Statuut raadslid

Presentiegeld

Gemeenteraad

De gemeenteraad stelt het bedrag van de presentiegelden vast, maar dat kan enkel binnen bepaalde grenzen. Concreet moeten de presentiegelden sinds 1 maart 2025 tussen 60,63 euro en 265,25 euro liggen. Deze minima en maxima worden bij elke overschrijding van de spilindex aangepast. Het Agentschap Binnenlands bestuur publiceert telkens de nieuwe bedragen(opent nieuw venster). De raad kan bepalen dat de bedragen geïndexeerd worden. 

Wil men een presentiegeld voor andere interne vergaderingen waar gemeenteraadsleden mogelijk verwacht worden vanuit hun functie (zie opsomming in het uitvoeringsbesluit van 6 juli 2018(opent nieuw venster)), dan moeten die vergaderingen en het toegekende bedrag daarvoor opgenomen worden in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Zo kan de gemeenteraad een presentiegeld toekennen voor vergaderingen van de gemeenteraadscommissies, ook voor de raadsleden met raadgevende stem. Dit geldt ook voor de vergaderingen van de deontologische commissie.

Raadsleden ontvangen enkel een presentiegeld als ze effectief op de vergadering aanwezig waren. Enkel het aanwezigheidsregister tekenen en dan vertrekken, is dus niet voldoende om een presentiegeld te krijgen. In het huishoudelijk reglement kan de gemeenteraad bepalen onder welke voorwaarden een raadslid dat voortijdig de vergadering verlaat toch een presentiegeld kan krijgen. Daarnaast kan de raad ook bepalen dat er een presentiegeld wordt toegekend voor de vergaderingen waarvoor het aanwezigheidsquorum niet is bereikt, maar waarvoor de raadsleden, als het bereikt was, wel een presentiegeld zouden krijgen. Ook kan via het huishoudelijk reglement een presentiegeld toegekend worden voor vergaderingen die hervat worden op een andere dag. Werden deze zaken niet geregeld, dan kan er geen presentiegeld gegeven worden.

Raadsleden die verhinderd zijn en die worden vervangen in de gemeenteraad krijgen op dat moment geen presentiegeld. Hun (tijdelijke) opvolgers wel. Ook de vertrouwenspersoon die een mandataris met een beperking bijstaat, heeft recht op een presentiegeld.

Ook voor bepaalde externe vergaderingen kunnen raadsleden presentiegelden ontvangen. Dit kan voor de vergaderingen van:

  • de raad van bestuur en het directiecomité van een autonoom gemeentebedrijf of AGB
  • de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschappen in privaatrechtelijke vorm,
  • het beheerscomité van een interlokale vereniging,
  • de raad van bestuur van een projectvereniging,
  • de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité van een opdrachthoudende vereniging,
  • de algemene vergadering, de raad van bestuur en het directiecomité van een dienstverlenende vereniging.

OCMW-raad

In de OCMW-raad gelden gelijkaardige principes: Ook OCMW-raadsleden krijgen een presentiegeld voor hun aanwezigheid op OCMW-raadszittingen, maar enkel als die vergadering niet aansluit op die van de gemeenteraad. Het presentiegeld bedraagt evenveel als voor het bijwonen van de gemeenteraad.

Wil men een presentiegeld voor andere vergaderingen waar OCMW-raadsleden mogelijk verwacht worden vanuit hun functie, dan moeten die vergaderingen en het toegekende bedrag daarvoor opgenomen worden in het huishoudelijk reglement van de OCMW-raad. Zo kan de OCMW-raad een presentiegeld toekennen voor vergaderingen met de vertegenwoordigers van de OCMW-verenigingen en -vennootschappen of voor de vergaderingen van de deontologische commissie.

Voor vergaderingen die niet onder de opsomming in het uitvoeringsbesluit voor de mandatarissen(opent nieuw venster) vallen, is er geen presentiegeld mogelijk. Dat is problematisch voor wie bv. de vergadering van de Lokale Adviescommissies water, gas en elektriciteit opvolgt. Dat engagement kan dus niet verloond worden.

Voor afspraken over het niet-volledig bijwonen van de vergadering, het 's anderdaags verderzetten ervan of wat er gebeurt met het presentiegeld als het quorum niet gehaald werd, geldt hetzelfde als voor de gemeenteraad: presentiegeld kan er enkel voor toegekend worden als de OCMW-raad dat geregeld heeft in het huishoudelijk reglement. Ook in de OCMW-raad is er een presentiegeld voor de vertrouwenspersoon van het raadslid met een beperking.

Ook voor bepaalde externe vergaderingen kunnen raadsleden presentiegelden ontvangen. Dit kan voor de vergaderingen van de algemene vergadering en raad van bestuur van:

  • een welzijnsvereniging,
  • een autonome verzorgingsinstelling,
  • een vereniging van privaat recht voor de exploitatie van een ziekenhuis of met ziekenhuisgebonden activiteiten,
  • een vereniging of vennootschap voor sociale dienstverlening voor andere activiteiten dan de exploitatie van een ziekenhuis,
  • een woonzorgvereniging of woonzorgvennootschap.

Ondersteuning

De verschillende rollen als raadslid vragen veel engagement en energie. Opname van politiek verlof kan dan ook vaak essentieel zijn. Daarnaast kan ook de raad nog maatregelen nemen om de raadsleden en de fracties beter te ondersteunen bij hun taken.  Naast de toekenning van een presentiegeld  kan dat ook in de vorm van een vergoeding voor gemaakte kosten.

Raadsleden kunnen een kostenvergoeding krijgen als het huishoudelijk reglement daarin voorziet. Belangrijk daarbij is dat:

  • het enkel kan gaan om een terugbetaling van kosten die het raadslid werkelijk heeft gemaakt. Forfaitaire kostenvergoedingen zijn dus niet mogelijk;
  • het raadslid kan bewijzen dat de kosten effectief gemaakt zijn;
  • de kosten verband houden met de uitoefening van het mandaat en noodzakelijk zijn voor de uitoefening ervan; een voorbeeld hiervan is een studiedag of vorming met voor het raadslid relevante thema’s.

De raad kan nog bijkomende voorwaarden opleggen. De algemeen directeur moet dan nagaan of voldaan is aan alle voorwaarden voor een kostenvergoeding. Elk jaar wordt een openbaar overzicht gemaakt van de aan de raadsleden terugbetaalde kosten.

Naast een terugbetaling van kosten kan de raad ook bepaalde faciliteiten aanbieden (vergaderlokaal, laptop, hoofdtelefoon, etc.).  Ook dergelijke faciliteiten worden het best geregeld in het huishoudelijk reglement.

Ten slotte kan er ook een ondersteuning van de fracties uitgewerkt worden. Dat kan bijvoorbeeld door een jaarlijkse toelage voor alle raadsfracties. Deze toelage kan wel enkel gebruikt worden voor de ondersteuning van de fractie- en raadswerking. Het is dus niet mogelijk daarmee de partijwerking of verkiezingsuitgaven te financieren. Elk jaar moet de fractie via een nota bewijzen hoe de middelen aangewend zijn. Ook hier wordt jaarlijks een openbaar overzicht van gemaakt.

Verzekering

Raadsleden dragen veel verantwoordelijkheid. Daarom is het van belang dat ze goed verzekerd zijn, zodat ze beschermd zijn wanneer er tijdens de normale uitoefening van hun mandaat iets fout loopt. Het is wettelijk verplicht voor het bestuur om de raadsleden tijdens de normale uitoefening van het mandaat te verzekeren voor:

  • burgerlijke aansprakelijkheid (inclusief rechtsbijstandsverzekering),
  • bestuurdersaansprakelijkheid, wanneer men zijn bestuur vertegenwoordigt als lid van de raad van bestuur of als dagelijks bestuurder in een rechtspersoon die zelf geen zo'n verzekering heeft afgesloten,
  • ongevallen van raadsleden, die hun overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun mandaat.

Daarnaast is het bestuur zelf burgerrechtelijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboeten waartoe een raadslid wordt veroordeeld wegens een misdrijf. Uiteraard geldt ook hier dat dit alleen gebeurt als het misdrijf begaan is bij de normale uitoefening van het mandaat. Uitgesloten zijn zaken die bij herhaling voorkomen en persoonlijke inbreuken op de verkeersreglementen. Bij bedrog, zware schuld of vaak voorkomende lichte schuld kan het bestuur deze bedragen ook van het raadslid terugvorderen.

Bijstand door een vertrouwenspersoon

Wanneer je als raadslid wegens een fysieke handicap je mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen, is er de mogelijkheid om je te laten bijstaan door een of meerdere vertrouwenspersonen. Het bewijs van de handicap moet worden geleverd door een getuigschrift van een arts, met de uitdrukkelijke verklaring dat het raadslid zodanig getroffen is door een handicap dat het mandaat niet zelfstandig uitgeoefend kan worden en er persoonlijke bijstand nodig is. De belangrijkste regels waarmee je rekening moet houden bij het aanduiden van een vertrouwenspersoon zijn dat deze persoon:

  • legaal in de EU moet verblijven, meerderjarig moet zijn en niet mag ontzet zijn uit het kiesrecht;
  • zich niet mag bevinden in een situatie van onverenigbaarheid, behalve als het gaat om een familielid;
  • bij de ondersteuning dezelfde middelen ter beschikking heeft als een raadslid;
  • bij de ondersteuning dezelfde verplichtingen (vb. discretieplicht) heeft als het raadslid;
  • een presentiegeld ontvangt;
  • een bijkomende tegemoetkoming of vergoeding ontvangt op voorwaarde dat de gemeenteraad dat geregeld heeft. Een vertrouwenspersoon legt (in tegenstelling tot een raadslid) geen eed af.

Politiek verlof

Omdat het niet altijd evident is om professionele activiteiten te combineren met lokale poltieke activiteiten werd het systeem van politiek verlof ingevoerd. Het politiek verlof verschilt naargelang een raadslid werkt voor de privésector, de overheid, het onderwijs of het leger. Bepaalde categorieën van werkgevers (bv. universiteiten) hebben vaak nog eigen regelingen, die we hier niet allemaal kunnen bespreken. Hier vind je wel de belangrijkste principes en de dagen politiek verlof voor de raadsleden:

Fiscale gevolgen 

Raadsleden ontvangen presentiegelden voor de inspanningen die ze doen voor hun lokaal mandaat. Soms gaat het over verschillende presentiegelden die gecombineerd worden (gemeenteraad, BCSD, politieraad, algemene vergadering welzijnsvereniging,...). Fiscaal gezien betekent dit dat:

  • presentiegelden als “baten” beschouwd worden. 
    De toegekende presentiegelden (op fiche 281.30 vermeld onder 9.a) komen onder rubriek 1650-96 resp. 2650-66 van de aangifte. Het onder 9.a vermelde bedrag bevat ook de eventuele terugbetaling van gemaakte kosten (nog eens apart vermeld onder 12).
  • beroepskosten kunnen worden afgetrokken.
    Er zijn twee mogelijkheden: je kan kiezen om de werkelijke beroepskosten aan te geven (vul het totale bedrag in bij rubriek 1657-89 resp. 2657-59 van vak XVIII, met toevoeging van een overzicht met van de aangegeven beroepskosten) of je kan kiezen om gebruik te maken van het wettelijk forfait (dan moet niets ingevuld en gestaafd worden). 
  • er voor de uitbetaling van de presentiegelden ook bedrijfsvoorheffing afgehouden wordt.
    Het juiste bedrag staat onder rubriek 13 van fiche 281.30 en moet worden ingevuld in rubriek 1758-85 resp. 2758-55 van vak XX van de aangifte.

Mandatenlijst en vermogensaangifte

Moet je als gemeenteraadslid een mandatenaangifte doen?

Vele politici moeten een mandatenlijst indienen(opent nieuw venster). Voor gemeenteraadsleden is dat niet het geval tenzij ze door een ander mandaat, bijvoorbeeld parlementslid, wél aangifteplichtig zijn. In dat laatste geval moet men ook het mandaat van raadslid vermelden.

Moet je als gemeenteraadslid een vermogensaangifte doen? 

Vele politici moeten een vermogensaangifte(opent nieuw venster) indienen. Voor gemeenteraadsleden is dat niet het geval tenzij ze door een ander mandaat, bijvoorbeeld parlementslid, wél aangifteplichtig zijn. Burgemeesters, schepenen, BCSD-voorzitters, OCMW-voorzitters (in de randgemeenten en Voeren), districtsburgemeesters en districtsschepenen moeten wel zo een aangifte doen.