De aangekondigde wijzigingen aan het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA) leggen de lat hoog voor lokale besturen. Ze krijgen extra taken zoals erkennen, toezicht houden en handhaven van het lokale aanbod, binnen een beperkt Vlaams kwaliteitskader. Tegelijk is het budget ontoereikend om de doelstellingen van het decreet te halen. Dat benadrukte de VVSG op 4 november tijdens de hoorzitting in de Commissie Welzijn van het Vlaams Parlement.
Regierol biedt kansen, maar vraagt meer Vlaamse steun
De VVSG onderschrijft de keuze om lokale besturen de regie te geven over buitenschoolse opvang en activiteiten. Die regierol biedt kansen om het aanbod beter af te stemmen op de lokale context. De extra investering van 80 miljoen euro per jaar is een belangrijke stap vooruit. Toch schatten we dat minstens 300 miljoen euro nodig is om de opvangdoelstellingen van het decreet waar te maken. Een financieel groeipad blijft dus noodzakelijk.
Opstart voorbereiden zonder regelgeving
Het nieuwe ontwerp van decreet verlengt de overgangstermijn tot 1 september 2026. Dat geeft lokale besturen meer ademruimte. Toch blijft het tijdspad ambitieus, vooral voor besturen die al in januari 2026 willen starten. Het is bovendien moeilijk om een opstart voor te bereiden zonder goedgekeurde regelgeving. De VVSG vraagt dan ook om snel duidelijkheid over de regels en voldoende ondersteuning voor expertiseontwikkeling.
Kwaliteit mag niet afhangen van postcode
Door het wegvallen van het Vlaamse kwaliteitslabel dragen lokale besturen de volledige verantwoordelijkheid voor kwaliteitsbewaking. We vertrouwen erop dat ze daar zorgvuldig mee omgaan, maar zonder voldoende ondersteuning dreigen grote kwaliteitsverschillen tussen gemeenten. De Vlaamse overheid moet dat actief opvolgen en haar verantwoordelijkheid behouden om de minimale kwaliteit voor elk kind te garanderen.
Risico op rolconflicten
De nieuwe opdrachten creëren een risico op rolconflicten. Lokale besturen moeten tegelijk regie voeren, erkenningen toekennen, toezicht houden, handhaven en vaak ook zelf aanbod organiseren. Dat is geen evidente combinatie. De VVSG vraagt dat de Vlaamse overheid dit risico erkent en zelf haar verantwoordelijkheid opneemt in het toezicht op het aanbod.
Samenwerking over sectoren heen
De VVSG benadrukt het belang van samenwerking tussen sectoren. In nieuwe beleidsplannen en regelgeving moet expliciet de link gelegd worden met het BOA-decreet. Zo kunnen de kansen van intersectorale verbinding maximaal worden benut.
VVSG blijft opvolgen
De VVSG volgt de lokale uitrol van het BOA-decreet van nabij op, met bijzondere aandacht voor de uitvoerbaarheid en de kwaliteitsbewaking. We blijven in overleg met Opgroeien en de bevoegde ministers, onder meer over monitoring en evaluatie van het decreet.
Bekijk de tussenkomst van de VVSG in de hoorzitting
Je vindt onze bijdrage van 25:50 tot 39:30 en van 2:18:00 tot 2:35:00 op YouTube.
