Werking van het bijzonder comité voor de sociale dienst

Bevoegdheden

Het decreet over het lokaal bestuur legt de bevoegdheden van het BCSD vast. Kenmerkend is dat gaat om gesloten bevoegdheid wat betekent dat het BCSD enkel taken kan uitoefenen die door het decreet lokaal bestuur aan het BCSD gegeven worden. De OCMW-raad en het vast bureau kunnen dus geen andere bevoegdheden aan het BCSD delegeren. En omgekeerd kan het BCSD ook geen bevoegdheden weggeven aan de raad of het vast bureau. Op deze regel bestaat één uitzondering: het BCSD mag één of meer subcomités oprichten en daar BCSD-bevoegdheden aan delegeren.

Er zijn vier bevoegdheden aan het BCSD toegewezen:

Daarnaast is het BCSD ook bevoegd voor:

Andere bevoegdheden kan het BCSD niet hebben.

Een BCSD is geen politiek beleidsorgaan, maar beslist over individuele hulpvragen. Politieke tegenstellingen zijn daarbij veel minder belangrijk. Ook fracties bestaan officieel niet in het BCSD. 

Subcomités

In de gemeenteraad wordt er soms gewerkt met commissies. Maar dit is niet het geval in de OCMW-raad of het BCSD. Binnen het BCSD kan er wel gewerkt worden met subcomités. Een subcomité is een orgaan dat door het BCSD opgericht kan worden. Belangrijk daarbij is dat het subcomité beslissingsbevoegdheid krijgt. Het subcomité bestaat enkel uit (een aantal) BCSD-leden. Het BCSD kan beslissen om één of meer subcomités op te richten. Het is een mogelijkheid, maar geen verplichting om te werken met subcomités. Vooral de grotere OCMW’s werken ermee omdat die besturen te maken hebben met een enorm graat aantal steundossiers. Werken met subcomités zorgt dan voor een vlottere werking. In de praktijk zien we verschillende types van subcomités. Hieronder enkele voorbeelden:

  • Op basis van de soorten steun
    Men zou de bevoegdheden kunnen verdelen tussen het BCSD en de subcomités op basis van de verschillende soorten individuele dienstverlening. Bijvoorbeeld werkt men dan met een subcomité maatschappelijke integratie (o.a. leefloon), een subcomité zorg, etc. Opgelet want een dergelijke verdeling heeft als belangrijk nadeel dat het risico ontstaat dat bij de BCSD-leden er een focus ontstaat enkel op de steun in hun subcomité en ze het zicht op de integrale hulpverlening dreigen te verliezen. De sociale dienst zal natuurlijk wel waken over integrale hulp.
  • Op basis van de woonwijk
    Een andere verdeling die men kan overwegen is de regionale verdelening waarbij de subcomités dossiers behandelen op basis van de plaats waar een hulpaanvrager woont.
  • Op basis van een willekeurige verdeling
    Het toeval zou kunnen bepalen welk subcomité bevoegd wordt over welke hulpvrager. Dat kan bijvoorbeeld op basis van het dossiernummer.
  • Op basis van de doelgroep
    Men kan ook kiezen voor een doelgroepbenadering. Dit lijkt op de verdeling op basis van de soort steun (zie hierboven), alleen heb je hier wel integrale hulpverlening.
  • Om mensen te horen
    Vooraleer het BCSD kan beslissen moet elke hulpvrager de kans krijgen om gehoord te worden. In principe vindt het hoorrecht plaats tijdens de vergadering van het BCSD. Dat is voor sommige mensen erg intimiderend. Om het voor hulpvrager comfortabeler te maken gehoord te worden, werken sommige BCSD’s met een subcomité dat de mensen hoort. Maar (!) eigenlijk is dat enkel correct als het subcomité niet enkel de hulpvragers kan horen, maar ook de effectieve bevoegdheid krijgt om te beslissen. 

Wanneer men werkt met subcomités, moet men beseffen dat daardoor verschillen kunnen ontstaan bij de beslissingen van de comités. Mogelijk is het ene subcomité strenger dan het andere, wat kan leiden tot een verschil in behandeling. Belangrijk is dat de sociale dienst daar mee over waakt. Een ideale verdeling is er niet.

Verloop vergadering

Hoorrecht

Vooraleer het BCSD kan beslissen, heeft een hulpaanvrager het recht om door het BCSD gehoord te worden. Bij het recht op maatschappelijke integratie (o.a. leefloon) wordt dit recht expliciet ingeschreven in de wet. Belangrijk is dat het horen van een hulpvrager op een correcte wijze plaatsvindt, want het hoorrecht is een fundamenteel recht van verdediging.

Gehoord worden tijdens de vergadering van het BCSD is voor sommige mensen erg intimiderend.  Het is heel positief dat BCSD’s zoeken naar manieren om het hoorrecht zo in te vullen dat de hulpaanvrager zich daar ook comfortabel bij voelt. Het valt niet te onderschatten hoeveel impact zo een procedure van hoorrecht heeft op iemand die al in een zeer wankele positie staat. Het aantal BCSD-leden proberen verminderen via een subcomité is één mogelijkheid, maar ook als het horen plaatsvindt tijdens de vergadering van het BCSD zijn er mogelijkheden om dat op een respectvolle wijze te doen. Enkele tips:

  • Spreek onderling met de BCSD-leden af dat iemand horen iets anders is dan iemand verhoren. Een BCSD is geen tribunaal.
  • Laat de behandelende maatschappelijk werker ook steeds aanwezig zijn.
  • Probeer de persoon te overtuigen om een vertrouwenspersoon mee te nemen.
  • Zorg voor een zaalopstelling waarbij de BCSD-leden niet allemaal tegenover de persoon zitten.
  • Probeer bij te dragen aan een vertrouwelijke sfeer door eerst te luisteren naar de hulpaanvrager en respectvol vragen te stellen.
  • Uiteraard kan het voorvallen dat er een onterechte hulpvraag is of iemand die misbruik wil maken van het OCMW. In dat geval zal de sociale dienst dat bij het voorstel van beslissing al duidelijk maken. Het is raadzaam om daarover eerst met de BCSD-leden en de afgevaardigde van de sociale dienst te overleggen , om zo te kijken wie welk signaal zal geven.

Om het voor hulpvrager comfortabeler te maken, werken sommige BCSD’s met een subcomité dat de mensen hoort. Dat subcomité brengt hierover dan verslag  uit aan het BCSD, waarna het BCSD beslist over de hupvraag. Deze werkwijze vertrekt vanuit de juiste intentie, maar is eigenlijk niet correct. Het hoorrecht betekent immers dat men gehoord moet kunnen worden door iedereen die over de hulpvraag beslist, niet door een afvaardiging ervan. Wil men toch werken met een subcomité om de hulpvrager te horen, dan zijn er twee opties:

  • Ofwel geeft met het subcomité ook de bevoegdheid om over die dossiers te beslissen (wat eigenlijk sowieso verplicht is als men met subcomités werkt),
  • Ofwel laat men de keuze aan de persoon zelf om gehoord te worden door ofwel een subcomité ofwel het hele BCSD. Belangrijk daarbij is de hulpaanvrager duidelijk te maken dat het een voordeel kan zijn om gehoord te worden door iedereen die mee over de hulpvraag beslist.

Hoe kan je als BCSD sterker worden? 

Beslissingen over individuele hulpaanvragen komen tot stand door een samenspel van verschillende betrokkenen (politici en ambtenaren).
Een eerste tip is alvast om met iedere betrokkene duidelijke afspraken te maken. Daarnaast is het zinvol als BCSD ook eens na te denken over volgende mogelijkheden:

  • Anonieme dossiers
    Het grote voordeel is dat de beslissing enkel zal steunen op de elementen uit het dossier. Naam, geslacht, afkomst, persoonlijke voorkennis, e.d. zullen dan geen rol meer spelen. Het nadeel is dat ieder BCSD-lid akkoord moet gaan met deze anonieme behandeling. Wil je als BCSD-lid alle gegevens kennen, dan zal men die ook moeten geven. De volledige anonimiteit kan dus niet gegarandeerd worden en daarom is de anonieme dossierbehandeling  een praktijk die tot nog toe in weinig comités wordt toegepast.
  • Een duidelijk hulpverleningskader
    Elke beslissing van het BCSD moet wettig zijn. Maar naast het wettelijke kader is er vaak nog veel ruimte tot eigen invulling door het BCSD. Het is belangrijk om duidelijke houvast te hebben. Belangrijk is wel dat het BCSD zelf geen hulpverleningskader kan vaststellen. Die bevoegdheid zit bij de raad. Het BCSD zou wel van het adviesrecht gebruik kunnen maken om aan de raad een concreet voorstel te doen. Daarnaast is het ook de taak van de sociale dienst om te bewaken dat er geen te grote verschillen ontstaan bij de beslissingen over gelijkaardige situaties. De sociale dienst kan dat dan signaleren aan het BCSD, maar het BCSD beslist nog steeds volledig zelf.
  • Visie en missie van het OCMW
    Cruciaal voor een goedwerkend BCSD is dat ieder lid de visie of missie van OCMW kent. Vaak is dat een vertaling van of een rechtstreekse overname uit wetgeving en gaat het over ‘recht op maatschappelijke dienstverlening’ en ‘menselijke waardigheid’. Vaak zullen ook de sociale grondrechten aan bod komen. Wanneer je moet beslissen over  individuele dossiers kan die visie of missie de richting aangeven om binnen het BCSD tot goede beslissingen te komen.
  • Focus op de moeilijke beslissingen
    Het is praktisch onmogelijk om elk dossier volledig ten gronde te bespreken. Zeker in grotere OCMW’s is dat niet realistisch. Dat is ook niet wenselijk. Wij raden aan om de vergadertijd van het BCSD vooral te besteden aan de moeilijke beslissingen of aan de dossiers waarin een afwijking wordt voorgesteld ten opzichte van de gangbare praktijk. Ook wanneer een BCSD-lid het vraagt moet een bepaald dossier toch volledig in detail besproken worden.
  • Principe van de tegenspraak
    ‘Werken op maat’ en ‘aandacht voor de individuele situatie van elke mens zijn belangrijke aspecten van het maatschappelijk werk binnen de sociale dienst. Dit betekent dat een maatschappelijk werker vanuit haar/zijn professionaliteit verplicht is om steeds na te gaan wat er binnen het wettelijk kader mogelijk is, ook al strookt dit niet met de gangbare praktijk binnen een bestuur. Een gemotiveerde afwijking van wat in richtlijnen, afspraken en hulpverleningskader neergeschreven staat, moet steeds mogelijk blijven en kan niet van tafel worden geveegd met de redenering dat het in tegenspraak is met die vastgelegde richtlijnen of het hulpverleningskader. Een hulpverleningskader is immers, zoals gezegd, geen handleiding. Aan de andere kant moet elk voorstel van beslissing, en zeker een voorstel tot afwijkende beslissing, onderbouwd zijn door een kwalitatief sociaal verslag en een sociaal onderzoek. -- uit Wegwijs in het bijzonder comité voor de sociale dienst, Politeia(opent nieuw venster)