Stad van stromen

Het project heeft invloed op de volgende thema's: 

Water  |  Materialen  |  Energie  |  Ruimtelijke ordening  |  Beleid

 

Korte beschrijving:

De onderzoeksopdracht gaat in op de vraag hoe onder meer goederen, biomassa, afval, energie, mensen, lucht, en data zich in en rond de stad Antwerpen bewegen. Hoe beïnvloeden deze stromen de levenskwaliteit en welke fysieke, directe en indirecte relaties bestaan er in ruimtelijke zin? Waar liggen de meeste opportuniteiten om mee verder te werken? Hoe kan dit inzichtelijk en bruikbaar gemaakt worden en richting geven aan beleid en maatschappelijke betrokkenen? Een samenwerking tussen de stad, Ovam, Ruimte Vlaanderen, Team Vlaams Bouwmeester en het havenbedrijf lag voor de hand: elke partner zoekt op haar manier naar antwoorden op deze vragen.
 

Reden van het project:

Antwerpen werkt sinds 2016 aan een strategisch ruimteplan Antwerpen. Dit is de actualisatie van het strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen dat dateert van 2006. De doorstartnota voor dat actualiseringsproces werd goedgekeurd op het college van januari 2016. De doorstartnota voorzag in een proces met veel tijd voor allerlei onderzoeken alvorens het nieuwe plan op te maken. Het actualiseringsproces werd gestructureerd volgens 3 thema’s: de stromende stad, de levende stad en de samenwerkende stad. De metabolismestudie was één van die onderzoeken die de stad inzichten en input moest geven voor het thema stromende stad. Het thema dat staat voor voor alles over ecologie, energie- en vervoersstromen. Hoe bewegen de stromen in Antwerpen? Inzicht in de stofwisseling van Antwerpen helpt bij de ontwikkeling naar een duurzame regio. Het analyseren, begrijpen en leren gebruiken van het metabolisme van de stad, zijn structuur, het ecosysteem in brede zin en de tekortkomingen en sterke punten ervan, geeft concrete aanknopingspunten voor een veerkrachtigere stad. In 2018 werd de Inspiratienota goedgekeurd. Deze inspiratienota omvat de speerpunten voor een globale ruimtelijke toekomstvisie voor Antwerpen met een tijdshorizon tot 2050. De drie grote pijlers zijn: levendige woonstad, slimme netwerkstad en veerkrachtig landschap. De nota synthetiseert de onderzoeksfase die van 2016 tot 2018 liep en vormt de basis voor het nieuwe Strategisch Ruimteplan Antwerpen (SRA) dat vanaf 2019 wordt uitgewerkt.
 

Praktische info

  • Startdatum: 28 juni 2016
  • Investeringsbedrag: 50.000-250.000 euro
  • Financieringskanaal:  Eigen middelen en middelen van Ovam
  • Aanwerving: Geen

 

  • Gemeente: Antwerpen
  • Contactpersoon: Filip Smits
  • E-mailadres: filip.smits@antwerpen.be
  • Website: 

Betrokken diensten binnen de gemeente:

Transversale werking onder leiding van afdeling stadsontwikkeling  |  Omgeving  |  Ruimte

Samenwerking met andere lokale besturen:

Ruimte Vlaanderen en team Vlaams Bouwmeester.

 

Externe partners:

Het onderzoek was een samenwerking tussen:

  • De stad
  • Ovam
  • Ruimte Vlaanderen
  • Team Vlaams Bouwmeester
  • Het havenbedrijf.

Alle vijf de partners zaten in de stuurgroep van het onderzoeksproces.

Succesfactoren

  • Het project pioniert
  • Het project inspireert
  • Het project bracht verschillende partners (opdrachtgevers) samen
  • Het project ondersteund de dynamiek rond circulariteit en stedelijk metabolisme

Valkuilen

  • EIGENAARSCHAP: het onderzoek kaderde binnen een groter proces (de herziening van het strategisch ruimteplan). Het was geen rechtstreekse specifieke opdracht (vanuit één bestuurlijke bevoegdheid). Bestuurlijk eigenaarschap was dan ook niet/nauwelijks aanwezig
  • AMBITIE: de onderzoeksopdracht mankeerde hierdoor een duidelijke stedelijke ambitie
  • KEUZES: de opdracht vertrok heel breed, maar moest toch diepgang vinden. Daarom werden keuzes gemaakt en zijn er ook stromen die onderbelicht bleven (bijvoorbeeld voedsel). Hoe maak je die keuzes enwie maakt die keuzes?
  • VERWACHTINGEN: verschillende opdrachtgevende partners hebben verschillende verwachtingen

Uitdagingen

  • COMPLEXITEIT: het onderzoek legt veel kruisverbanden tussen verschillende stromen weer, wat het geheel niet minder complex maakt
  • COMMUNICATIE: de inhoud van het onderzoek op een laagdrempelige manier communiceren, burgers (en beleid) mee betrekken in het verhaal
  • OVERSTAP NAAR TRANSITIE: hoe kan je vanuit een eerder theoretisch vooronderzoek (het was de bedoeling nog een tweede fase aan het onderzoek te koppelen dat er niet van is gekomen) de bal aan het rollen houden om effectief beweging te krijgen (transitie): zowel binnen beleid (governance), als naar concrete projectvoorstellen toe (de praktijk)
  • Gebrek aan data: Wie weet wat? Wat weten we? Over welke hoeveelheden spreken we? (veel data zijn niet volledig of specifiek genoeg)