Stap dichter bij EPC NR op patrimoniumniveau

Op 14 en 18 juli 2025 keurde de Vlaamse Regering principieel een wijzigingsdecreet (opent nieuw venster)en een wijzigingsbesluit(opent nieuw venster) goed. Deze leggen de basis voor enkele belangrijke aanpassingen aan de verplichtingen voor het publieke patrimonium.

De VVSG en veel lokale besturen pleiten er al langer voor om energie-eisen niet langer per gebouw te beoordelen, maar op patrimoniumniveau. De Vlaamse overheid komt daar nu aan tegemoet met dit wijzigingspakket. Voortaan kan je de labeleis ook op patrimoniumniveau behalen. Het wijzigingsdecreet maakt het mogelijk om een minimaal energieprestatielabel vast te leggen voor een groep gebouwen. Deze wijziging zou het mogelijk kunnen maken om de labeleis en renovatieverplichting beter af te stemmen op de lokale vastgoedstrategie. Die strategie richt zich vaak op een gefaseerde aanpak waarbij eerst de grootste en meest energie-intensieve gebouwen onder handen worden genomen.

Let op: de decreetswijziging legt alleen de juridische basis vast. De effectieve invoering volgt pas via het Energiebesluit. Pas daarna geldt de labeleis formeel op patrimoniumniveau.

Andere wijzigingen op een rij

Naast de mogelijkheid om het EPC op gebouweigendom te behalen, bevat het wijzigingspakket nog enkele andere aanpassingen:

• Keuze bestemmingsmogelijkheid: Voor residentiële gebouwen die zich op dezelfde site bevinden als niet-residentiële gebouwen, kunnen lokale besturen ervoor kiezen om één EPC voor niet-residentiële gebouwen (EPC-NR) op te maken. Dat zorgt voor een administratieve vereenvoudiging voor een combinatie van residentiële en niet-residentiële eenheden. Denk hierbij aan assistentiewoningen en een woonzorgcentrum, een hotel met studio’s, een revalidatiecentrum met studio’s…
• EPC-NR door interne deskundigen: Interne energiedeskundigen mogen voor hun werkgever nog tot en met 31 december 2029 EPC’s voor niet-residentiële gebouwen opmaken.
• BACS: Niet-residentiële gebouwen met een verwarmings- en koelsysteem met een nominaal vermogen boven 290 kW moeten tegen eind 2025 beschikken over een gebouwenautomatisering en controlesysteem. Tegen 2030 wordt deze drempel verlaagd naar 70 kW. Gebouwen met slechts één van de drie installaties (verwarming, koeling of ventilatie) zijn vrijgesteld.