2021Lokaal11 - In contact met.png
Provider image

In 2011 stond Stefaan De Clercq als jeugdinspecteur al in contact met jongeren. Nu tracht hij vanuit een strategisch vogelvluchtperspectief deze contacten waar nodig te verbeteren en jeugddelinquentie terug te dringen via dialoog. ‘Eigenlijk zit mijn functie op het snijpunt van handhaving en zorg. Je wilt jongeren vooruit helpen maar natuurlijk ook misdaad en overlast bestrijden. Dat is vaak een grijze zone, waarvoor je iedere keer een methode op maat moet uittekenen.’

  • Stefaan De Clercq
  • Jeugdcoördinator bij Lokale Politie Gent

Bij de directie Operaties doorploegt Stefaan interventies, dossiers, pv’s en meldingen, op zoek naar signalen binnen het domein van jeugddelinquentie en jongerenoverlast. Via maatwerk en samenwerking tracht hij jongeren positief te beïnvloeden en hun relatie met de politie te verbeteren, steeds met aandacht voor het sociale en voor het versterken van de relatie tussen politie en jongeren in elke buurt.

Stefaan startte met deze functie in juni 2020. Sneller dan gepland ten gevolge van de coronapandemie die de nood aan coördinatie wel heel zichtbaar maakte. In totaal werkt hij al vijftien jaar bij de politiezone Gent.

Dat elk wijkcommissariaat enkele jaren geleden voorzien werd van een jeugdinspecteur die zich over deze concrete doelgroep ontfermt, was een symbolische eerste stap richting meer dialoog met jongeren. Met de introductie van de functie jeugdcoördinator, het product van een overkoepelend verbeteringstraject, werd deze ommezwaai structureel ingebed. ‘Wanneer een politiezone vroeger een klacht over jongeren binnen kreeg, werden patrouilles opgedreven en controles uitgevoerd bij vrienden of vriendinnen die mogelijk meer wisten van het voorval. Zo kun je streng optreden tegen overlast, maar je verzuurt ook de relatie en steekt een stok voor een constructiever samenwerking tussen politie en jeugd.

Nu komen we nog steeds tussen bij een melding, maar we gaan het gesprek aan en trachten de klacht objectiever te maken door te kijken welke context en drijfveren aan de basis liggen. Dat vraagt maatwerk, want elk verhaal is anders, met specifieke nuances die meetellen,’ legt Stefaan uit. Om de taak van jeugdcoördinator optimaal te vervullen is het belangrijk signalen snel en centraal op te pikken. Die signalen zijn divers van aard, de ene keer een buurt die opeens geconfronteerd wordt met een stijgend aantal incidenten, de andere keer ongerustheid over de gezinssituatie van jongeren die schijnbaar uit het niets probleemgedrag vertonen. Doordat Stefaan onder de directie Operaties werkt, kan hij eenvoudig de verschillende dossiers, feedbackverslagen en lastige tussenkomsten uitpluizen en kijken waar opvolging nodig is.

‘Een ander voordeel van mijn plaats in het organogram is dat ik ook terug kan vallen op de slagkracht en nabijheid van de centrale directie. Zo blijft de relatie met jongeren niet onder de radar van de beleidsmakers,’ aldus de jeugdcoördinator.

Naast de meer ad-hocwerkzaamheden zet de politiezone ook in op strategische, opbouwende projecten die bijdragen aan een sterk netwerk in de verschillende wijken en positieve beeldvorming van de politie bij jongere doelgroepen. Dat is een proces met vallen en opstaan – het valt soms moeilijk te zeggen welke ideeën zullen werken – maar initiatieven met een voelbare impact worden structureel geïntegreerd. ‘Zo is een van onze jeugdinspecteurs bijvoorbeeld gestart met bokslessen voor jongeren uit meer uitdagende wijken. Ze trainen samen. Daar komt bovenop dat de lesgever een neutrale figuur is die bovendien nog bokskampioen geweest is.

Vaak zijn de eerste contacten tussen jongeren uit deze buurten en politie negatief, maar door een omgeving te creëren waar beide groepen elkaar op een andere manier leren kennen, kun je die cyclus doorbreken. In het begin merk je nog een beetje argwaan “Jullie komen ons zeker controleren” maar beetje bij beetje neemt het vertrouwen toe. Gezien het succes kijken we nu samen met de stad hoe we dit initiatief “verbindend sporten” kunnen versterken en verbreden,’ zegt Stefaan. Gezien de onontbeerlijke rol die diverse vzw’s en organisaties spelen op het terrein, wordt ook daar gekeken hoe banden gesmeed en verstevigd kunnen worden.

De dienst Preventie voor Veiligheid van de stad Gent organiseert hiervoor samen met de lokale politie ‘Hand in hand’, waar de jeugd- en buurtinspecteurs tijdens een informeel ontmoetingsmoment in contact treden met relevante organisaties in de nabije omgeving. ‘Belangrijk hierbij is dat deze kennismaking in wederzijds respect gebeurt, met aandacht voor de eigenheid en insteek van beide partijen. We proberen hier dan ook niet informatie over voorvallen te ontfutselen of namen van jongeren in handen te krijgen, maar fundamenten te leggen voor positieve samenwerking. Want ook al vertrekken we vanuit een ander perspectief, we willen allemaal bouwen aan veilige, leefbare buurten waar jongeren kunnen bloeien en groeien.’

Wanneer hij terugblikt op zijn eigen jeugd, ziet hij raakvlakken met zijn functie nu. Al op jonge leeftijd was hij actief in jeugdhuizen en sportverenigingen, waar hij rechtstreeks in aanraking kwam met jongeren die wel vooruit wilden, maar om de een of andere reden de boot misten. Om meer inzicht te verwerven in dit proces besloot hij criminologie te studeren, wat zou uitmonden in een eerste professionele ervaring in de jeugdzorg. ‘Dat was leerrijk, maar het werd me al snel duidelijk dat mijn ambities en passies eerder binnen het politiewerk lagen.

Door op de interventiedienst, de wijkdienst en de recherchedienst te werken in een operationele functie, heb ik waardevolle inzichten kunnen verwerven in de onderliggende factoren van jongerenproblematieken en de lastige dilemma’s waarmee een agent tijdens interventies te maken krijgt. Dat maakt het mogelijk om verbeterpunten aan te duiden, zonder het grotere geheel uit het oog te verliezen.’ Wanneer kwaliteiten en competenties ter sprake komen, haalt Stefaan idealisme en empathie aan als de belangrijkste kwaliteiten voor een jeugdcoördinator: ‘Je moet geloven in jongeren, ongeacht waar ze vandaan komen, en je moet het ook steeds doen met gevoel. Alleen zo kun je een verbindende figuur zijn die twee heel verschillende groepen naar elkaar toe laat groeien.’ —

 

Tomas Coppens is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 11 | 2021