Betaalbaar wonen is  een breder begrip dan sociaal wonen.

De term 'betaalbaar wonen' is nergens in regelgeving gedefineerd.  De betaalbaarheid van wonen kan je niet louter beoordelen op basis van enkel de woning- en huurprijzen. Een hogere uitgave gaat immers niet noodzakelijk gepaard met een verminderde betaalbaarheid. Om de betaalbaarheid van wonen te beoordelen moet de relatie worden gelegd tussen de woonuitgaven en het inkomen. Verschillende methoden zijn mogelijk.

De woonquote geeft het aandeel van het inkomen dat wordt besteed aan woonuitgaven. De stelregel is dat de woonquote maximum 30% mag bedragen. De methode van het ‘resterend inkomen’ is gebaseerd op het budget waarover een gezin moet beschikken om menswaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving. Na het betalen van de woonuitgaven moet het gezin dan nog voldoende inkomen overhouden, waardoor zowel betaalbaarheidsproblemen met wonen als algemene inkomensproblemen worden getoond.

 

Snel naar...

Zelf realiseren van betaalbare projecten

Niets staat een gemeente of OCMW echter in de weg om zelf woonprojecten te realiseren. Sterker nog, er kunnen situaties denkbaar zijn dat het zelfs aangewezen is dat een gemeente of OCMW zelf projecten realiseert. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn als ze voor een bepaald doelpubliek het woningaanbod wil vergroten.

Indien een gemeente reeds gronden in eigendom heeft of bereid is er te kopen, kan zij die gebruiken om sociale woningbouw of betaalbare woningprojecten op te realiseren, eventueel voor specifieke doelgroepen. Ze kan de gronden gewoon verkopen of meer ‘creatieve’ formules uitdenken die ervoor zorg dragen dat de kans maximaal is dat de woningen die er uiteindelijk worden gerealiseerd ook betaalbaar zijn, bijvoorbeeld door het afsluiten van een erfpachtformule of opstal. 

Meer weten?

Ben je een lokaal mandataris of werk je voor een lokaal bestuur en heb je een vraag over dit thema? Dan kan je contact opnemen met Joris Deleenheer .