2022Lokaal06 - Ouderen dragen nog bij aan de maatschappij.jpg
Provider image

Ouderen zijn op rust, ze dragen niet meer bij, maar kosten de maatschappij veel centen. We spreken over een vergrijzingstsunami. Professor Liesbeth De Donder gaat in tegen dit stereotiepe denken over de rol van ouderen. ‘Ook wie niet meer werkt of zich niet formeel als vrijwilliger engageert, kan nog een zeer betekenisvolle bijdrage leveren aan de samenleving. We hebben daar veel te weinig oog en erkenning voor.’

Liesbeth De Donder is professor agogische wetenschappen aan de VUB. Middenveldparticipatie en gemeenschapsontwikkeling zijn belangrijke thema’s in haar werk. Bij gemeenschapsontwikkeling ligt haar focus op ouderen en gedetineerden. Het lijken op het eerste gezicht twee heel verschillende doelgroepen, maar als het over inclusie en participatie gaat, over hun plek in de samenleving, ziet Liesbeth De Donder veel parallellen. Voor de Universiteit van Vlaanderen hield ze een lezing ‘Hebben oude mensen nog nut?’, die als podcast te beluisteren is op de website van de Vlaamse Ouderenraad.

‘Ik ben intussen de promotor geweest van een tiental doctoraten. Dezelfde vraag komt altijd terug: hoe baken je voor onderzoek de doelgroep van ouderen af? Ook het beleid moet keuzes maken voor allerlei tegemoetkomingen en regels over wie bijvoorbeeld toegelaten wordt tot een woonzorgcentrum. Is het 60, 65, 70? Toen we vijftien jaar geleden aan de VUB begonnen met de ouderenbehoefteonderzoeken onder leiding van Dominique Verté en Nico De Witte, kwam Gent als een van de eerste steden aan bod. In de voorbereidende gesprekken werd de grens van zestig jaar in vraag gesteld. Zouden we niet beter vanaf 55 beginnen? Tien jaar later was de vraag of we niet beter 65 als grens zouden nemen. Een leeftijdsgrens is random en ze evolueert ook.’

‘Ik las onlangs een artikel over een participatief onderzoek met ouderen als co-onderzoekers. Wie zichzelf als een oudere beschouwde, kon deelnemen. Dan ga je niet uit van chronologische maar van subjectieve leeftijd. Een studie van de KULeuven toonde aan dat twee derde van de 80-plussers zichzelf niet oud vindt. Een andere benadering is de sociale leeftijd, die gebaseerd wordt op levensfases. Wie op pensioen gaat, komt in een andere levensfase. Die zou je dan kunnen definiëren als een oudere, ongeacht de leeftijd. Of wie grootouder wordt. Je kunt ook kijken naar de fysiologische leeftijd. Sommige tachtigers fietsen nog makkelijk twintig kilometer, sommige vijftigers geraken de trap niet meer op.’

‘Het pensioen wordt nog zeer vaak beschouwd als een cesuur. In de praktijk is de driedeling school-werk-pensioen helemaal niet zo strikt. Mensen gaan op latere leeftijd nog studeren, werkenden gaan er enkele jaren tussenuit, gepensioneerden werken nog door. Toch hangen aan pensionering allerlei negatieve connotaties vast. De maatschappij moet zorgen en betalen voor gepensioneerden, ze zijn op rust en niet meer productief, ze worden afhankelijk. De stereotypen zijn hardnekkig. Ook collega-wetenschappers spreken over een vergrijzingstsunami die op ons afkomt. Ze gebruiken woorden zonder erover na te denken. Taal is belangrijk, ik ben daar zeer gevoelig voor. Natuurlijk vergrijst ons land en komen er procentueel meer 60-, 70-, 80-plussers, maar dat is toch een geweldige verwezenlijking van ons zorgsysteem.’

‘2012 was het Europees jaar van actief ouder worden en intergenerationele solidariteit. In de eerste voorbereidende nota’s ging het vooral over langer werken en de betekenisvolle economische bijdrage van ouderen. Daar kwam toen veel reactie op, je moet dat veel breder zien. Meer dan een kwart van de vrijwilligers in ons land is ouder dan zestig. Veel grootouders zorgen voor hun kleinkinderen. Zonder hen zou de kinderopvang het nog veel moeilijker hebben. Maar ook wie niet meer met tafels en stoelen kan sleuren of zorg voor kleinkinderen kan opnemen, kan nog een betekenisvolle bijdrage leveren. Veel ouderen spelen een belangrijke, lijmende rol in een buurt, ze zorgen voor meer sociale cohesie. Ze doen boodschappen voor zwaar zorgbehoevende buren zonder dat ze formeel vrijwilligerswerk opnemen. Toen aan de VUB een leerstoel actief ouder worden werd ingericht, bracht de leerstoelhouder en directeur van een woonzorgcentrum een bewoner mee, die meer dan negentig was. Die man las elke dag voor aan een andere bewoner die volledig bedlegerig was. Ook dat is zeer betekenisvol. Active ageing moet je heel ruim zien en, belangrijk, het mag zeker geen verplichting zijn.’

‘Het wordt ouderen vaak niet makkelijk gemaakt om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Kijk maar naar de openbare ruimte. Die is ontworpen door en voor mannen van middelbare leeftijd, en niet voor de oudere of de moeder met buggy. Kijk ook naar de communicatie en de digitalisering. Mensen van zeventig die fysiek en mentaal nog in zeer goede gezondheid verkeren, geven aan niet meer mee te kunnen. We doen veel te weinig inspanningen om ouderen kansen en mogelijkheden te geven, omdat we door een stereotiepe bril naar hen kijken. En de taken en functies die ze wel degelijk opnemen, worden veel te weinig opgemerkt en erkend. Door het beleid en door de jongere medeburgers.’

‘Een van de redenen waarom we de rol van ouderen niet zien, is de segregatie in onze maatschappij. We denken in vakjes, verschillende leeftijdsgroepen hebben verschillende verenigingen, komen op verschillende plaatsen op andere tijdstippen. En als een oudere op een drukke zaterdag naar de supermarkt gaat, vragen de andere bezoekers zich af of hij niet beter in de week kan komen, wanneer zij op school of aan het werk zijn. Er is zeer weinig intergenerationeel contact. Als ik mijn studenten vraag of ze de voorbije week sociale contacten hadden, dan gaan nagenoeg alle handen in de lucht.

Vraag ik vervolgens of ze met een 65-plusser hebben gesproken, dan zijn het er al heel wat minder. En het aantal jongeren die met een oudere spraken die niet hun oma of opa was, is verwaarloosbaar klein. Als er al intergenerationeel contact is, is de insteek vaak fout. Het was een tijdje populair dat jongeren ouderen leerden hoe de gsm te gebruiken. Op die manier creëer je een hiërarchische situatie van iemand die het veel beter weet dan de ander. We vergeten dat ouderen ook veel te leren en te geven hebben aan jongeren. De wederkerigheid ontbreekt dikwijls.’—

 

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 06 | 2022