0DBE0DB9-B850-4CFF-B7FE-67BD7BB63CF1 kennisnetwerk.png
Provider image

Burgers hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om de samenleving op een duurzame manier vorm te geven, dit is het idee van de commons-beweging die Commons Lab in Antwerpen concreet uitwerkt met tijdelijke experimenten in straten. Die straten worden echte tuinen en helpen zo de klimaatverandering keren.

In 2018 nam Koen Wynants mee het initiatief voor de oprichting van Commons Lab Antwerpen. Eerder was hij actief geweest in ‘Antwerpen aan het woord’ dat burger en bestuur dichter bij elkaar wilde brengen om samen de stad te maken. Maar dat proces ging hem te traag. ‘Ik wilde meer experimenteren, het liefst op microschaal en heel cocreatief. In het commonsgedachtegoed van Michel Bauwens, die toen ook het transitieplan voor Gent tekende, vond ik precies wat ik wilde doen.’ De internationale commonsbeweging benadert de stad als gemeengoed, als van de gemeenschap.

Volgens de commons-beweging maken de burgers samen afspraken en is het niet de overheid die oplegt hoe het mag en moet. Als burgerinitiatief ondersteunt Commons Lab Antwerpen nu allerlei Antwerpse burgercollectieven met ideeën en materiaal, en dat onder meer dankzij projectsubsidies van de Burgerbegroting. Eerst werden de Toekomststraten en dan de Tuinstraten ingericht met tijdelijke constructies, met veel groen en plaatsen om samen te zitten waardoor het verkeer uit de straat werd verbannen. ‘We eten en feesten er samen. Dat heeft een serieuze impact op iedereen die er woont, maar ook op mezelf. Ik heb er vrienden voor het leven gemaakt.’

 

Gemeenschapsdienst

Om het begrip ‘commons’ duidelijk uit te leggen leidt Koen Wynants me eerst van de Antwerpse Hollandstraat door een gesloten poort naar het Zustersder-Armenplein, een parkje omringd door gebouwen in betonstenen. ‘Begin jaren tachtig werd hier een klooster afgebroken, en volgens de filosofie van die Zusters der Armen werden hier naast een woon-zorgcentrum sociale woningen gebouwd,’ zegt Koen Wynants. ‘Dit binnenplein is publieke ruimte, het is open van 8 tot 18 uur, maar heel weinig mensen weten dit, want de poort lijkt op slot.’

Voor de bewoners een bewuste keuze in verband met mogelijke overlast van heroïnegebruikers op het vlakbij gelegen De Coninckplein. ‘Bovendien beschouwen de bewoners van de sociale woningen dit als hun achtertuin. Maar in de hele wijk is er veel te weinig groene ruimte.’ Daarom begon Koen Wynants een paar jaar geleden met andere buurtbewoners aan een gemeenschappelijke tuin, hij plaatste composteerbakken en bouwde een kippenhok. Buurtbewoners brengen hun groenafval hierheen om het te composteren, Koen Wynants haalt het bij enkele restaurants op.

Voor hem is het een gemeenschapsdienst, gratis voor deze buurt, heel toegankelijk voor veel mensen. Al is het kippenhok niet echt een common. ‘Het is alleen toegankelijk voor wie de code van het kippenhokslot kent. Dit is een discussie. Je bakent iets af, waardoor niet iedereen er toegang toe heeft of niet iedereen erbij betrokken is. Soms is het ook een moeizaam proces om toelating te krijgen en dan durven we burgerlijk ongehoorzaam te zijn. Met het Zorgbedrijf hebben we ondertussen eilandjes afgebakend die wij mogen beheren.

In plaats van struiken planten we er eetbaar groen.’ Hij toont me waar na het rooien van de aardappelen nu aardperen en pompoenen groeien. Daarachter staan serres en liggen plantenbedden. ‘In deze gemeenschappelijke tuin kan iedereen wel binnen. Het beheer is in handen van de samentuingroep, we spreken af wie er wat mag zaaien op de publieke gronden.’ Het experimenteren geeft Koen Wynants en zijn collega Bavo Wouters die er ondertussen is bijgekomen, veel voldoening: ‘In je straat kies je je buren niet. Je moet met ze overeen zien te komen. Hoe diverser de buurt, hoe interessanter. We maken zelf de impact mee van het opbouwen van duurzame relaties in Antwerpen.’

 

Gezocht: commons-contract

Zelfs voor Koen Wynants die opgroeide in het Kempense Balen en bij zijn ouders en grootouders tuinen kende met rechte zaaibedden en keurige plantrijen, is het geven en nemen. ‘Als je met een grote groep iets onderneemt, moet je leren loslaten. Dit jaar hadden we door corona zelfs geen teeltplan, we hebben apart samen getuinierd. Door corona wilden nog meer mensen meedoen. Zo wordt het chaotischer maar ook gevarieerder. Omdat niemand de tomaten heeft getopt, is er veel plant maar weinig opbrengst in de serre.

In het begin hadden we hier een regenton gevuld met leidingwater, nu is de ondergrondse ton aangesloten op de regenpijpen. Het water pompen we op, zo werken we circulair.’ Mensen leren van elkaar, in de commons-beweging bestaat er een positief geloof in de mensen. ‘Je benoemt de goede dingen. Deze Appreciate Enquiry, het waarderende onderzoek, loopt goed, en we kunnen wat fout loopt hierdoor ook uitspreken, zelfs wat we kunnen doen om het weer goed te maken in plaats van sancties of regels in te voeren. Elk sprankeltje hoop willen we belichten. Zo gaat commons heel diep,’ zegt Bavo Wouters.

Maar niet iedereen doet mee. En al klinkt het gemeenschappelijke tof, niet iedereen is het daarmee eens. Dat geeft Koen Wynants ook toe, als we naast de composteerbak staan. ‘We veroorzaken ook overlast, tegenwoordig zitten hier muizen. We moeten de afspraken verbeteren en beter doen naleven. Brood op de composthoop trekt ongedierte aan.’ Bavo Wouters is daarom op zoek naar een nieuw instrument. ‘We willen een soort commons-contract, zodat we goede afspraken kunnen maken over het beheer.

Goede afspraken maken goede vrienden. De huidige buurtcontracten zijn soms te vaag of dan weer te gedetailleerd,’ zegt Bavo Wouters. ‘De vijf bijlagen ontnemen je alle zin om iets te ondernemen. We proberen andere vormen van buurtcontracten op te maken die vertrouwen als basis hebben.’ Commons wil immers niet zeggen dat alles in harmonie gebeurt, integendeel, het is conflict en overleg. Een van de acht designprincipes betreft daarom conflictmanagement. Een noodlijn of buurtbemiddeling zou voor Commons Lab een welkome ondersteuning zijn.

 

Kleinschaligheid op grote schaal

Voor Koen Wynants is naast de groepsdynamiek het inhoudelijke belangrijk, het keren van de klimaatverandering. Ondertussen lopen we verder door de wijk Antwerpen-Noord. Hij wijst naar een waterton aan een gevel. ‘Dat is een duurzame oplossing voor een veranderend klimaat en die tonnen kun je gemakkelijk opschalen. Na de opdracht van de stad voor de groepsaankoop van regentonnen in Sint-Andries hebben wij als commons hetzelfde gedaan in Antwerpen-Noord.’

Die regentonnen laat Commons Lab leveren in de Sint-Amanduskerk aan de Antwerpse Seefhoek waar er stockageruimte is in de kelders, vervolgens worden ze per bakfiets naar de mensen in de buurt gebracht. In deze logistieke hub zit ook een bouwmaterialenbibliotheek waar mensen hun bouwmateriaaloverschot naartoe brengen, en die grasmatten of houten pallets kunnen buurtgroepen lenen voor de tijdelijke inrichting van hun straten en pleinen.

Daarnaast is er plaats voor deelfietsen, een samentuingroep die er witloof kweekt, maar ook een paddenstoelenkwekerij, terwijl boven aan de straat dit jaar voor het eerst bijenkasten staan naast de al oudere moestuin. De 33 kilo honing wordt door de voedselcoöperatie Coop2060 verkocht aan de buurtwinkels. ‘We willen dat mensen meer hyperlokaal produceren en consumeren. Hiervoor werken we samen met de winkels van de buurt, dit is een voorbeeld van private en gemeenschapssamenwerking,’ zegt Koen Wynants.

 

Tijdelijk voor altijd

Van de Sint-Amanduskerk wandelen we naar de De Pretstraat, een van die straten die een paar jaar geleden tijdelijk anders werden ingericht. ‘Spontaan werd deze brede straat voor de hele buurt een plein. Er kwamen bakken voor bloemen en groenten en nu nog zie je kriskras op straat groen staan. Als je de mensen een beetje stimuleert, gebeuren er veel leuke dingen.’ Koen Wynants wijst ook op twee parkeerplaatsen die plaats hebben gemaakt voor een overdekte fietsenstalling. ‘We zijn begonnen met een tijdelijke inrichting, ondertussen is dat permanent geworden. Dat is onze strategie, door klein te beginnen zie je wat er werkt.’

Trots kijkt hij naar het gevelgroen, de geveltonnen en de fietsenstalling en hij noemt het een geslaagd experiment, al weet hij ondertussen al uit ervaring dat zo’n brede en lange straat niet evident is voor een tijdelijk experiment. Maar ook hier ziet hij hoe de mensen na die tijdelijke ervaring zelf georganiseerd blijven. Wouters en Wynants voelen zich dikwijls civil servants omdat ze de klachten van de bewoners doorgeven aan de bevoegde instanties en de vragen van de bewoners proberen te beantwoorden, en dat is dikwijls in elk district op een andere manier.

Koen Wynants: ‘Ondertussen is dat de grote zoektocht: hoe werk je samen met de overheid, hoe word je partners? Onze drijfveer is niet dat vrijwilligers taken van de overheid zouden overnemen, wel dat mensen veel meer dingen met elkaar doen en zo de omgeving verbeteren.’ •

 

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Voor Lokaal 11 | 2020

 

Omdat commons in hun kleinschaligheid overal toepasbaar zijn, heeft Commons Lab sinds kort alle initiatieven gebundeld op www.tuinstraten.be, van kinderopvang tot commons in het woon-zorgcentrum. Omdat er geen vaste formule bestaat, vind je hier alles op maat voor elke soort straat.