2022Lokaal0708 - Buddywerking.png
Provider image

Buddyprojecten zijn een hot topic in het zog van de Oekraïense vluchtelingencrisis. Maar nieuw zijn ze zeker niet. In 2011 gaf toenmalig minister van Inburgering Geert Bourgeois het startschot voor het project ‘Samen Inburgeren’. Dit was een eerste belangrijke stimulans die buddywerkingen lanceerde in Vlaanderen. Na de vluchtelingencrisis in 2015 en dankzij de uitrol van de vierde pijler sociale netwerking en participatie door minister Bart Somers begin 2022, blijft de aandacht voor buddyprojecten groeien.

Overal in Vlaanderen schieten buddyprojecten als paddenstoelen uit de grond. De woonbuddy’s in de bruisende centrumstad Brugge zijn hier een voorbeeld van. Ook meer landelijke gemeenten zoals het Limburgse Bocholt werken ermee. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat deze toenemende belangstelling samenhangt met de evolutie naar een participatiesamenleving. In zo’n samenleving kan de overheid rekenen op burgers die hun verantwoordelijkheid nemen, zonder de hulp van de overheid. Ook de trend van de vermaatschappelijking van de hulp- en dienstverlening sluit aan bij deze ontwikkelingen. Het basisidee van dit concept: ondersteuning gebeurt in en door de samenleving. Daarnaast is er politiek draagvlak aanwezig. Huidig minister Bart Somers verankert buddywerkingen structureel. Dit doet hij met de zogenaamde vierde pijler van het inburgeringstraject dat voor sommige nieuwkomers verplicht is. Voor de uitwerking hiervan kijkt hij naar de lokale besturen. Ook in Somers’ Plan Samenleven, dat bestaat uit 24 projecten voor 28 lokale besturen, komen buddyprojecten meermaals voor. De doelstelling van dit plan is om samenleven in diversiteit te bevorderen en lokale initiatieven vanuit Vlaanderen te ondersteunen.

 

Lijm voor de samenleving

Buddy’s worden steeds vaker ingezet omdat ze als lijm voor de samenleving kunnen werken. Mensen die in België aankomen, hebben het dikwijls moeilijk om mensen buiten hun eigen netwerk te leren kennen, maar ook om hun weg te vinden in de stad of gemeente. Dankzij buddyprojecten versterkt het sociale weefsel, maar komen ook praktische zaken in orde.

In het LOI in Brugge startten ze in 2017 met een wooncafé: ‘Na de vluchtelingeninstroom in 2016 steeg het aantal erkende vluchtelingen die op zoek moesten naar een woning. Daarom riepen de woonbuddy’s het wooncafé in het leven. Samen bellen ze bijvoorbeeld naar vastgoedkantoren of maken ze woon-cv’s. Het blijkt een erg doeltreffende manier om discriminatie op de woonmarkt tegen te gaan.’ Dat vertelt Nefera Mavambu, maatschappelijk werker bij het OCMW van Brugge, waar ze in het team Niet-Belgen werkt, binnen de dienst LOI.

Ook in Bocholt begon de buddywerking in 2016. Zowel voor sociaal contact als voor praktische zaken bleek dit bijzonder nuttig, maar niet alles liep van een leien dakje: ‘In 2016 zijn de eerste buddy’s gestart vanuit spontane aanmeldingen. Vrij snel werd duidelijk dat werken met vrijwilligers expertise en een grote tijdsinvestering vroeg,’ zegt Hilde Braeken, maatschappelijk werker bij het OCMW Bocholt. In 2018 startte Bocholt een traject met het CAW Limburg en werd Hilde deels vrijgesteld om aan de slag te gaan als buddycoördinator: ‘Er was meer structuur nodig om de buddywerking uit te tekenen, aangezien de maatschappelijk werkers niet altijd ruimte hadden om maatwerk te geven. Een buddy kan dit wel en fungeert als brug naar de lokale gemeenschap en activiteiten.’ Als lokaal bestuur kun je dus wel je uiterste best doen om groepen in kwetsbare situaties te ondersteunen waar nodig, maar de één-op-één-begeleiding zoals bij een buddy kun je zelden evenaren.

Vrijetijdsinvulling blijkt een populaire insteek voor buddywerkingen. ‘In januari 2016 hadden we te maken met een grote groep die moest wachten op een antwoord in hun asielaanvraagprocedure. We zagen de verveling toenemen. Gelukkig zaten we toen in de luxepositie dat er veel aanmeldingen van buddy’s volgden, aangezien er op dat moment een groot maatschappelijk draagvlak aanwezig was in de samenleving om vluchtelingen te helpen,’ zo vertelt de Brugse collega van Nefera, Nathalie Van Den Eede. Dit veranderde helaas in 2020: ‘We kenden een grote uitval van buddy’s. Velen van hen zijn namelijk 65+ en moesten noodgedwongen hun vrijwilligerswerk neerleggen wegens de pandemie en de bijhorende risico’s. We roepen de centrale overheden daarom op om naast buddywerkingen ook financiële ruimte te creëren voor creatieve oplossingen, wanneer vrijwilligers wegvallen. Tijdens de coronapandemie waren wij als maatschappelijk werkers zowel buddy, leerkracht als sportmaatje,’ aldus Nathalie.

 

Succesfactoren en aanbevelingen

Buddyprojecten zijn zeer interessant om vluchtelingen op te vangen en nieuwkomers wegwijs te maken, maar een kritieke succesfactor die blijft terugkomen, is de afstemming tussen de professional en de vrijwilliger. Het is belangrijk dat zij elkaar aanvullen. Buddy’s durven af te haken als zij de taken van de professionals moeten overnemen. Maak duidelijke afspraken om dit te voorkomen: ‘Onze maatschappelijk werkers stellen tijdens het eerste bezoek samen met buddy en nieuwkomer een handelingskader op, waarin ze per levensdomein de verwachtingen noteren. Iets heel simpels kan zo verkeerde verwachtingen voorkomen,’ merkt Hilde op. De vraag rijst natuurlijk ook of de overheid de verantwoordelijkheid van integratie deels kan doorschuiven naar een vrijwilliger. Het vrijwillige karakter kan een achilleshiel zijn, zoals blijkt uit het voorbeeld van Brugge dat kampte met de uitval van vrijwilligers gedurende de coronapandemie.

Daarnaast moeten we ons er bewust van zijn dat integratie niet per se leidt tot gelijke kansen. Dit bevestigt Nefera: ‘In Brugge is het aantal betaalbare en geschikte woningen beperkt. De mensen uit ons LOI komen hierdoor terecht in de resterende woningen van mindere kwaliteit en krijgen bovendien te maken met discriminatie op basis van hun financiële situatie en herkomst.’ Brugge zette daarom de doorgangswoning in, om te voorkomen dat mensen op straat terechtkomen. Let dus op dat je de structurele oorzaken van uitsluiting en ongelijkheid niet uit het oog verliest. Andere beleidsmaatregelen blijven nodig. Het gevaar is dat de buddy in zo’n geval de zoektocht naar een betaalbare woning op zich neemt, wat een zware last kan zijn. De termijn om een woning te vinden, twee maanden, is bovendien vaak te kort.

Ook pleiten de lokale besturen voor samenwerking, vertelt Muriel Van Poelvoorde, voormalig hoofdmaatschappelijk werker van de Dienst Vreemdelingen van Brugge: ‘Er is een groeiend aanbod, ook vanuit andere organisaties. Helaas is er te weinig overleg, zodat we naast elkaar werken en in dezelfde vijver van vrijwilligers vissen. Een lokaal bestuur moet de kans krijgen om de regie te voeren, met aandacht voor afstemming, gezamenlijk beleid, expertise en een efficiëntere inzet van middelen.’ Om dat te kunnen heeft het middelen en erkenning van andere initiatiefnemers nodig. ‘Denk aan middenveldorganisaties, die het lokale bestuur nog te veel beschouwen als administratieve en financiële ondersteuner, maar dit geldt ook voor de centrale overheden,’ besluit Muriel. —

 

Solana Onzia is VVSG-projectmedewerker Samenleven in Diversiteit
Voor Lokaal 07-08 | 2022

 

Voorwaarden voor een geslaagde buddywerking

Als je de vruchten van een buddywerking wilt plukken, is het belangrijk de juiste werkomstandigheden te creëren. Uit een wetenschappelijke reflectiepaper over buddywerking voor vrije tijd van het Hannah Arend Instituut blijken zes succesfactoren essentieel:

  1. De organisatie formuleert duidelijke doelstellingen voor het buddyproject: vermijd zo onrealistische verwachtingen die anders misschien frustratie veroorzaken.
  2. Het is een wederkerige en gelijkwaardige relatie: kennis en ervaring uitwisselen is het hoofddoel van elke buddywerking. Elke partij investeert even veel in de relatie maar de behoeften van de nieuwkomer staan centraal.
  3. De buddy is geen hulpverlener: het feit dat de buddy geen betaalde professional is, schept nabijheid. Het is belangrijk dat de buddy, de nieuwkomer en de professionele hulpverlener in een driehoek werken en elkaar aanvullen.
  4. De looptijd van het buddyproject is langdurig: dit leidt tot een betere (vertrouwens)band tussen buddy en nieuwkomer.
  5. De matching gebeurt op basis van gedeelde interesses: de kwaliteit van de match bepaalt het succes van de relatie. Subjectieve gelijkenissen zijn hierbij belangrijker dan sociodemografische kenmerken.
  6. Een professional ondersteunt en volgt de buddy op: deze persoon is onmisbaar. Regelmatig contact via gestructureerde activiteiten is zeer belangrijk.