filip de rynck.png
Provider image

Ik beloof het u: ik heb het er nog één keer over en dan nooit meer. Verder lezen zou ik zelfs niet doen als ik u was. In Vlaanderen is er immers niemand geïnteresseerd in de kwaliteit van onze gemeenteraden. In 2019 lanceerde de Vlaamse overheid samen met de VVSG een oproep voor projecten die innoverend moesten zijn voor de werking van de gemeenteraad. Twintig lokale besturen dienden in, niet meteen een overweldigend succes. Veel voorstellen wogen bovendien erg licht. Uiteindelijk konden projecten starten in vijf lokale besturen.

In dit nummer van Lokaal vertelt Dirk Le Roy, voorzitter van de gemeenteraad van Nazareth, hoe ze daar de gemeenteraad participatiever willen maken. Nazareth investeert ook echt in die ondersteuning, binnen de perken van wat in een kleine gemeente kan. Het zoekt andere werkmethodes en stuurt een meer autonome werking aan vanuit een eigen dagelijks bestuur van de gemeenteraad. Boeiend, vooral omdat Nazareth daarmee structurele verandering wil realiseren en het niet laat bij een eenmalig experimentje.

In de overgrote meerderheid van onze lokale besturen blijft het echter stil en ik heb het ondertussen wel gehad met experimenten en projectjes. Zo komen we er helemaal niet. In arren moede is mijn overtuiging gegroeid dat de plicht tot het versterken van de gemeenteraad niet van spontaan lokaal initiatief te verwachten is. In arren moede betekent in modern Nederlands: ten einde raad. Dat kan geen toeval zijn. De lokale machtsverhoudingen en het armworstelen tussen de lokale politieke partijen houden elk initiatief tegen dat meer is dan een klucht, zoals de vragenuurtjes voor burgers of, godbetert, de livestream van oersaaie, voorspelbare en ellenlange gemeenteraden. Alleen mensen met een ernstige mentale afwijking kunnen zulke martelsessies volhouden.

Een structurele, decretale ingreep is vereist om overal het fundament te leggen voor een renovatie van de gemeenteraden. Zo’n decretaal kader is nodig om de vicieuze cirkel te doorbreken: sterke colleges en zwakke raden trekken in ons partijpolitieke keurslijf zwakke figuren aan voor de raad, waardoor de raad nog zwakker en de colleges nog sterker worden. Ik verontschuldig me bij de sterke raadsleden maar zij zijn een, weliswaar moedige, minderheid. Hun individuele inzet verdient een beter systeem, zodat meer sterke mensen een betere omkadering krijgen in een beter georganiseerd publiek debat en een beter management van de gemeenteraad.

De Nederlandse Raad voor het Openbaar Bestuur publiceerde in november een advies over de nood aan betere ondersteuning van de gemeenteraden in Nederland: ‘Goede Ondersteuning voor een Sterke Democratie’. U moet dan weten dat de Nederlandse raadsleden al heel lang een eigen statuut hebben met volwaardige (deeltijdse) vergoedingen; dat de raden ondersteund worden door een aparte griffier (met personeel); dat een onafhankelijke Rekenkamer (vaak bemand met deskundige burgers) in elke gemeenteraad autonoom advies kan uitbrengen over de kwaliteit van het lokale beleid; dat er in alle gemeenten middelen zijn voor fractieondersteuning en algemene regelingen voor de ambtelijke bijstand van de raadsleden.

‘Hulptroepen’: zo noemt de Nederlandse Raad voor het Openbaar Bestuur dit instrumentarium. Deze basisinfrastructuur vormt nu al meer dan twintig jaar de praktijk in Nederland, die tot stand kwam door een gewijzigd wettelijk kader waarvan het belangrijkste doel was de gemeenteraad een meer centrale rol te laten spelen. Wij zijn in Vlaanderen voor de ondersteuning van de gemeenteraden in onze decreten niet verder geraakt dan de installatie van een eenzame voorzitter van de gemeenteraad. Ook een beter statuut voor de raadsleden blijft een verre droom. Voor de rest is het: lokale vrijheid, lokale blijheid. Het zorgde vooral voor vrije en blije schepencolleges.

En dan nog is het in Nederland niet genoeg. De Raad voor het Openbaar Bestuur waarschuwt voor besparingen op deze ‘hulptroepen’ en adviseert deze nog te versterken door meer centrale aansturing vanwege de Nederlandse centrale overheid. De minister zou normen moeten opstellen en financiering waarborgen. De Raad voor het Openbaar Bestuur merkt op dat gemeenteraden ‘handelingsverlegenheid’ vertonen: ze durven niet beslissen om hun eigen ondersteuning te versterken, uit vrees voor publieke reacties.

Ook bij ons zullen we uit vrees voor populisme niet durven investeren in de gemeenteraad. Uit de clichétrommel zal het opgediept worden: ‘de politiek die weer met zichzelf bezig is in plaats van met de zorgen van de gewone mensen’. Zwakke gemeenteraden ondermijnen echter de legitimiteit van de volksvertegenwoordiging, ze voeden daarmee het populisme en het populisme houdt versterking tegen. Nog een vicieuze cirkel.

Dan had ik in deze column toch maar beter fulminerend gefileerd hoe het, na al die jaren, nog mogelijk is dat 400.000 woningen in Vlaanderen hun afvalwater in de natuur lozen, vaak zelfs nog nieuwbouwwoningen (zie artikel Geef water de ruimte in deze Lokaal). Boeiend dossier voor een stevig debat en opvolging in onze gemeenteraden… De slechte kwaliteit van onze riolen en de slechte kwaliteit van onze gemeenteraden hebben overigens iets gemeen: het gebrek aan zorg voor de ondergrond heeft fatale gevolgen op de lange termijn. •

 

Filip De Rynck is columnist van Lokaal
Voor Lokaal 12 | 2020