Rechtzetting.jpg
Provider image

Kamta is einde rit. Het is mei, zijn leefloon is net ingetrokken. Het voorlopige orgelpunt van een moeizame activering en een zwaar traject. Toch vindt hij kort erop opnieuw werk, weliswaar een deeltijds contract van onbepaalde duur, en aan een lager loon dan het leefloon als alleenstaande, maar volledig op eigen houtje.

Wanneer het contract niet verlengd wordt – het is inmiddels augustus – klopt Kamta opnieuw aan bij de maatschappelijk werker. “Vanwege een meningsverschil met de baas,” stelt hij. Kamta had een week vakantie gevraagd om zijn zus te ontvangen die op bezoek kwam. Dat werd hem geweigerd. Om er toch te zijn voor zijn zus had Kamta zich ziek gemeld.

Hoewel de communicatie tussen Arnold, de maatschappelijk werker en Kamta zeer stroef verloopt, lijkt het op het eerste zicht een uitgemaakte zaak: geen werkwilligheid, dus geen leefloon. Maar net omdat de relatie tussen Arnold en diens cliënt zo vertroebelde, neemt Josje, een collega, het dossier over. Niemand is perfect, en soms begin je best met een schone lei.

Om inzicht te krijgen in het dossier neemt Josje opnieuw contact op met de werkgever. Die bevestigt het verhaal, maar stelt ook dat Kamta goed werk leverde. Wat uiteindelijk de doorslag gaf voor Kamta’s ontslag was geen gebrek aan nijver, maar het verminderde werkvolume door toedoen van de coronacrisis. Kamta’s leefloon wordt opnieuw toegekend, met terugwerkende kracht, en rekening houdend met inkomsten uit arbeid. Het is uitzonderlijk dat er zo ver teruggegaan wordt in de tijd, maar het belangrijkste is dat de fout rechtgezet wordt. Op het nippertje kan een huisuitzetting voorkomen worden; Kamta staat op dat moment een paar maanden achter met de huur.

Augustus, september, oktober vliegen voorbij. Kamta solliciteert een paar keer, zonder resultaat. Volgens het interimkantoor stelt hij zich eerder passief op, en is hij moeilijk te bereiken. Josje ervaart initieel hetzelfde. E-mails blijven onbeantwoord, afspraken niet nagekomen.

Kamta is de moed kwijt, vindt zet terug, en volgt met succes een opleiding tot heftruckchauffeur. In november werkt hij een maand bij een recyclagebedrijf. Ook hier; eindigt verhaal vanwege een sterke terugval in economische activiteit. ‘Last in, first out’, zoals dat heet. Een zoveelste mokerslag. Kamta kan het moeilijk plaatsen. Hij steekt het, bijna als reflex, op “een moeilijke baas”, hoewel deze laatste eigenlijk geen klachten heeft.

Kamta’s leefloon wordt opnieuw toegekend. De afgelopen maanden blijft het op en af gaan. Het ene moment steekt hij hyper-gemotiveerd de handen uit de mouwen. Een week later: radiostilte. Soms maakt hij gewag van oorlogstrauma’s die hij meesleept uit zijn geboorteland. Die knagen aan hem. Josje kan hem overtuigen psychologische hulp op te starten. Ook dat is maatschappelijk werk.