2020Lokaal03 - Burgerdialoog in de startblokken-1.jpg
Provider image

De democratie lijkt in crisis. De burgers worden mondiger. Ook in Duitstalig België klinkt de roep om meer inspraak. Daarom start de Duitstalige Gemeenschap met een permanente burgerdialoog. Het nieuwe systeem is ondertussen uitgetekend, deze maand komen de uitgelote burgers van de burgerassemblee voor het eerst samen om te discussiëren en een gezamenlijk standpunt in te nemen. Het eerste thema is gezondheidszorg.

De Duitstalige Gemeenschap telt negen gemeenten maar heeft met 77.000 inwoners de schaal van een stad. In februari 2019 keurde het Duitstalige parlement het decreet voor de invoering van een permanente burgerdialoog in de Duitstalige Gemeenschap goed. Om daar vorm aan te geven werden er twee lichamen in het leven geroepen: de burgerraad (Bürgerrat) en de burgerassemblee (Bürgerversammlung). Ze krijgen logistieke en andere steun van een bestendig secretariaat. De inspiratie voor de permanente burgerdialoog heeft de Duitstalige Gemeenschap bij de G1000 gehaald en bij initiatiefnemer David Van Reybrouck die ter stoffering van het lotingsysteem twee boeken heeft geschreven: Een pleidooi voor populisme (2011) en Tegen verkiezingen (2013).

 

De burgerraad bewaakt de dialoog

De burgerraad is het permanente orgaan van de burgerdialoog. Hij organiseert en bewaakt het hele proces. Hij kiest de thema’s die de burgerassemblees moeten bespreken en kan ook zelf thema’s voorstellen. Dat kunnen trouwens ook alle andere leden van de bevolking en politici. Het parlement kan zelf maximaal drie thema’s per jaar voorstellen. Om te garanderen dat voorstellen van individuele burgers door een (groot) deel van de bevolking worden gedragen, moet zo’n voorstel de handtekening van minstens honderd burgers krijgen. Uiteraard houdt de burgerraad bij de keuze van het thema rekening met het feit dat de kwestie onder de bevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap moet vallen.

De burgerraad beslist ook over de organisatie en alle praktische vragen van de burgerassemblees, zoals het aantal vergaderingen, tijdstip, plaats en duur en de keuze van de experts. Hij is verantwoordelijk voor de naverwerking en de evaluatie van het hele proces. Het enige wat de leden van de burgerraad dus eigenlijk niet doen is discussiëren over het thema en aanbevelingen aan de politiek formuleren. Dat is de opdracht van de assemblee. De burgerraad bestaat uit 24 mensen. Principieel zijn dit personen die al eerder in de burgerassemblee hebben gezeten en die dus weten hoe de burgerdialoog functioneert. Omdat de eerste burgerraad al eerder aan de slag ging dan de eerste burgerassemblee, was dit natuurlijk niet mogelijk.

De eerste burgerraad bestaat nu uit zes vertegenwoordigers van de partijen die in het parlement zetelen, zes deelnemers van het pilotproject Burgerforum Kinderopvang uit 2017 en twaalf uitgelote burgers. Om de zes maanden wordt een derde van de burgerraad vervangen. ‘Sinds september 2019 komt de burgerraad maandelijks samen om over het proces te beslissen en een onderwerp te kiezen. Dat eerste onderwerp is gezondheidszorg geworden,’ vertelt Anna Stuers, sinds de zomer van 2019 de bestendig secretaris van de burgerdialoog.

 

Plannen, praten en beslissen

Het parlement kan de aanbevelingen van de burgerassemblee overnemen en in wetten gieten.
Doet het dat niet, dan moet het uitvoerig motiveren waarom.
Het kan ze dus niet zomaar afwimpelen of naast zich neerleggen.

Zodra het thema vastligt, komt zoals gezegd de burgerassemblee in actie. Daar hebben de discussies plaats en worden aanbevelingen geformuleerd waarmee de burgers naar het parlement gaan. Eerst verzamelen de leden van de burgerassemblee alle mogelijke informatie over het thema. Ze zoeken informatie, bijvoorbeeld in de bibliotheek van het parlement, luiste-ren naar alle mogelijke betrokkenen en experts en kunnen ook juridische raad inwinnen. Daarna discussiëren ze en formuleren ze op basis van hun grondige inzichten aanbevelingen. Het is de bedoeling dat ze die unaniem kunnen opstellen. Lukt dit niet, dan is er een viervijfdemeerderheid binnen de groep nodig voordat ze ermee naar het parlement stappen.

Dit voorjaar gebeurt dit allemaal voor de allereerste keer. Anna Stuers vertelt: ‘Op de eerste bijeenkomst van 7 maart zetten gezondheidsexperts hun visie uiteen en bezorgen we de burgers alle mogelijke informatie. Op de tweede vergadering twee weken later zullen ze vooral debatteren, zodat ze op de derde vergadering op 4 april hun aanbevelingen aan het parlement kunnen formuleren.’ Een externe moderator zal deze bijeenkomsten in goede banen leiden. De aanbevelingen worden door een delegatie van de burgerassemblee voorgesteld aan de verantwoordelijke parlementscommissie, maar alle leden van de assemblee kunnen er in discussie treden met de commissieleden en de minister.

Deze zitting is openbaar, alle burgers van de Duitstalige Gemeenschap kunnen ze dus bijwonen. Dan is het woord aan de politici. Ze kunnen de aanbevelingen van de burgerassemblee overnemen en in wetten gieten. Doen ze dat niet, dan moeten ze uitvoerig motiveren waarom. Ze kunnen ze dus niet zomaar afwimpelen of naast zich neerleggen. De zitting waarin zij bespreken wat ze met de aanbevelingen zullen doen – geheel of gedeeltelijk overnemen of afwijzen – is trouwens ook openbaar. Na uiterlijk een jaar controleert de burgerraad in hoeverre de aanbevelingen in decreten omgezet zijn.

 

Loting

De leden voor de burgerassemblee worden uitgeloot. Iedereen die in de Duitstalige Gemeenschap woont en minstens zestien jaar oud is, komt in aanmerking, behalve wie door een misdrijf zijn stemrecht verloren heeft en wie een openbaar ambt uitoefent (leden van het parlement en de regering, provinciale en lokale mandatarissen, rechters en procureurs en leidende ambtenaren).

Voor deze eerste ronde schreef secretaris Anna Stuers duizend uitgelote burgers aan met de vraag of ze wilden deelnemen aan de burgerdialoog. 115 mensen reageerden positief, 140 deden de moeite een negatief antwoord te sturen en uit te leggen waarom ze niet konden of wilden deelnemen.

Hoeveel mensen er in de burgerassemblee plaatsnemen, wordt per thema beslist door de burgerraad, voor het thema gezondheidszorg zijn er uit de burgers die zich hebben aangemeld 25 mensen geselecteerd op basis van leeftijd, opleiding en geografische spreiding. ‘Als iemand toch niet aan de vergaderingen kan deelnemen, zoeken we ter vervanging iemand met hetzelfde profiel uit onze lijst,’ legt Anna Stuers uit. De bedoeling is wel dat de burgerassemblee haar thema gedurende het hele jaar met dezelfde leden blijft opvolgen, al kun je niemand verplichten te blijven zitten als hij of zij het om een of andere reden niet langer wil. Alle leden van burgerraad en burgerassemblee krijgen per bijeenkomst een kleine vergoeding en terugbetaling van transportkosten.

 

De democratie dubbel versterkt

Wanneer burgers jaar na jaar samenkomen om telkens weer over een ander thema
dat op dat moment de aandacht heeft, te overleggen en mee te beslissen,
dan is dat een sterk signaal aan de politici.

De Duitstalige Gemeenschap maakt zich sterk dat ze met deze procedure een uniek en bijzonder sterk model van burgerparticipatie gecreëerd heeft. De ervaring met het pilotproject betreffende kinderopvang in 2017 was zo positief dat ze deze werkwijze wilde bestendigen. Wanneer burgers jaar na jaar samenkomen om telkens weer over een ander thema dat op dat moment de aandacht heeft, te overleggen en mee te beslissen, dan is dat een sterk signaal aan de politici en een manier voor hen om nog beter te begrijpen wat de bevolking belangrijk vindt. Omgekeerd krijgen de betrokken burgers – en via hen ook hun vriendenkring en familie – meer inzicht in en begrip voor de politieke besluitvormingsprocessen. Hun vertrouwen daarin en hun geloof in de democratische instellingen kunnen er alleen maar wel bij varen.•

 

Marleen Capelle en Marlies van Bouwel zijn redacteurs van Lokaal
Voor Lokaal 3 | 2020