Burgerparticipatie is een bevoegdheid van de raad. Het decreet lokaal bestuur verplicht de gemeenteraad om een beleid te voeren op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burger, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad te zetten. De decretale verplichting om een beleid rond burgerparticipatie te voeren, houdt in dat de raad het forum bij uitstek is om een strategische visie op burgerparticipatie uit te bouwen. Zo kan de raad er bijvoorbeeld voor kiezen om de drempels (bv vereiste handtekeningenaantal) om voorstellen en vragen van burgers op de agenda te krijgen, zo laag mogelijk te maken . Maar de gemeenteraad en de OCMW-raad kunnen ook andere initiatieven nemen om de inspraak van de burgers te bevorderen. Idealiter passen die bijkomende initiatieven in de strategische visie op burgerparticipatie, tevens ontwikkeld door de raad. De decreetgever geeft hierin veel vrijheid en autonomie aan de gemeenteraad. Naast enkele decretale verplichtingen, is de gemeenteraad dus vrij om te kiezen of en hoe zij burgers betrekt. Zo kan de raad als het ware als opdrachtgever een participatietraject initiƫren, waarbij het college en haar diensten dan als opdrachtnemer het participatietraject uitvoeren. De raad debatteert dan eerst over het doel, de vorm en het vervolg dat ze willen geven aan het participatietraject. Dat kan dan gaan over verschillende soorten participatietrajecten: bv. gelote burgerpanels, digitale burgerbevragingen, wijk- of buurtbudgetten, of de combinatie tussen de drie zoals in Gent of Kortrijk.

Zoals altijd blijft de raad ook rond burgerparticipatie een democratische controlefunctie uitoefenen: voert het college het participatietraject wel correct uit? Begrotingsgewijs is die controle eveneens belangrijk.

Verder blijven raadsleden volksvertegenwoordigers: hoe willen de burgers zelf betrokken worden? Voor welke participatievormen is er draagvlak en voor welke niet? Signalen van burgers opvangen en meenemen naar de raad blijft ook bij burgerparticipatie de hoofdtaak van raadsleden.

Tenslotte is de raad een ideaal forum om participatietrajecten te evalueren. Laat de betrokken dienst of een externe begeleider een evaluatierapport presenteren in de gemeenteraad en maak er ruimte voor debat over de sterke en zwakke punten van het traject. Zo voorkom je opnieuw dat het eigenaarschap volledig bij het college ligt.

Rol van de raadsleden

Het decreet Lokaal Bestuur doet een expliciete oproep aan de gemeenteraad om een participatiebeleid te voeren. De gemeenteraad kan het lokaal participatiebeleid eigentijds invullen en ruimte scheppen voor coproductie. Als volksvertegenwoordiger bouwt een raadslid bruggen door te luisteren naar burgers, actief informatie te verzamelen, gemeentelijke beslissingen uit te leggen en/of supporter te zijn van burgerinitiatieven. Hij versterkt de stem van kwetsbare burgers in het publieke debat. Als beslisser op hoofdlijnen bepaalt de gemeenteraad het kader en de randvoorwaarden van het lokale participatiebeleid. Welke rol krijgen burgers toebedeeld? Welke rol nemen medewerkers van lokale overheden op? Wat is de inhoudelijke focus van beleidsparticipatie en coproductie? Vanuit zijn opdracht tot democratische controle kan een raadslid de kwaliteit van het participatietraject bewaken, het algemene belang voorop stellen en de stem van kwetsbare burgers verdedigen.

Ook interessant:

Sterkere raad worden