2022Lokaal10_opportuniteitsadvies0.png
Provider image

Lokale besturen hebben sinds 1 januari een belangrijkere rol bij vergunningsaanvragen voor kinderopvang. Een organisator is verplicht een opportuniteitsadvies te vragen aan de gemeente. Dat advies moet de organisator helpen nagaan of zijn plannen om een kinderopvang op te richten interessant en haalbaar zijn, rekening houdend met de lokale situatie. De VVSG ging op prospectie op de websites van de steden en gemeenten om te kijken hoever de lokale besturen hiermee na zes maanden staan.

Sinds begin dit jaar moet een organisator die een kinderopvang wil openen, bij het lokale bestuur aankloppen voor een opportuniteitsadvies. In dit advies geeft het lokale bestuur aan of het opportuun is op die locatie nieuwe opvangplaatsen te realiseren. De organisator moet dit advies bij de vergunningsaanvraag bij het Agentschap Opgroeien voegen. Hij moet daarbij ook aangeven hoe hij met opmerkingen in het advies van het lokale bestuur zal omgaan. Zo ontstaat er al vóór de opening van een nieuwe opvanglocatie een dialoog tussen organisator en lokaal bestuur en krijgt de organisator inzicht in eventuele problemen en kansen die het lokale bestuur ziet voor de organisator, rekening houdend met de lokale context en de stedenbouwkundige situatie.

 

Goede voorbereiding is het halve werk

Om een zorgvuldig en gefundeerd advies te geven is het belangrijk dat het lokale bestuur een procedure en criteria voor de opbouw van dit advies ter beschikking heeft en deze op de website publiceert.

Een degelijk advies komt tot stand op basis van twee belangrijke luiken: enerzijds heeft een lokaal bestuur goede inhoudelijke criteria of richtlijnen nodig, op basis waarvan het een advies kan opmaken. Aan de hand van een duurzaam kader kan het elke adviesvraag op dezelfde wijze behandelen. Het advies moet een antwoord bieden op de vraag of het een goed idee is dat de organisator op die locatie nieuwe opvangplaatsen realiseert. Anderzijds is het belangrijk dat de gevolgde procedure transparant is, zodat het voor (startende) organisatoren die advies vragen, duidelijk is hoe dit advies tot stand komt en wat er van hen verwacht wordt.

Zes maanden nadat deze nieuwe regelgeving in werking is getreden, blijkt uit een eerste zoektocht op gemeentelijke websites dat 14% van de Vlaamse steden en gemeenten een publiek toegankelijke adviesprocedure met criteria heeft. Koploper is de provincie Oost-Vlaanderen, waar bijna 20% van de gemeenten een procedure op haar website heeft klaarstaan. Bij vijf van de dertien centrumsteden vinden we de procedure.

Nogal wat lokale besturen grijpen de kans aan om als onderdeel van de adviesprocedure een kennismakingsgesprek met de (nieuwe) organisator in de gemeente te voeren. Daarin wordt gepeild naar de visie en de ervaring van de organisator kinderopvang en wordt het verloop van de procedure besproken. Lokale besturen die een dergelijk kennismakingsgesprek inrichten, zijn er erg over te spreken en beschouwen dit gesprek als een startpunt om een goede band op te bouwen met de organisator. Het is ook de plaats om de visie en het beleid voor kinderopvang van de stad of gemeente toe te lichten. Hoewel het kennismakingsgesprek vaak ingebed is in de procedure voor het advies, vermelden elf gemeenten het gesprek ook expliciet als criterium.

In verschillende adviesprocedures wordt meteen ook een link gelegd met de dienst Omgeving of Ruimtelijke Ordening van de gemeente, om te kijken of het pand waarin de organisator kinderopvang wil organiseren, voldoet aan de stedenbouwkundige voorwaarden en geschikt is om er kinderen in op te vangen.

Daarna wordt de aanvraag voor een advies verder nagekeken en afgetoetst aan de hand van duidelijk omschreven criteria of richtlijnen.

 

Een goeie plek met de juiste karakteristieken

Die criteria verschillen per gemeente en sluiten aan bij de noden die de gemeente ervaart op het gebied van kinderopvang. Het met voorsprong meest voorkomende criterium gaat over de participatie en betrokkenheid van de organisator bij het lokale bestuur. Hiermee geven lokale besturen aan dat zij het belangrijk vinden dat een organisator betrokken is bij het lokale beleid kinderopvang. Om dit te realiseren vinden ze het bijvoorbeeld belangrijk dat een organisator kinderopvang lid is van het Lokaal Overleg Kinderopvang en meewerkt aan de uitbouw en doelstellingen van het Lokaal Loket Kinderopvang. Op de veertig onderzochte gemeenten is dit een hoog aangeschreven criterium bij 34.

Verder worden vooral criteria gebruikt die inzicht geven in de nood aan kinderopvang in de verschillende wijken of deelgemeenten van een lokaal bestuur. De spreiding van kinderopvanginitiatieven in de gemeente is dus ook belangrijk. Achttien gemeenten duiden dit dan ook aan als criterium. In samenhang met de locatie kijken sommige besturen ook naar het bereik van bepaalde doelgroepen, zoals kwetsbare gezinnen. In een deelgemeente of wijk met veel (kinder)armoede lost opvang met een vaste dagprijs niet veel op, want ouders in armoede kunnen die vaak niet betalen. Als dit het geval is, geven sommige lokale besturen dit aan in hun advies.

Om een goede locatie te vinden komt het belang van goede spreiding van de verschillende kinderopvanginitiatieven in de gemeente nog eens terug.

We zien tot slot ook criteria verschijnen die te maken hebben met bereikbaarheid (bv. aanwezigheid van openbaar vervoer, parkeerplaats, veilige verkeersomgeving), maar ook luchtkwaliteit en geluidsoverlast in de omgeving van de locatie. Enkele gemeenten vermelden het belang van voldoende buitenruimte, zoals een schaduwrijke tuin. Verder wordt er gekeken naar de aanwezigheid van jongwerkenden en (jonge) gezinnen met de voorspelde aanwezigheid van kinderen beneden de drie jaar in de gemeente en naar mogelijke plannen voor woonuitbreiding.

 

Het oordeel van de specialisten

Wie wil starten met kinderopvang moet dit opportuniteitsadvies nu bij de vergunningsaanvraag voegen. Wat zijn de eerste ervaringen van het Agentschap Opgroeien met deze nieuwe werkwijze? We vroegen het aan stafmedewerker Naomi Fontaine. ‘Het agentschap Opgroeien kreeg in het voorjaar 23 vergunningsaanvragen met een positief advies en geen enkele met een negatief advies.

Verder bevatten heel wat aanvragen nog geen advies,’ vertelt ze. ‘In het Besluit van de Vlaamse Regering staat dat een lokaal bestuur advies kán geven en dus niet móét geven. De verplichting is dus niet wederzijds, want een organisator is verplicht een opportuniteitsadvies aan te vragen, maar een gemeente is niet verplicht een advies te geven of een adviesprocedure te hebben.’ Toch wil ze lokale besturen motiveren om het wel te doen, want de voordelen zijn volgens haar duidelijk. ‘Dankzij het advies kan het Agentschap Opgroeien op basis van meer informatie over de organisator beslissen of het een vergunning toekent. Dit kan wel degelijk belang hebben. Daarnaast opent het advies de weg voor organisatoren naar partnerschap met het lokale bestuur. De opportuniteitsadviezen zijn absoluut een vooruitgang,’ besluit Naomi Fontaine.

Ook Katrien Verlinden, beleidsmedewerker kinderopvang bij de stad Kortrijk, ziet voordelen in het nieuwe systeem: ‘Vroeger klopten organisatoren al aan voor advies, het is daarom fijn en waardevol dat het nu ook effectief is ingebouwd in de procedure voor vergunningsaanvragen.’ Verder is het advies volgens haar opbouwend en ondersteunend en heeft het niets met controle te maken. Het is een waardevol onderdeel van de ondersteuning die een lokaal bestuur aan (startende) ondernemers kinderopvang kan geven. Een gedegen opportuniteitsadvies verhoogt bovendien de slaagkansen van startende organisatoren kinderopvang, want een organisator weet goed waaraan hij of zij begint en heeft een goed inzicht in de lokale context.

 

Beslagen ten ijs

Een voldoende aanbod kinderopvang op het grondgebied van de gemeente is belangrijk: het maakt dat jonge ouders arbeid en gezin kunnen combineren, helpt de activeringsdoelstelling van het OCMW mee realiseren en draagt bij tot de ontwikkeling van jonge kinderen. Een goede spreiding garandeert dat dit aanbod toegankelijk is voor alle gezinnen in de gemeente. Een goed opportuniteitsadvies draagt hiertoe bij, want het geeft inzicht in waar en hoe nieuwe plaatsen voor kinderopvang het best gerealiseerd worden in de gemeente.

Hoewel het advies op verschillende vakken waardevol blijkt, zit er ook een klassiek haakje aan: het veroorzaakt weer wat extra werk. Lang niet elke gemeente beschikt al over een goede adviesprocedure, en ook als die er eenmaal is, vraagt het blijvende inzet van lokale besturen om adviezen van goede kwaliteit op te stellen. ‘De verplichting het advies binnen dertig dagen af te leveren vinden we bijvoorbeeld erg nipt, omdat we ook graag ons licht opsteken bij andere diensten,’ zegt Steffie Kunnen van de dienst regie kinderopvang Sint-Niklaas.

Om de lokale besturen bij deze opdracht te ondersteunen organiseerden de VVSG en het Agentschap Opgroeien via Sterk Gezien een webinar en een aantal uitwisselingsmomenten waarbij ervaringen en ideeën konden worden gedeeld. Binnen het samenwerkingsverband Sterk Gezien slaan de VVSG en het Agentschap Opgroeien de handen in elkaar om lokale besturen te versterken in hun gezinsbeleid. Lokale besturen die vragen hebben in verband met het opportuniteitsadvies, kunnen terecht op de website van de VVSG. —

 

Simon Muls is jobstudent bij de Dienst Opgroeien en Ontwikkelen van de VVSG
Voor Lokaal 10 | 2022

De hele regelgeving in verband met het opportuniteitsadvies is opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters.