Al van bij de goedkeuring van het decreet buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA) pleit de VVSG voor een financieel groeipad. Lokale besturen hebben genoeg geld nodig om de ambitieuze doelstellingen van het BOA-decreet te realiseren. De nieuwe Vlaamse Regering investeert vanaf 2025 jaarlijks 80 miljoen euro extra in buitenschoolse opvang en activiteiten. Dat komt bovenop het huidige budget van ongeveer 110 miljoen euro.
Hoger basisbedrag voor BOA
Na een grondige analyse van verschillende scenario’s, roepen we de Vlaamse regering op om in te zetten op een hoger basisbedrag per kind. Vanaf 1 januari 2026 zou dit bedrag 111 euro per kind per jaar bedragen (bron: nieuwsbrief Opgroeien(opent nieuw venster)), maar dat is veel te laag.
Een verhoging van het basisbedrag zorgt voor een eerlijke verdeling over alle steden en gemeenten en draagt bij aan de vrijetijdskansen van alle kinderen in Vlaanderen. We vragen de Vlaamse regering om hierbij geen extra voorwaarden te stellen in vergelijking met het huidige BOA-decreet.
Daarnaast helpt een hoger basisbedrag om de verliezen te beperken. Als het bedrag stijgt, zullen minder lokale besturen vanaf 1 januari 2026 geld verliezen en zullen de verliezen kleiner zijn. We vragen om deze gevolgen zorgvuldig te evalueren in overleg met de VVSG en de impact op de wettelijke compensatieregeling, zoals die nu is vastgelegd in het BOA-decreet, in kaart te brengen.
Bezorgd over kleuteropvang met kwaliteitslabel
We zijn bezorgd over de haalbaarheid van de huidige voorwaarden voor de besteding van de subsidie. Het BOA-decreet verplicht lokale besturen om tot en met 2030 minstens 50 procent van de totale BOA-subsidie te besteden aan kleuteropvang met kwaliteitslabel.
Hoewel we het belangrijk vinden dat deze voorwaarde in het decreet blijft, vanwege de waarde van het kleuterlabel voor kwaliteitsvolle opvang, wordt het voor sommige steden en gemeenten moeilijk om aan de verplichting te voldoen. In gemeenten waar in het verleden weinig of geen gesubsidieerd aanbod was, is het een uitdaging om vanaf 1 januari 2026 de helft van de subsidie aan kleuteropvang met kwaliteitslabel te besteden.
Deze gemeenten hebben autonomie nodig om een beleid op maat te ontwikkkelen, meer tijd om het aanbod kleuteropvang met kwaliteitslabel te realiseren, en initiatiefnemers die genoeg aanbod willen en kunnne bieden dat aan de kwaliteitsvoorwaarden voldoet.
Daarnaast pleiten we voor extra investeringen vanuit de domeinen onderwijs, jeugd, cultuur en sport om een kwaliteitsvol aanbod voor kleuters (die niet terechtkunnen in kleuteropvang met kwaliteitslabel) en lagere schoolkinderen te waarborgen.
Duidelijkheid nodig
Tot slot roepen we de Vlaamse regering op om snel duidelijkheid te geven over het subsidiebedrag in het algemeen en de subsidie voor toegankelijkheid in het bijzonder. Het uitvoeringsbesluit over de subsidie en de operationalisering van het luik toegankelijkheid was beloofd voor eind 2022, maar is nog steeds niet goedgekeurd. Dit jaar werken lokale besturen aan hun beleidsplannen. Ze hebben alle informatie – zowel inhoudelijk als financieel – nodig om een kwaliteitsvol lokaal BOA-beleid op te nemen.
Volgende stappen
We bezorgden na de kerstvakantie ons standpunt aan de Vlaamse regering, met de vraag om dringend in gesprek te gaan. We blijven ijveren voor een werkbaar kader waarbinnen lokale besturen de doelstellingen van het BOA-decreet kunnen realiseren.
Investeringen in BOA blijven nodig
Uit onze berekeningen blijkt dat minstens 300 miljoen nodig is om de opvangdoelstelling van het decreet te realiseren. 80 miljoen is een stap in de goede richting, maar ook in de toekomst blijven we ijveren voor een financieel groeipad voor BOA.
Vanaf 2026 krijgt elk lokaal bestuur een subsidie van de Vlaamse overheid om het BOA-aanbod te financieren op het grondgebied. Hoe berekent Opgroeien de subsidie en hoe besteed je ze vanuit je regierol?