lokaal_20230201_26_detoekomst.png
Provider image

Artificiële intelligentie trekt aan en roept tegelijk weerstand op. Denk maar aan de recente commotie over ChatGPT, de toegankelijke chatbot die tekst genereert over de meest uiteenlopende onderwerpen. Mieke De Ketelaere wil artificiële intelligentie op een begrijpelijke manier vertalen voor burgers. ‘Meer transparantie is noodzakelijk om AI positief kritisch te kunnen benaderen. Eigenlijk zou iedereen in grote lijnen moeten weten hoe AI werkt.’

Mieke De Ketelaere is adjunct-professor Sustainable AI aan de Vlerick Business School. Ze omschrijft zichzelf als een extraverte nerd. Al sinds de jaren 1990 is ze met AI bezig. Ze schreef het boek Mens versus machine. Artificiële intelligentie ontrafeld. Vragen van ethiek, betrouwbaarheid en duurzaamheid van AI behoren tot de kern van haar werk.

‘AI is een systeem dat in staat is zelfstandig iets te leren zonder dat er een programmeur aan te pas komt. Bij regelgebaseerde systemen programmeert een specialist regeltje per regeltje, en hij weet heel duidelijk wat er gebeurt. Hoe goed die systemen ook zijn, als er geen regel geprogrammeerd is, blokkeren ze. Bij AI halen systemen zelfstandig patronen uit data, ze kijken naar het verleden en zeggen wat er met grote waarschijnlijkheid in de toekomst zal gebeuren. Met grote waarschijnlijkheid, dat wil zeggen dat het systeem niet altijd correct is. Omdat met die foutenmarge vaak geen rekening wordt gehouden, loopt het soms mis en krijg je twee stromingen: mensen die in AI geloven en anderen die er niet in geloven. Maar AI heeft niets met geloven te maken, het is een technologie, een tool die wij maken en kunnen controleren.’

‘Eigenlijk zou iedereen in grote lijnen moeten weten hoe AI werkt. Moeten we exact begrijpen hoe de algoritmes werken? Nee, we weten toch ook hoe we een microgolfoven veilig kunnen gebruiken zonder er de fysica van te kennen. We hoeven niet bang te zijn voor algoritmes maar moeten wel gezond kritisch kijken naar wat AI is, hoe het werkt, waar data terechtkomen, wanneer welke vragen gesteld moeten worden bij een bepaalde beslissing, wat de maatschappelijke impact is. Er is nog onvoldoende educatie.’

‘In veel bedrijven en organisaties is de digitalisering nog regelgebaseerd, of toch voor een groot stuk. Zeker ook in lokale besturen. Daar is niets mis mee, integendeel. Je kunt niet voor alles AI inzetten en dat hoeft ook niet. En bovendien raad ik organisaties en bedrijven af om meteen van nul digitalisering naar AI te gaan. Begin met regelgebaseerde systemen, zo wordt de organisatie digitaal matuurder en groeit er een cultuur van digitalisering en automatisering. Later kan dan voor sommige toepassingen de stap naar AI worden gezet.’

‘Als je bijvoorbeeld een systeem van automatische rechtentoekenning wilt opzetten, is dat per definitie regelgebaseerd. Het is natuurlijk ingewikkeld en zeer complex, maar het is een geheel van regels en procedures. Daar heb je geen AI voor nodig. Wat AI bijvoorbeeld wel kan, is op basis van beschikbare data uit het verleden, van andere dossiers, voorspellen voor welke rechten iemand die bij het OCMW aanklopt, naar alle waarschijnlijkheid in aanmerking komt. Ik kan me voorstellen dat dit voor een maatschappelijk werker zeer nuttige informatie kan zijn om de cliënt verder te helpen. Doordat hij niet alle informatie zelf moet verwerken en analyseren, is er meer tijd voor goede en persoonlijke dienstverlening. Maar je mag het systeem niet laten beslissen over de toekenning van rechten, want er is altijd een foutenmarge. Een mens moet de beslissingen nemen, het systeem kan helpen.’

‘AI wordt ingezet voor vier soorten van taken, gevat in vier d’s: dull, difficult, dangerous, dirty. In een gemeentehuis kan het helpen om saaie, administratieve taken over te nemen die energie van de medewerkers vreten. Als een AI-systeem een document van een burger kan scannen en analyseren op basis van tekst- en beeldherkenning, als het ziet waar welke informatie nog ontbreekt, dan kan de medewerker meer aandacht hebben voor de dienstverlening aan de cliënt. Als een gemeentehuis digitaal communiceert met burgers die dat graag willen en kunnen, dan hebben medewerkers meer tijd om mensen te helpen die daar niet zo bedreven in zijn of die veel waarde hechten aan persoonlijk contact. In het backoffice van de gemeente kan AI helpen om bijvoorbeeld de financiële middelen zo goed mogelijk in te zetten en transparante beslissingen te nemen. Denk aan het verlenen van subsidies waar nu het buikgevoel of de politieke insteek nog vaak een belangrijke rol speelt.’

‘Ook voor de lokale politie kan AI van groot nut zijn. De technologie kan enorm grote datasets analyseren, patronen detecteren en er projecties voor de toekomst uit afleiden. Denk aan het voorspellen waar, in welke wijk een golf van inbraken te verwachten is. Dan kan de politie daar extra inzetten op sensibilisering, preventie en aanwezigheid.’

‘Een algemeen directeur vroeg me onlangs of AI nuttig zou zijn om de zitbanken in de gemeente in kaart te brengen. Er bestaan zoveel verschillende soorten zitbanken in alle maten, kleuren en vormen dat het bijzonder veel tijd en energie zou vragen om een systeem te trainen in het herkennen ervan. En dan nog zou de foutenmarge behoorlijk groot zijn. Het is dus veel makkelijker en efficiënter om iemand op pad te sturen om zitbanken te registreren. Of de gemeente kan inwoners sensibiliseren om via een app foto’s van banken door te sturen, met location tracking. Dat is geen AI maar wel een slimme en geïntegreerde digitalisering samen met de burgers. Waar AI welvoor wordt ingezet, is het detecteren van de toestand van het wegdek met een camera die op de vuilniswagens wordt geplaatst. Die vrachtwagens komen overal in de gemeente, AI interpreteert de beelden die de camera’s genereren. Dat maakt het mogelijk een objectieve prioriteitenlijst van toekomstige wegenwerken op te maken. Nu gebeurt dat nog vaak op buikgevoel, even vaak komt de straat van de hardste roepers het eerst aan de beurt.’

‘De weerstand tegen AI is voor een deel te verklaren door onwetendheid over hoe algoritmes werken. Wat ook niet helpt, zijn de macht en impact van giganten als Google, Amazon of Facebook, en het gebrek aan transparantie over hoe ze omgaan met de massa data waarover ze beschikken. Het goede nieuws is dat de gecentraliseerde aanpak van enkele grote spelers meer en meer gedecentraliseerd zal worden. In de toekomst zal de burger, de klant zijn eigen data beheren en bepalen wie ze krijgt en wat die ermee doet. Die evolutie is in volle gang. Algoritmes voor gezichtsherkenning om een smartphone te deblokkeren bijvoorbeeld draaiden vroeger in de VS, nu staan ze op de smartphone zelf: de algoritmes reizen, niet de data. Dat heeft een positieve impact op de privacy en op de energie-efficiëntie. Want we vergeten vaak hoe groot de energie-impact van AI is. Als ik mijn spraakassistent vraag wat voor weer het morgen wordt, dan kost dat ongeveer dertien gram CO2 .’ —

 

Bart Van Moerkerke is redacteur Lokaal | Beeld Stefan Dewickere
Voor Lokaal 02 | 2023