Als raadslid ben je verkozen door de burger en heb je verschillende rollen. Je bent mee verantwoordelijk voor het goed funcioneren van het lokaal bestuur. De raad heeft een voorbeeldfunctie. Respect en duidelijke afspraken met andere raadsleden kunnen ervoor zorgen dat die voorbeeldsfunctie waar gemaakt wordt.  Sommige afspraken zijn zo cruciaal dat ze verplicht gemaakt moeten worden. Andere afspraken zijn mogelijkheden die we voorstellen.

Wat staat er in het (verplicht) huishoudelijk reglement?

Het huishoudelijk reglement is onmisbaar voor de raadsleden omdat de hele raadswerking er concreet gemaakt wordt en ook de rechten van raadsleden er uitgewerkt worden. Bij het begin van elke bestuursperiode moeten zowel de gemeente- als de OCMW-raad een huishoudelijk reglement goedkeuren, maar ook tijdens de bestuursperiode kunnen deze reglementen worden aangepast. De VVSG stelt een model ter beschikking en adviseert om de huishoudelijke reglementen van beide raden zo goed als mogelijk op elkaar af te stemmen. Het huishoudelijk reglement moet o.a. bevatten:

  • de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt betaald en het bedrag daarvan;
  • regels in verband met de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat;
  • de wijze van verzending van de oproeping voor de raad en het ter beschikking stellen van het dossier aan de raadsleden;
  • de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen medewerkers technische inlichtingen aan de raadsleden kunnen verstrekken;
  • de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift;
  • de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de gemeentelijke en OCMW-diensten;
  • de voorwaarden waaronder de raadsleden mondelinge en schriftelijke vragen kunnen stellen aan de leden van het college van burgemeester en schepenen (vast bureau);
  • de wijze waarop de notulen van de raad worden gemaakt en ter beschikking worden gesteld;
  • de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;
  • de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de gemeenteraad digitaal of hybride kan vergaderen, als het huishoudelijk reglement deze mogelijkheden opneemt;
  • enkel voor de gemeenteraad: de regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties.

Wat staat er in de (verplichte) deontologische code?

Het is verplicht om als gemeente- en als OCMW-raad een deontologische code aan te nemen, maar nergens wordt bepaald wat er in die code moet staan. De VVSG ontwikkelde daarom in samenwerking met Gouvernance en Integrity België een modelcode. Dit model van deontologische code geeft lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze  hun mandaat moeten uitoefenen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. De deontologische code is in de eerste plaats dan ook niet gemaakt om te bestraffen, maar om een veilige omgeving te creëren waarbinnen de lokale mandatarissen moeten werken. De code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:

  • dienstbaarheid,
  • functionaliteit,
  • onafhankelijkheid,
  • openheid,
  • vertrouwelijkheid en
  • zorgvuldigheid.

Het is niet de bedoeling deze code integraal te kopiëren, maar om ze te gebruiken voor het lokale debat daarover. Zo kan ieder lokaal bestuur een code op maat uitwerken. We adviseren om de gemeente- en OCMW-raad dezelfde code te laten aannemen.

Ook moet de deontologische code sinds 2 maart 2023 regelen dat er een deontologische commissie is. Dat betekent dat:

  • de gemeenteraad en de OCMW-raad elk een deontologische commissie moeten oprichten;
  • de deontologische codes van zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad regels moeten bevatten over de deontologische commissie, meer bepaald over de:
    - samenstelling,
    - werking en
    - bevoegdheid
  • de deontologische commissie van de gemeenteraad en die van de OCMW-raad beiden minstens bestaan uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.

Ook al is het juridisch nodig om voor de gemeente en het OCMW een aparte deontologische code en commissie te hebben, toch raden we aan om deze maximaal op elkaar af te stemmen. Het komt de duidelijkheid, de expertise van de leden en de praktische werking ten goede als de gemeentelijke deontologische commissie en die van het OCMW samengesteld zijn uit dezelfde mensen en gelijkaardige bevoegdheden en werkingsregels hebben. De VVSG voorziet een addendum bij het model van deontologische code waardoor bepalingen over de deontologische commissie ingevoegd kunnen worden in het VVSG-model.

Wat staat er in een gedragscode sociale media?

Het gebruik van sociale media is niet meer weg te denken. Dat is ook zo in de lokale politiek. De snelle groei van sociale media gecombineerd met het potentieel bereik van mensen en interactie maken van sociale media een aantrekkelijk communicatiemiddel. Via sociale media delen mensen informatie, kennis en ervaringen. Sociale media bieden de mogelijkheid om een netwerk uit te bouwen en om in dialoog te treden met de burger. Dit zorgt voor kansen en uitdagingen, maar er zijn tevens ook gevaren. We moedigen het gebruik aan, maar sociale media kunnen ook gevolgen hebben die minder wenselijk zijn. De VVSG heeft daarom in samenwerking met socialemediaburo.be een model van gedragscode voor sociale media voor mandatarissen uitgewerkt dat mandatarissen moet helpen om sociale media optimaal te benutten en minder aangename ervaringen te vermijden. Het is niet verplicht om een dergelijke code aan te nemen.

Ook interessant:

burger betrekken