In deze editie van Lokaal presenteert Vlaams minister Matthias Diependaele zijn visie op het onroerenderfgoedbeleid. De minister heeft de afgelopen maanden niet stilgezeten. Vorig jaar ging het klassieke systeem van erfgoedpremies op de schop. Op dit ogenblik vindt er een consultatie plaats over zijn visienota ‘Lokaal onroerenderfgoedbeleid’. Ondertussen wordt er ook gewerkt aan een vernieuwde visie op de herbestemming van parochiekerken.

Voor de lokale besturen is onroerend erfgoed een belangrijk beleidsdomein. Uiteraard omwille van de waarde van het patrimonium, de emotionele band die inwoners ermee voelen en het beeldbepalende karakter van zulke gebouwen in onze omgeving. Maar evenzeer vanwege de impact van onroerend erfgoed op de gemeentelijke financiën. De lokale besturen hebben veel onroerend erfgoed in bezit of zijn er in het geval van veel parochiekerken financieel (mede)verantwoordelijk voor.

De hervorming van het premiestelsel heeft onmiskenbaar positieve kanten. Dat de onhoudbaar lange wachtlijst weggewerkt raakt door de injectie van extra relancemiddelen en dat het premiebedrag voor de gewone procedure verhoogt, zijn pluspunten. Het verdwijnen van de klassieke restauratiepremie en het werken met oproepen doen daarentegen wel nog vragen rijzen. Zal het patrimonium van de lokale besturen in de toekomst nog voldoende in aanmerking komen? Wat zal op lange termijn het financiële effect op de gemeentelijke financiën zijn?

In zijn visienota ‘Lokaal onroerenderfgoedbeleid’ herbekijkt de minister de taakverdeling tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen voor onroerend erfgoed. Minister Diependaele beschouwt de lokale besturen als de motor van het onroerenderfgoedbeleid, vooral in een rol als Onroerend Erfgoedgemeente en al samenwerkend in een Intergemeentelijke Erfgoeddienst. De lokale besturen willen hier zeker meer dan hun steentje toe bijdragen, maar wijzen op het belang van voldoende financiering om bepaalde taken te kunnen opnemen. Nog belangrijker dan de financiering is de manier waarop deze samenwerking vorm krijgt: kunnen de gemeenten ook effectief zelf beleid voeren, of zijn we louter uitvoerders van het beleid van de Vlaamse overheid?

Een belangrijke werf is de omgang met de parochiekerken. Vlaanderen telt bijna 1800 parochiekerken, waarvan ongeveer één derde is beschermd. De afgelopen jaren zijn er al belangrijke stappen gezet op de weg naar de nevenen herbestemming van parochiekerken. Een blijvende stimulans in verband met de daadwerkelijke herbestemming van parochiekerken is hard nodig. Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG

 

Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG
Voor Lokaal 05 | 2021