Omdat het niet altijd evident is om professionele activiteiten te combineren met lokale poltieke activiteiten werd het systeem van politiek verlof ingevoerd. Het politiek verlof verschilt naargelang een raadslid werkt voor de privésector, de overheid, het onderwijs of het leger. Bepaalde categorieën van werkgevers (bv. universiteiten) hebben vaak nog eigen regelingen, die we hier niet allemaal kunnen bespreken. Hier vind je wel de belangrijkste principes en de dagen politiek verlof voor de raadsleden:

Werknemers uit de privésector hebben de mogelijkheid om een bepaald aantal dagen verlof te nemen voor de uitoefening van hun politiek mandaat. Belangrijk is dat politiek verlof hierdoor een recht is. Werkgever en werknemer kunnen er dus niet van afwijken bij individuele overeenkomst.

Naargelang het aantal inwoners van de gemeente heeft een gemeenteraadslid recht op een bepaald aantal dagen verlof. Dit verlof is er zowel voor de gemeente als de OCMW-raad. Dat betekent (samengeteld) concreet:

  • 1 dag per maand in gemeenten met minder dan 10 000 inwoners, 
  • 2 dagen per maand in gemeenten met 10 000 inwoners of meer.

Wie in de privésector politiek verlof opneemt, behoudt zijn loon tijdens de afwezigheid op het werk. Wel kan de werkgever dit loon terugvorderen van de gemeente waar men raadslid is. Het gaat concreet over het brutoloon (inclusief de werknemersbijdragen), vermeerderd met de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid die de werkgever tijdens de dagen van politiek verlof aan de betrokkene betaalde, maar in elk geval beperkt tot de wettelijke loongrens. De werkgever vordert driemaandelijks terug. De gemeente kan op zijn beurt de terugbetalingen jaarlijks terugvorderen van het raadslid. Dit bedrag is gelimiteerd tot maximaal de helft van het brutobedrag aan presentiegelden dat het raadslid dat jaar ontving (inclusief de presentiegelden in raadscommissies e.d.), maar gekoppeld aan de dagen dat men dan ook daadwerkelijk politiek verlof nam. Op deze terugbetaalde bedragen hoef je als raadslid geen belastingen te betalen (als je het maar juist aangeeft, zie ook de fiscale gevolgen voor raadsleden)

Werknemers uit de openbare sector hebben de mogelijkheid om een bepaald aantal dagen verlof te nemen voor de uitoefening van hun politiek mandaat. De regeling voor het politiek verlof is voor de meeste ambtenaren gelijklopend.

  1. Werknemer van de lokale besturen
    Politiek verlof voor raadsleden is hier voorzien voor wie minstens 80% werkt.
     
  2. Werknemer van de federale overheid
    Het aantal dagen politiek verlof wordt hier bepaald in verhouding tot het aantal door het personeelslid werkelijk gepresteerde diensten.
     
  3. Werknemer van de Vlaamse overheid
    Politiek verlof voor raadsleden is hier voorzien voor wie minstens 80% werkt.

Raadsleden die werken voor de overheid hebben recht op dagen “dienstvrijstelling” en dagen “facultatief politiek verlof”:
De "dienstvrijstellingbedraagt twee dagen per maand en heeft geen weerslag op de administratieve en geldelijke toestand van het personeelslid. Het loon wordt dus gewoon doorbetaald, en dat loon wordt niet teruggevorderd bij het gemeentebestuur.
Het "facultatief politiek verlof" wordt niet bezoldigd maar kan wél een impact hebben op de administratieve en geldelijke toestand van het personeelslid. Dit kan men best nagaan bij de personeelsdienst van de werkgever. Het facultatieve politiek verlof kan enkel op eigen vraag en bedraagt:

  • twee dagen per maan in gemeenten tot en met 80 000 inwoners
  • vier dagen per maand in gemeenten met meer dan 80 000 inwoners

Werknemers uit het onderwijs (niet voor het universitair onderwijs, de instellingen voor hoger onderwijs en de Hogere Zeevaartschool) ontvangen geen wedde tijdens de periode van poltitiek verlof voor hun lokale mandaat. Het personeelslid kan het volume politiek verlof enkel wijzigingen elke 1 september. Wie deeltijds politiek verlof neemt, moet wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste een volledige prestatie-eenheid bedragen, en voor wat de centra voor leerlingenbegeleiding betreft, wekelijks prestaties blijven verrichten die ten minste 10% van een volledige opdracht bedragen. Meer informatie over het politiek verlof in het onderwijs en de cumulatiebeperkingen zie de deelwebsite over politiek verlof van Onderwijs Vlaanderen.

Het politiek verlof voor het militair personeel kent specifieke regels.  Zo moeten militairen van het reservekader rekening houden met de noodwendigheden van de dienst en kunnen ze slechts een lokaal mandaat uitoefenen buiten de periodes waarin ze actief moeten zijn in het leger. De militairen moeten dan wel hun korpscommandant (aangetekend) informeren over hun politieke plannen, ten laatste 10 dagen vóór hun eedaflegging én ze mogen niet meer in kandidaatsperiode zijn. Deze regels zijn niet van toepassing op militairen in vrijwillige opschorting van prestaties (VOP). Het aantal dagen politiek verlof wordt bepaald in verhouding tot de door de militair effectief gepresteerde diensten.

Wanneer de militair een van volgende functies uitoefent, wordt hij/zij verplicht in politiek verlof gestuurd, ongeacht het mandaat:

  • een commandofunctie;
  • een functie aan boord van een Belgische of buitenlandse vlooteenheid;
  • een functie in een internationaal of intergeallieerd organisme;
  • een functie als onderrichter.

De militair kan wel vragen om tijdelijk naar een andere functie overgeplaatst te worden. Zodra het politiek verlof van ambtswege is beëindigd, wordt de militair heropgenomen in werkelijke dienst met de graad en de anciënniteit in de graad waarmee hij bekleed was bij aanvang van het politiek verlof.

Voor de rest is de regeling van gelijkaardig aan die voor het federaal overheidspersoneel. Ook hier zijn "dienstvrijstelling" (twee dagen per maand) en "facultatief politiek verlof" mogelijk.

Verder lezen:

Fiscale gevolgen