Lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst zijn

Rollen

Mee beslissen over individuele hulpvragen

Als BCSD-lid ben je door de OCMW-raad verkozen om samen met je collega BCSD-leden te beslissen over individuele dossiers inzake maatschappelijke dienstverlening en maatschappelijke integratie.  Als BCSD-lid kan je zelf alleen nooit beslissen. Enkel het BCSD als orgaan kan dat. Uiteraard kan je als individueel lid wel wegen op die beslissing en je eigen standpunten naar voor brengen in de bespreking. Je blijft echter afhangen van het wettelijke kader en van wat de meerderheid van je collega’s wil.

Geen sociaal onderzoek doen

Je kan als BCSD-lid zelf geen sociaal onderzoek doen. Dat is een exclusieve bevoegdheid van de maatschappelijk werker. Zo is de maatschappelijk werker ook zelf verantwoordelijk voor het sociaal verslag. Een BCSD-lid kan een sociaal verslag niet aanpassen. Ook het BCSD als orgaan kan dat niet. Het kan voorvallen dat je als BCSD-lid toevallig dingen te weten komt over een hulpaanvrager die volgens jou niet in het sociaal verslag staan en er toch thuishoren, of die volgens jou verkeerd zouden zijn. Is dat het geval kan je dat best ter kennis brengen op de vergadering van het BCSD. Het BCSD kan dan vragen aan de maatschappelijk werker om een uitgebreider sociaal onderzoek te doen. Het is dan aan de maatschappelijk werker zelf om na dat onderzoek te beslissen of die nieuwe informatie correct is en of de opname van die informatie in het sociaal verslag nodig en relevant is. Vaak zal de maatschappelijk werker dit bespreken met het hoofd van de sociale dienst en/of met de andere maatschappelijk werkers van het OCMW.

Mee beleidsadviezen formuleren

Het BCSD kan aan het beleid adviezen overmaken. Als BCSD-lid heb je dan ook het recht om een voorstel van zo een advies aan de agenda van het BCSD toe te voegen. Het BCSD zal je voorstel dan bespreken. Vanaf het moment dat meer dan de helft van de BCSD-leden het eens is met dit advies zal het BCSD dit advies vaststellen en overmaken aan de juiste organen (gemeente en/of de OCMW-raad en/of het college en/of vast bureau). Die organen zijn niet verplicht het BCSD-advies te volgen, maar zo een advies is wel een belangrijk signaal. Zie art. 113 DLB

Rechten en plichten

Als lid van het BCSD moet heb je een belangrijke verantwoordelijkheid. In eerste instantie beslis je samen met de andere BCSD-leden over individuele hulpaanvragen, daarnaast kan je meewerken aan adviezen voor de beleidsorganen. Om die verantwoordelijkheid waar te maken zijn er belangrijke rechten die een gewone burger niet heeft. Tegenover die rechten staan een aantal plichten om ervoor te zorgen dat er geen misbruik gemaakt wordt van de rechten. Hieronder een overzicht:

Deontologie

Om te weten welke deontologische bepalingen nageleefd moeten worden als BCSD-lid, moet je eerst en vooral de deontologische code voor mandatarissen opvragen. Deze code wordt vastgesteld door de gemeente- en OCMW-raad. Daarnaast kan het BCSD zelf ook een eigen deontologische code aannemen die aanvullend is op de algemene code voor mandatarissen. Mogelijk zal je dus twee documenten moeten bekijken. Blijven er concrete vragen die moeilijk opgelost geraken, dan kan men een beroep doen op de reflectiekamer integriteit van de VVSG.

Algemene deontologische code voor lokale mandatarissen

Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische code hebben voor lokale mandatarissen. De samenleving stelt, terecht, hoge eisen aan mandatarissen. Als lokaal geëngageerd politicus is men kwetsbaar. Een deontologische code is er in de eerste plaats om een veilige omgeving te creëren waarbinnen lokale mandatarissen kunnen werken. Een goede deontologische code geeft een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden:

  • dienstbaarheid,
  • functionaliteit,
  • onafhankelijkheid,
  • openheid,
  • vertrouwelijkheid,
  • zorgvuldigheid.

Inspiratie deontologische code

Samen met Just(opent nieuw venster) maakte de VVSG een inspiratie-deontologische code voor mandatarissen waarmee de raden zelf aan de slag kunnen gaan om een eigen code, op maat van de lokale context, op te maken.

Specifieke deontologische code voor het BCSD

Het BCSD kan een eigen deontologische code aannemen. Belangrijk is dat deze code de algemene code voor mandatarissen niet vervangt, want die is na de vaststelling door de OCMW-raad sowieso ook van toepassing op de voorzitter en de leden van het BCSD. Toch is het wenselijk voor het BCSD om zo een aanvullende code vast te stellen omdat men als voorzitter of lid van het BCSD beslist over individuele maatschappelijke dienstverlening en integratie. In die specifieke en belangrijke rol krijgt men te maken met erg gevoelige informatie van kwetsbare mensen voor wie het OCMW vaak het allerlaatste vangnet is. Beslissen in een hulpverleningscontext vergt specifieke competenties en bijkomende deontologische aandachtspunten voor wie in het BCSD zetelt.

Naast de wettelijke plicht tot geheimhouding is discretie ook erg belangrijk voor het slagen van het hulpverleningstraject. Het opbouwen en behouden van een vertrouwensrelatie tussen de maatschappelijk werker en de cliënt is cruciaal. Pas dan kunnen er goede afspraken gemaakt worden rond rechten en plichten. Daarom is een goede relatie tussen sociale dienst en BCSD heel belangrijk. Discretie en respect voor elkaars rollen, en dus de professionaliteit van de maatschappelijk werkers, staan dan ook centraal in dit aanvullend model van deontologische code.

Samen met Governance and Integrity België(opent nieuw venster) maakte de VVSG een aanvullend model van deontologische code voor de voorzitter en leden van het BCSD. Dit model dient als inspiratie voor de bijzondere comités om zelf aan de slag te gaan en een eigen code op te maken. Zie art. 112 DLB

Deontologische commissie

Elke gemeente en elk OCMW moeten een deontologische commissie hebben die waakt over de naleving van de code. 

Reflectiekamer integriteit

De VVSG richtte een reflectiekamer op om lokale politici en medewerkers met een integriteitsvraag bij te staan.
Het kan hierbij gaan om een moreel dilemma, het wegen van een vermeende schending van de deontologische code, een vraag over belangenvermenging, enz. De reflectiekamer wordt op vraag van een lid van een lokaal bestuur bijeengeroepen, waarna op systematische wijze onderzocht wordt wat het integere antwoord is op de gestelde kwestie. Het adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Voor meer info kan je altijd contact opnemen via reflectiekamer.integriteit@vvsg.be.

Wat zijn de gevolgen voor een BCSD-lid dat de deontologische code schendt?

De voornaamste bedoeling van een deontologische code is een omgeving scheppen waarbinnen mandatarissen veilig kunnen werken. Wanneer de code echter manifest geschonden wordt, moet dat duidelijk gemaakt worden. Het grote probleem daarbij is dat de decreetgever geen sanctiemogelijkheden voorziet voor deontologische inbreuken op de code. Wanneer men lokaal een duidelijk signaal wil geven aan mandatarissen die een inbreuk begaan tegen de code, dan moet men dat duidelijk regelen. Enkele belangrijke zaken waarmee men rekening moet houden:

  • Tucht voor BCSD-leden bestaat niet. Tuchtstraffen zoals een schorsing of een blaam zijn dan ook niet mogelijk.
  • Het DLB voorziet geen sancties tegen BCSD-leden, waardoor sommigen stellen dat zelfs een terechtwijzing van gedrag van een BCSD-lid niet mogelijk is. Dit omdat het dan een verdoken vorm zou zijn van een tuchtsanctie. We willen dat nuanceren. Het klopt dat een blaam, schorsing, ontslag, e.d. juridisch inderdaad niet mogelijk zijn. Maar wij zijn van mening dat de OCMW-raad wel altijd kan vaststellen dat bepaald gedrag van een BCSD-lid niet in overeenstemming is met de deontologische code. En wanneer een dergelijke inbreuk vastgesteld wordt, kan de raad het BCSD-lid daar ook op wijzen.
  • We adviseren dus wel om de vaststelling en beoordeling van inbreuken aan de OCMW-raad voor te leggen, na advies van een deontologische commissie. De raad is immers juridisch het sterkste orgaan om daarover iets te zeggen.
  • Wanneer het gaat om mogelijk strafrechtelijke inbreuken, dan is een melding bij politie, parket of Audit Vlaanderen steeds nodig.
  • Een klacht bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur of de gouverneur kan ook, maar die kunnen niet optreden tegen een individueel BCSD-lid. Het toezicht kan hoogstens een moreel advies geven, maar niet sanctioneren.

Verbodsbepalingen

BCSD-leden (en hun vertrouwenspersonen) mogen niet aanwezig zijn bij de bespreking van en stemming over bepaalde punten. Daarnaast mogen ze bepaalde activiteiten niet uitoefenen:

Verboden deelname aan bespreking en stemming

BCSD-leden mogen nooit deelnemen aan de bespreking van en de stemming over aangelegenheden waarin ze een rechtstreeks belang hebben: ofwel persoonlijk, ofwel als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod gaat niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Om discriminatie te vermijden worden voor de toepassing van deze bepaling personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld.

Hoe interpreteer je of er een rechtstreeks belang is?

Het is in de eerste plaats aan het raadslid zelf om uit te maken of hij/zij aanwezig kan zijn tijdens de bespreking van een punt. Dat is altijd een afweging, zowel op juridisch als deontologisch vlak. Deontologisch is het van belang te kijken wat de eigen deontologische code daarover zegt. Voor deontologische standpunten van de VVSG is er de reflectiekamer integriteit. Juridisch moet een afweging gemaakt worden of er een rechtstreeks belang is. De rechtsleer en rechtspraak geven volgende elementen aan: 

  • Het raadslid (of de verwant) moet een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. 
    Dat is in principe een materieel of financieel belang en heeft dus een invloed op de inkomsten van het raadslid (of de verwant). 
    • Rechtstreeks betekent dat het belang het raadslid (of de verwant) zelf ten goede komt, of juist niet.
    • Persoonlijk betekent dat het niet gaat om een collectief belang, waarbij het agendapunt voor een grotere groep mensen van belang is. Een voorbeeld van een collectief belang is de wijziging aan een ruimtelijk structuurplan waarbij een hele wijk betrokken is.  
  • Het belang moet actueel zijn bij de bespreking en de beslissing van het agendapunt. 

Aanvullend, maar zeker niet onbelangrijk is de uitspraak van de Raad van State (nr. 143.663 van 26 april 2005) waarin een rechtstreeks belang wordt omschreven als: “alle belangen waarvan het gemeenteraadslid niet met redelijke zekerheid kan worden geacht voldoende afstand te kunnen nemen om de belangen van zijn gemeentebestuur voorrang te verlenen boven zijn persoonlijke belangen (…) Het volstaat dat de gegevens van de zaak aannemelijk maken dat bij beraadslaging in de schoot van de gemeenteraad een belangenvermenging in de persoon van een gemeenteraadslid mogelijk was en dat deze aldus in de verleiding kan komen om zijn belangen op die van de gemeente te laten prevaleren”. 
Een moreel belang speelt dus ook een rol.  

Verboden activiteiten

Daarnaast mogen leden van het BCSD nooit:

  • rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werken in geschillen ten behoeve van het OCMW; dat verbod geldt ook ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het BCSD-lid werken;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werken in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van het OCMW over beslissingen in verband met het werken binnen het OCMW; dit verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het BCSD-lid werken;
  • rechtstreeks of onrechtstreeks:
    • een overeenkomst sluiten met het OCMW of een OCMW-vereniging of -vennootschap; dit verbod geldt niet bij een schenking van het BCSD-lid en in de gevallen waarbij het lid een beroep doet op door die instellingen aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
    • deelnemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het OCMW of een OCMW-vereniging of -vennootschap;
  • optreden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité.

Zie art. 27 DLB dat via art. 110 DLB van toepassing is op de BCSD-leden

Als zelfstandige lever ik aan de gemeente of het OCMW. Kan dat nog nadat ik BCSD-lid geworden ben?

Voor de leveringen aan de gemeente verandert er niets (tenzij je ook raadslid zou zijn), maar voor het OCMW is dat wel het geval. Om belangenvermenging te voorkomen, zegt decreet over het lokaal bestuur heel duidelijk dat het verboden is voor raadsleden om ‘rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan het OCMW of een OCMW-vereniging of -vennootschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het OCMW of een OCMW-vereniging of -vennootschap, behalve als het BCSD-lid een beroep doet op een dienstverlening van het OCMW of een OCMW-vereniging of -vennootschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat. Belangrijk is ook dat je niet onrechtstreeks een overeenkomst kan sluiten. Dat heeft ook gevolgen voor bijvoorbeeld je echtgenoot of echtgenote. Hij/zij zal dus ook geen overeenkomst kunnen sluiten. Een andere voorbeeld van onrechtstreeks een overeenkomst sluiten (= via tussenpersonen) is als je bestuurder bent van een vennootschap. Opgelet: Want overeenkomsten die al bestonden vooraleer je mandataris werd kunnen wel verder uitgevoerd worden! De verbodsbepaling geldt dus enkel voor nieuwe overeenkomsten. Zie art. 27 DLB dat via art. 110 DLB van toepassing is op de BCSD-leden. 

Interessante teksten

Periode mandaat

Wanneer begint je mandaat als BCSD-lid?

Na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 vindt installatievergadering van de gemeenteraad plaats op één van de eerste vijf werkdagen van december 2024. In nieuwe fusiegemeenten vindt de installatie van rechtswege plaats op eerste werkdag van januari 2025. De verkiezing van de BCSD-leden gebeurt in de openbare zitting van de OCMW-raadsvergadering die aansluit op de installatievergadering. Zowel de voorgedragen BCSD-leden als de opvolgers worden daar verkozen verklaard. De effectieve verkozen leden (dus niet de opvolgers) leggen er ook de eed af. Het mandaat start vanaf het moment dat de eed afgelegd is. Deze eedafleggingen worden opgenomen in de notulen. Er moet geen apart proces-verbaal worden opgesteld.

Word je op een later moment verkozen tot effectief BCSD-lid (dat kan als opvolger, maar ook door een nieuwe akte) dan bij de start van de bestuursperiode, dan mag je de eed niet afleggen in de openbare vergadering van de OCMW-raad. Zo een eed vindt dan plaats bijvoorbeeld op het bureau van de algemeen directeur of de raadsvoorzitter. De eed wordt afgenomen door de raadsvoorzitter in aanwezigheid van de algemeen directeur. Er wordt wel een proces-verbaal van opgemaakt dat overgemaakt wordt aan de BCSD-voorzitter. Vanaf dan ben je BCSD-lid. Zie art 96 DLB.

Modeldocument: Model proces-verbaal van de eedaflegging van een BCSD-lid tijdens de lopende bestuursperiode.

Tijdelijke vervanging (verhindering)

Het decreet over het lokaal bestuur omschrijft enkele situaties waarbij je als mandataris tijdelijk vervangen kan worden door een opvolger zonder dat je daardoor definitief het mandaat verliest. Na het beëindigen van deze periode van verhindering word je automatisch terug mandataris en wordt je vervanger automatisch weer opvolger. 

Wanneer eindigt je mandaat als BCSD-lid?

Wie de eed afgelegd heeft als BCSD-lid, blijft in principe lid voor de hele bestuursperiode.
Er zijn enkele uitzonderingen:

  • Er zijn bepaalde gevallen waar iemand tijdelijk lid wordt van het BCSD omdat het effectieve BCSD-lid verhinderd is. Bij het einde van de verhindering neemt het oorspronkelijke BCSD-lid het mandaat weer op en wordt het tijdelijke BCSD-lid weer opvolger. meer lees je in de paragraaf hierboven. 
  • Je kan als lid van het BCSD steeds zelf beslissen om ontslag te nemen (schriftelijk aan de raadsvoorzitter). De fractie in de raad die je heeft voorgedragen of een partij kan dat niet in jouw plaats beslissen.
  • Wanneer je niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (bijvoorbeeld omdat je verhuisd bent naar een andere gemeente) en weigert ontslag te nemen kan de raad je mandaat vervallen verklaren.
  • Wanneer je zou overlijden tijdens de bestuursperiode.

Zie art. 97, §2 en 103 DLB

Tips

Als BCSD-lid kan je voor kwetsbare mensen echt mee het verschil maken. Een gouden formule om dat perfect te doen bestaat niet. Hieronder wel een aantal tips:

  • Probeer in het BCSD geen onderscheid te maken tussen meerderheid en oppositie. Het gaat om de cliënt.
  • Heb respect voor de professionaliteit van de maatschappelijk werker en vertrouw wat zij zeggen.
  • Heb respect voor de mening van de andere leden van het BCSD.
  • Voer zelf nooit een sociaal onderzoek.
  • Denk goed na over hoe je omgaat met een hulpvrager die gehoord wil worden. Het is niet de bedoeling dat die voor een tribunaal komt. Voor meer tips zie de pagina over het hoorrecht.
  • Gebruik je rechten (vragen stellen) om meer inzicht te krijgen in een dossier.
  • Blijf steeds binnen het wetgevend en deontologische kader. Denk er bijvoorbeeld aan de persoonlijke gegevens van mensen niet gedeeld mogen worden.

Wanneer je beleidsadviezen wil formuleren, zijn er nog een aantal andere tips:

  • Probeer te kijken of je uit alle individuele dossiers toch geen beleidslessen kan trekken. Komen er vaak dingen terug, dan kan dat een aanleiding zijn om het beleid aan het denken te zetten.
  • Luister naar en betrek de burger.
  • Besef dat de omgeving snel verandert. Het is goed om ook als BCSD-lid af en toe te kijken naar de complexe en heel snel veranderende context waarbinnen we leven en waarbinnen de lokale besturen opereren.