kris snijkers.jpg
Provider image

Bij elke nieuwe vorm van technologie waarmee we te maken krijgen, lijkt er hetzelfde debat te ontstaan. Veelal luidt de voorspelling dat de technologie in kwestie voor ‘disruptie’ zal zorgen.

De manier waarop we ons leven, of toch bepaalde aspecten daarvan, organiseren, zal nooit meer hetzelfde zijn. Of dat een positieve dan wel negatieve zaak zal zijn, hangt ervan af. Voor sommigen is het glas helemaal vol en zal de technologie vooral voor meer efficiënte of effectieve oplossingen zorgen. Voor anderen is het glas leeg. Aan de technologie kleven vooral veel risico’s, en ze zou nog het best helemaal niet worden toegepast of anders toch fel ingeperkt. Vandaag keert dit patroon terug in de discussie over ChatGPT van het Amerikaanse bedrijf OpenAI. Het gaat om een toepassing van artificiële intelligentie (AI) die nu voor het brede publiek ter beschikking komt.

In deze editie van Lokaal licht Mieke De Ketelaere, directeur Artificiële Intelligentie van Imec, toe wat artificiële intelligentie voor ons betekent. Ze zet artificiële intelligentie af tegenover digitaliseringsprojecten die ‘regelgebaseerd’ zijn. In een regelgebaseerd systeem bepaalt de ontwikkelaar het algoritme, en daarmee dus ook de manier waarop de applicatie tot een bepaald resultaat komt, nog steeds volledig zelf. Dat is niet meer het geval bij vormen van artificiële intelligentie. Een AI-systeem heeft zelf lerend vermogen en kan tot resultaten komen zonder dat die eerst werden ingelepeld.

Is dit interessant of relevant voor de publieke sector in het algemeen en voor de lokale besturen in het bijzonder? Zeer zeker. Mieke De Ketelaere geeft enkele voorbeelden die de sterkten van dit soort technologie aantonen. Technologie biedt steeds kansen waarbij we ons de vraag moeten stellen hoe we ze kunnen inzetten om onze beleidsdoelstellingen te realiseren. Tegelijk zijn er – terecht – vragen op ethisch en democratisch vlak. Begrijpen we hoe technologie tot een bepaalde uitkomst komt? Wat zijn de achterliggende mechanismen? Doen de algoritmen wat we ervan verwachten? En daar zit vaak de moeilijkheid. Hebben de informatici die de digitalisering vormgeven niet meer macht dan de democratisch gecontroleerde besluitvormers? En hebben de besluitvormers wel echt zicht op wat er in de black box van de technologie gebeurt? Vaak is dat onvoldoende het geval. Het wordt almaar belangrijker om de link te leggen tussen de technologie en de beleidsmatige en democratische kwaliteitsmaatstaven waaraan we belang hechten. Dit vergt nieuwe vormen van expertise, afkomstig van brugfiguren die zowel verstand hebben van technologische ontwikkelingen als van de beleidsmatige doelstellingen.

Verderop in deze editie van Lokaal leest u welke impact zulke brugfiguren kunnen hebben in de context van de organisatie van zorg. ‘Zorgtechnologie’ is een opleiding die door hogeschool Vives wordt aangeboden. Een opleiding die aspecten van zorg combineert met technologische aspecten. Welzijnsvereniging Mintus is alvast op de kar gesprongen en stelt een zorgtechnoloog tewerk. Het toont aan dat technologie ons vooral veel kan opleveren, mits we er op een goede manier mee omgaan. —

 

Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 02 | 2023