Bij OCMW Leuven staat een straffe equipe sociaal werkers klaar voor hun cliënten. Sinds kort zijn een aantal van deze sociaal werkers ‘referentie-maatschappelijk werker’. Elk hebben ze expertise over een specifiek thema. Heeft een collega vragen over één van deze thema’s? Dan kan ze daarmee terecht bij deze referentie-maatschappelijk werker.
‘Er waren meerdere aanleidingen om voor deze werkwijze met referentie-maatschappelijk werkers te gaan’, vertelt Angela Krijnen, stafmedewerker sociale dienst. ‘Sociaal werkers moeten steeds meer weten om hun cliënten goed te kunnen helpen. Van regelgeving bij vluchtelingen, over het groeipakket tot het inschrijvingssysteem voor het secundair onderwijs. Door dit op te splitsen en collega’s die dit wensen zich te laten specialiseren in een thema, versterken we het hele team. Een andere aanleiding zijn de vele vragen die we krijgen van andere organisaties over OCMW-materie. In het verleden contacteerden organisaties wie ze kenden. Was die sociaal werker op dat moment niet bereikbaar of minder thuis in deze materie, dan durfde dat voor frustraties zorgen. Nu is het duidelijker voor partners wie ze best contacteren.’
Een referentie-maatschappelijk werker blijft net als alle collega’s een diversiteit aan cliënten zien. Ook dat is een bewuste keuze: het leven van cliënten verandert. Iemand komt bij het OCMW binnen als vluchteling, wordt daarna erkend vluchteling, gaat werken, enzovoort. Wijs je cliënten toe aan sociaal werkers op basis van thematische expertise, dan zou een cliënt telkens van sociaal werker moeten veranderen. Bovendien is een mensenleven niet in een vakje te vangen; de vluchteling heeft mogelijk een gezin en wie weet heeft iemand van de gezinsleden gezondheidsproblemen.
OCMW Leuven heeft zes referentie-maatschappelijk werkers. Zij zijn actief voor de thema’s kinderen, gelijke kansen en diversiteit, justitie, bijzondere jeugdzorg, buurtwerk en dakloosheid en geestelijke gezondheid. De opstart gebeurde stapsgewijs. Elke maand kwam er een nieuw thema bij dat telkens ook aan de collega’s werd voorgesteld. Zo weten collega’s dat ze met vragen over school, Huis van het Kind, de werking van de Leuvense gezinscoaches bij Jente terecht kunnen. Jente neemt vanuit de sociale dienst ook deel aan overleg met bijvoorbeeld die gezinscoaches. ‘Dat rendeert’, vertelt collega Naomi. ‘Dankzij Jente kon ik een brugfiguur in een school inschakelen in een van mijn dossiers.’
Zelf is Naomi referentie-maatschappelijk werker diversiteit en gelijke kansen. Ze werkt nauw samen met organisaties die in het Leuvense actief zijn op dat terrein en volgde ook extra opleidingen. Die ruimte is er omdat de dossierlast van de referentie-maatschappelijk werkers lager ligt.
De eerste reacties van partners op de referentie-maatschappelijk werkers zijn positief. De eerste effecten ook. Naomi werd enkele maanden geleden gecontacteerd door een organisatie die met twee jonge dakloze broers in contact kwam. Een schrijnend en moeilijk dossier. De broers zwierven al maanden rond. Collega Thirza – eveneens referentie-maatschappelijk werker diversiteit en gelijke kansen - werd mee ingeschakeld. Naomi en Thirza onderzochten de situatie en zorgden voor duidelijkheid over de mogelijke oplossingspistes. In overleg met de broers en de nodige afstemming met een ander OCMW kon er geland worden. Dankzij een huurwaarborg trok de ene broer in een woning. De andere broer kon terecht bij een vriend in een andere gemeente, kreeg daar een referentie-adres en vond al snel werk. Door de expertise in huis samen te leggen, veranderde het leven van deze broers.