr). Onze derde ambitie, en ook die van de VVSG, is om op langere termijn een belangrijke maatschappelijke en economische rol te spelen via onze beleggingspolitiek. Duurzaamheid en de duurzameontwikkelingsdoelen zijn zeer belangrijk voor de lokale besturen. Met voldoende leden en voldoende kapitaal in beheer kunnen we de maatschappij in de gewenste richting sturen. Een mogelijkheid zou zijn om alleen nog fossielvrij te beleggen. We zouden ook kunnen inzetten op de strategische verankering van sectoren die belangrijk zijn voor de lokale sector. Dat is een ambitie voor de iets verdere toekomst, maar we willen absoluut een maatschappelijke rol opnemen.’

 

Was het moeilijk om de raad van bestuur van Provant te overtuigen om voor schaalvergroting te gaan?
‘Nee, iedereen zag in dat we moesten uitbreiden om efficiënt te kunnen blijven werken. Bovendien heeft de provincie Antwerpen, naast het feit dat het een provinciale beleidslijn is gemeentebesturen te ondersteunen, er financieel voordeel bij. In 2009 heeft ze Provant 20 miljoen euro startkapitaal meegegeven. Daarvan zijn altijd de kosten van het fonds betaald en toch is dat kapitaal nu aangegroeid tot 35 miljoen euro. De transitie naar Prolocus creëert een momentum voor de provincie om dit startkapitaal te recupereren. We zijn overeengekomen met de VVSG dat de 20 miljoen euro teruggaat naar de provincie, gespreid over zes jaar.

De overige 15 miljoen euro, dat is het ondertussen opgebouwde rendement op het startkapitaal, zal dienen om gedurende de eerste drie jaar de transitiekosten naar Prolocus mee te betalen: inhoudelijk advies door consultants, de opmaak van een website, de automatisering van de gegevensdoorstroming, de hogere personeelskosten omdat we van drie naar minstens vijf medewerkers gaan enzovoort. Het restant van die 15 miljoen euro komt na het derde jaar weer terecht bij de huidige Provant-besturen. De kosten die we de nieuwe leden in de eerste drie jaar zullen aanrekenen, komen in een spaarpot. Die kan dan eventueel dienen om het definitieve jaarlijkse kostenplaatje te nivelleren naar een stabiel niveau vanaf het vierde jaar. We voorzien immers in een transitieperiode van drie jaar, bij de start van de nieuwe gemeentelijke bestuursperiode begin 2025 willen we op kruissnelheid zijn.’

 

Hoeveel zullen de kosten voor de lokale besturen bedragen?
‘1000 euro per bestuur per jaar en 10 euro per aangesloten medewerker per jaar. Die bedragen zijn gebaseerd op een raming. De investeringen die we de komende drie jaar met de oude Provant-middelen zullen doen, moeten ons efficiëntiewinsten opleveren, zodat we vanaf het vierde jaar de kosten zo laag mogelijk kunnen houden.’

 

Hoe groot wil Prolocus worden?
‘We hopen dat de besturen die bij de groepsverzekering van Belfius Verzekeringen en Ethias waren aangesloten, de overstap maken. Dan spreken we over 70.000 tot 80.000 contractanten en een jaarlijkse inleg van 60 à 70 miljoen euro. We hopen uiteraard ook lokale besturen aan te spreken die vroeger niet in die regeling stapten. Daar komen dan de vroegere Provant-leden bij met ongeveer 10.000 contractanten. Er is een intentieverklaring afgesloten om op iets langere termijn met het Vlaams Pensioenfonds te praten over samenwerking of samensmelting. De Vlaamse overheidsdiensten tellen een kleine 10.000 contractanten. Alles bij elkaar zou dat van Prolocus een van de grootste pensioenfondsen in Vlaanderen kunnen maken, met ongeveer 100 miljoen euro inleg per jaar, en tot 100.000 actieve aangeslotenen. Dan kunnen we onze maatschappelijke en economische rol ten volle spelen en kunnen we als publieke sector met één krachtige stem spreken in het tweedepijler- en pensioendebat.’ —

 

Bart Van Moerkerke is redacteur Lokaal
Voor Lokaal 03 | 2022