Vanaf 2027 betalen ook lokale besturen – net als burgers en bedrijven – voor hun CO₂-uitstoot via het nieuwe Europese emissiehandelssysteem ETS2. Dat maakt tanken en verwarmen met fossiele brandstoffen duurder. Gemeentelijke gebouwen en voertuigen ontsnappen er niet aan. Omdat het grootste deel van de ETS2-inkomsten naar de lidstaten terugvloeit, pleit de VVSG ervoor dat ook lokale besturen een deel daarvan rechtstreeks terugkrijgen, zonder dat dit gepaard gaat met veel extra administratieve verplichtingen. Zo kunnen zij extra middelen inzetten voor klimaatmaatregelen op lokaal niveau.
ETS2 raakt alle lokale besturen
ETS2 is een variant op het bestaande Europese systeem waarbij bedrijven betalen per ton CO₂-uitstoot. Nieuw bij ETS2 is dat nu ook de sectoren gebouwen en transport moeten betalen voor hun CO₂-uitstoot. De inkomsten die dit oplevert, gaan grotendeels naar de lidstaten. Voor België gaat het om een aandeel van 3,9% van de Europese veilingopbrengsten.
Voor lokale besturen betekent ETS2 een serieuze meerkost. Verwarmen op gas of stookolie en rijden op diesel of benzine wordt duurder. Op basis van CO₂-gegevens raamt VVSG de jaarlijkse meerkost voor Vlaamse lokale besturen op 30 tot 133 miljoen euro, afhankelijk van de CO₂-prijs.
Geef lokale besturen recht op hun bijdrage
Lokale besturen leveren zelf inspanningen om hun uitstoot te beperken. Ze zijn dus niet alleen betalers, maar ook bondgenoten in de klimaattransitie. De VVSG vraagt daarom:
een rechtstreekse en voorspelbare terugstroom van middelen naar lokale besturen, zonder complexe subsidies of projectoproepen;
een eerlijke verdeling van de inkomsten tussen alle betrokken niveaus, met aandacht voor intercommunales, autonome gemeentebedrijven (AGB’s), politiezones, welzijnsverenigingen en andere lokale actoren;
vertrouwen in lokale autonomie: geef besturen ruimte om zelf te beslissen over klimaatmaatregelen die passen bij hun context.
Lokale besturen maken het verschil
Lokale besturen staan het dichtst bij de burger. Ze voelen als eerste de impact van ETS2, en kunnen het snelst maatregelen nemen. Denk aan energiezuinige renovaties, elektrische voertuigen of investeringen in openbaar vervoer. Maar daarvoor hebben ze middelen nodig. ETS2 biedt een kans om die middelen op een eerlijke manier terug te geven aan de lokale overheden die mee investeren in een koolstofarme toekomst.
Het Europese emissiehandelssysteem ETS1 bestaat sinds 2005 en geldt voor grote bedrijven in de industrie en energiesector. Die moeten betalen per ton CO₂ die ze uitstoten.
Vanaf 2027 komt daar een tweede systeem bij: ETS2, gericht op gebouwen en transport. Ook daar moeten ETS2-plichtigen (zoals energieproducenten) betalen voor de uitstoot van CO₂ die het gebruik van aardgas, stookolie, benzine of diesel met zich meebrengt. Die kosten worden doorgerekend aan de eindgebruiker: gezinnen, bedrijven én lokale besturen.
Het doel van ETS2 is zorgen voor een financiële prikkel om sneller te investeren in duurzame alternatieven zoals elektrische voertuigen of warmtepompen. De inkomsten uit ETS2 vloeien grotendeels terug naar de lidstaten, maar hoe die inkomsten tussen de gewesten verdeeld zullen worden, is nog niet beslist.