lokaal_20221201_47_nieuwkomers.png
Provider image

7 juni 2021, het Vlaams Parlement keurt het nieuwe inburgerings- en integratiedecreet goed. Vooral het inburgeringsbeleid krijgt een grondige en ambitieuze hertekening met een nieuwe pijler. Naast een cursus NT2, een cursus maatschappelijke oriëntatie en de derde pijler economische zelfredzaamheid komt er een vierde pijler sociale netwerking en participatie. Voor de opbouw van deze vierde pijler kijkt de minister naar de lokale besturen. Op 1 januari gaat de vierde pijler officieel van start.

Vanaf Nieuwjaar wordt er verwacht dat lokale besturen een aanbod ter beschikking stellen en de regie uitvoeren. Die keuze is gemaakt, omdat het lokale niveau toch nog steeds het dichtst bij de burgers staat. Daarnaast hebben lokale besturen zicht op het relevante aanbod van lokale en bovenlokale initiatiefnemers op hun grondgebied. Als dat nodig is om een aanbod uit te werken, kunnen ze intergemeentelijk samenwerken. Door lokaal te werken hoopt de overheid meer nieuwkomers te bereiken en organisaties beter vertrouwd te maken met de omgang met nieuwkomers. Dit komt een brede doelgroep ten goede, ruimer dan de inburgeraar, en het ondersteunt ook het lokale integratiebeleid.

In het kader van deze vernieuwingen werden er 26 proeftuinen vierde pijler opgezet. Verschillende steden en gemeenten in Vlaanderen testten die vierde pijler sinds januari 2021 uit. De bedoeling is dat de projecten een voorloper zijn voor de verdere uitrol. Daarom moesten ze vooral participatief en innovatief zijn. Verder vertrekken ze vanuit human centered design, waarbij de eindgebruiker, nl. de inburgeraar zelf, centraal wordt gesteld. Inhoudelijk kan de invalshoek van het project verschillen.

 

STOEL4: vier gemeenten samen voor sociale integratie

Een ambitieus plan dus dat een grote verantwoordelijkheid bij de lokale besturen legt. Lokaal sprak met Melinda Hackx, coördinator integratie uit Menen, dat samen met Harelbeke, Wervik en Wevelgem in een proeftuin stapte. ‘Toen we de oproep voor de proeftuin voor de vierde pijler zagen, waren we erg enthousiast. Enerzijds konden we ons voorbereiden op de vierde pijler, anderzijds konden we een betere sociale integratie uitstippelen. We zijn meteen samengekomen met de besturen uit de buurt. Er bestaan al allerlei goede samenwerkingsprojecten.’

Samen stelden ze een ambitieus plan op en het project STOEL 4 werd geboren. ‘Omdat we een stoel willen bijschuiven voor onze nieuwkomers,’ zegt Melinda Hackx. Het doel werd een traject op maat van de inburgeraar, volgens het principe van de human centered design, een specifieke eis van de projectoproep. Melinda Hackx: ‘We wilden graag iets nieuws uittesten en dit was een uitgelezen kans. Een buddywerking hadden we al, daarom kozen we ervoor iets anders te doen in de proeftuin. Hiervoor hadden we externe partners nodig, met expertise over hoe je één op één kunt omgaan met inburgeraars. Om nieuwkomers naar vrijwilligerswerk te begeleiden gingen we in zee met Refu Interim. Daarnaast werken we samen met Huis van het Leren, dat op zoek gaat naar plaatsen waar nieuwkomers taalstages kunnen doen. Onze doelgroep was ruimer dan die van de verplichte inburgeraars, hij veranderde dan ook een aantal keren gedurende de proeftuin.’

Samen stelden ze een ambitieus plan op en het project STOEL 4 werd geboren. ‘Omdat we een stoel willen bijschuiven voor onze nieuwkomers,’ zegt Melinda Hackx. Het doel werd een traject op maat van de inburgeraar, volgens het principe van de human centered design, een specifieke eis van de projectoproep. Melinda Hackx: ‘We wilden graag iets nieuws uittesten en dit was een uitgelezen kans. Een buddywerking hadden we al, daarom kozen we ervoor iets anders te doen in de proeftuin. Hiervoor hadden we externe partners nodig, met expertise over hoe je één op één kunt omgaan met inburgeraars. Om nieuwkomers naar vrijwilligerswerk te begeleiden gingen we in zee met Refu Interim. Daarnaast werken we samen met Huis van het Leren, dat op zoek gaat naar plaatsen waar nieuwkomers taalstages kunnen doen. Onze doelgroep was ruimer dan die van de verplichte inburgeraars, hij veranderde dan ook een aantal keren gedurende de proeftuin.’

 

Aanbod op maat van nieuwkomers én organisaties

Dankzij de nabijheid heeft het lokale bestuur een goed zicht op wie de inwoners zijn. Op die manier kan het aanbod aansluiten bij de profielen van de inburgeraars. Want we spreken dan wel over dé inburgeraar, die profielen verschillen vaak van persoon tot persoon. ‘Sommige inburgeraars willen werken aan hun professioneel perspectief en een opleidingstraject. Anderen willen iets teruggeven aan de maatschappij via vrijwilligerswerk. Zo kunnen ze een netwerk uitbouwen en/of verveling tegengaan,’ aldus Melinda Hackx. Maar echt op maat werken is niet altijd evident.

Vooral voor personen die geen contacttaal hebben of maar weinig Nederlands spreken, en voor profielen in een kwetsbare situatie blijkt het moeilijk om een aanbod te ontwikkelen. Er zijn maar weinig organisaties die bereid zijn om hen op te nemen. Dat blijkt uit de tussentijdse evaluatie van het HIVA, en het is ook iets wat Melinda Hackx beaamt. Sommige mensen kennen de taal nog niet of zijn ongeletterd. Melinda Hackx: ‘Je kunt hen niet zomaar veertig uur droppen bij een organisatie die daar niet echt op voorbereid is.’ De begeleiding van organisaties waar de inburgeraars terechtkomen, is dus heel belangrijk. Niet alle organisaties staan hier open voor, en dat is niet onlogisch. Het is ook geen makkelijke taak.

Toch slaagde STOEL4 erin om trajecten op maat aan te bieden, vertelt Melinda Hackx: ‘We hebben ons steeds voorgehouden om een relevant aanbod op maat te ontsluiten. Zo was er een barbier die zijn veertig uur heeft gedaan bij een kapper, een sociologe die vrijwilligerswerk is gaan doen bij Vives in Kortrijk, een architect die vrijwillig bij een architectenbureau meedraaide, werden de vrijwilligers van Refu Interim ingezet in het vaccinatiecentrum enzovoort. In tijden van corona werden we verplicht om buiten het socio-culturele op zoek te gaan naar plaatsen voor onze deelnemers.’

Om de ontvangende organisaties te begeleiden komt opnieuw naar boven dat de expertise van buitenaf onmisbaar is. Melinda Hackx: ‘De samenwerking met de externe experten verloopt heel goed en is ook broodnodig. Onze taak bestaat uit het coördineren, promoten en mobiliseren van het aanbod. De experten kennen de inburgeraars veel beter.’ De tussentijdse evaluatie van het HIVA bevestigt het belang van de expertise van buitenaf. De minder formele, ad-hocaanpak van Refu Interim bijvoorbeeld werkt voor de doelgroep van inburgeraars beter dan het meer klassieke vrijwilligerswerk. Daar wordt er vaak een groter engagement gevraagd van de inburgeraar, en die moet zich er vaak ook voor meer dan veertig uur engageren. Dit toont aan hoe de projecten innovatief uit de hoek komen. Na verloop van tijd zal het dan weer een uitdaging zijn om vrijwilligersorganisaties te vinden, waar inburgeraars ook welkom zijn om deel te worden van de vaste ploeg vrijwilligers.

Voor een aanbod op maat is regionale samenwerking echter wel een must, vertelt Melinda Hackx: ‘Enerzijds willen we ons aanbod afstemmen op de behoeften, de inburgeraar ook verschillende keuzes aanbieden en deze verantwoordelijkheid niet doorschuiven naar het individu. Daarom is het noodzakelijk om expertise aan te kopen van organisaties die hierin gespecialiseerd zijn, en dat kost geld.’ Anderzijds moet het interessant zijn om de partnerorganisaties warm te houden en ervoor te zorgen dat het voor hen ook interessant blijft om samen te werken. Dit wordt mogelijk als de poule van inburgeraars die zij begeleiden groot genoeg is, en dit kan door met de verschillende lokale besturen samen te zitten. Daar voegt Melinda nog het volgende aan toe: ‘Bovendien stopt het leven van mensen niet aan de grens van hun gemeente of stad. Dat hebben we nu ook ondervonden, het netwerk van mensen strekt zich verder uit en op die manier kunnen we meer mogelijkheden aanbieden.’ Zowel organisatorisch als financieel is deze samenwerking dus noodzakelijk.

 

De toekomst van STOEL4

‘Op anderhalf jaar hebben we 140 inburgeraars kunnen bereiken met het project. Dat is niet mis!’ zegt Melinda Hackx. Toch blijft ze met een wrang gevoel zitten. Ze weten namelijk nog niet met welke middelen ze dit project zullen blijven organiseren, als de proeftuinen aflopen. Met minder kan ook, maar dan lopen ze het risico dat veel van het innovatieve verloren zal gaan. Het is dus een beetje gokken wat de toekomst zal brengen. ‘Vanuit het recent aangekondigde Plan Samenleven zijn er voor de vierde pijler geen middelen gereserveerd. We wachten nog op een nieuwe vervolgoproep van de Afdeling ESF & DO via het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF) maar dit is nog onduidelijk. Uiteindelijk is dit vooral jammer voor de inburgeraars zelf, die beginnen het project te kennen en er is veel mond-tot-mondreclame.’

Maar Melinda Hackx is ook positief, en ze wil het harde werk niet verloren laten gaan. ‘Desnoods beperken we ons tot onze verplichte inburgeraars, maar dan volgt de vraag weer of de poule nog groot genoeg is om de expertise van buiten af aan boord te houden,’ zegt ze. Ze hoopt daarom dat de samenwerking regionaal vlot zal blijven verlopen, want als dat lukt kunnen ze de inburgeraar effectief een keuze geven, met een voldoende ruim en degelijk aanbod op maat. Daarnaast zijn het vooral de nieuwkomers zelf die Melinda Hackx aanmoedigen: ‘Wat ons allemaal motiveert om elke dag voort te doen, zijn die positieve verhalen van de inburgeraars. Die moeten we in de kijker zetten, want dit wordt momenteel nergens officieel bijgehouden.

Bovendien schieten onze marketingskills hierbij te kort, we zijn te discreet in de successen die geboekt worden.’ Melinda Hackx is ervan overtuigd dat wanneer de inburgeraar een warm onthaal krijgt en men oog heeft voor wat hij nodig heeft, en wanneer ook de ontvangende organisatie goed voorbereid en begeleid wordt, het nog steeds een succes kan worden. Lokale besturen hebben daarin vooral ook de verantwoordelijkheid om organisaties warm te maken om in de vierde pijler te stappen. Dit begint al bij kort schetsen wat dit precies inhoudt, want velen zijn hier nog niet van op de hoogte. Ook moeten zij zelf het goede voorbeeld geven en een soort automatische reflex ontwikkelen om de inburgeraars in te zetten waar nodig. Daarnaast is het vooral een kwestie van de juiste personen met elkaar in contact te brengen. Zodra dat gelukt is, leiden goede ervaringen tot nieuwe kansen. Kansen om in de toekomst deuren te openen. Zowel om het aanbod van de vierde pijler te ontsluiten en nieuwe plaatsen aan te bieden, als voor de inburgeraars zelf, die er nog blijven na het aflopen van de verplichte veertig uur. Intussen zijn er ook al een aantal organisaties die niet meer zonder de hulp van vrijwilligers kunnen. Zo wint iedereen erbij. —

 

Solana Onzia is VVSG-projectmedewerker Samenleven in Diversiteit
Voor Lokaal 12 | 2022

De vierde pijler samengevat

1. Wat
De vierde pijler is een participatie- en netwerktraject van veertig uur zoals buddyprojecten, een kennismakingsstage bij een bedrijf, vereniging, organisatie of lokaal bestuur, vrijwilligerswerk of alternatieve trajecten met een aantoonbare meerwaarde.

 

2. Doel

  • Doel: verbreding van het netwerk van inburgeraars door het verhogen van de maatschappelijke participatie
  • Verplicht voor wie niet werkt en niet studeert: 40 uur
  • Formele voorwaarden: - In Nederlandstalige context - Participatie op sociaal vlak

 

3. Rol van de inburgeraar en Agentschap Integratie & Inburgering

  • De inburgeraar is verantwoordelijk om geschikte participatieen netwerkinitiatieven te vinden
  • De inburgeraar wordt bij zijn keuze voor een of meer initiatieven ondersteund door zijn trajectbegeleider bij het Agentschap Integratie & Inburgering

 

4. Rol lokale besturen bij vierde pijler Decreet

  • Voor het participatie- en netwerktraject zijn de lokale besturen een prioritaire partner.
  • Zij ontsluiten een aanbod dat aanwezig is in hun gemeente.
  • De rol van de lokale besturen binnen de vierde pijler sluit aan bij de decretale regie integratiebeleid.
  • Lokale besturen hebben zicht op het relevante aanbod van lokale en bovenlokale initiatiefnemers in hun gemeente.
  • Ze kunnen bij de afstemming van het aanbod intergemeentelijk samenwerken.

 

Wat kun je concreet doen?

  • Aanbod in kaart brengen
  • Aanbod creëren
  • Bijvoorbeeld een buddywerking of een praatgroep opzetten
  • Bijvoorbeeld vrijwilligerswerk in de bibliotheek, cultuurcentra, sportclub, lokaal dienstencentrum, woonzorgcentrum

 

Voordelen lokale regie

  • Organisaties bereiken meer nieuwkomers.
  • Organisaties worden deskundiger in het omgaan met nieuwkomers.
  • Dit komt een brede doelgroep ten goede, ruimer dan de inburgeraar.
  • Dit ondersteunt het lokale integratiebeleid.

 

Meer weten over de vierde pijler?

Begin december organiseert het Vlaams Agentschap Binnenlands bestuur in samenwerking met de Agentschappen van Integratie & Inburgering en Afdeling ESF & DO via het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF) een webinar over de vierde pijler inburgering en de verdere ondersteuning van de lokale besturen hierbij. Meer info op www.vvsg.be.