Deze wijziging schaft het onderscheid af tussen de verificatietermijn en de betalingstermijn. Het AUR zal vanaf januari maar één behandelingstermijn voorzien van 30 dagen. Aanbesteders kunnen hiervan afwijken als ze aan vier voorwaarden voldoen:
De langere behandelingstermijn schrijf je uitdrukkelijk in je bestek
De afwijking is objectief gerechtvaardigd door de bijzondere aard of eigenschappen van de opdracht
De behandelingstermijn is niet langer dan 60 dagen
De verlenging mag geen nadelige gevolgen hebben voor de opdrachtnemer
In tegenstelling tot de oorspronkelijke tekst, moet de rechtvaardiging niet in de opdrachtdocumenten worden opgenomen.
Wanneer begint de behandelingstermijn?
Bij een opdracht voor werken start de behandelingstermijn de dag waarop de aanbesteder de vorderingsstaat heeft ontvangen. Als de aannemer de factuur niet binnen vijf dagen na het opstellen van het PV verstuurt, wordt de behandelingstermijn opgeschort.
Voor leveringen begint de termijn te lopen vanaf de levering van de goederen, op voorwaarde dat de aanbesteder de factuur heeft ontvangen.
Bij diensten gaat de behandelingstermijn in vanaf de vaststelling van de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten. Betaling kan pas plaatsvinden zodra de aanbesteder de factuur in handen heeft.
De ondernemer moet ervoor zorgen dat de factuur correct is opgesteld. Is dit niet het geval, dan gaat de behandelingstermijn nog niet in.
Uitzonderingen voor de gezondheidszorg
Voor overheidsopdrachten van gezondheidszorgaanbieders geldt een langere behandelingstermijn van 60 dagen, maar alleen voor opdrachten die met hun activiteiten te maken hebben. Deze uitzondering is van toepassing op opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Wanneer is deze regelgeving van toepassing?
De regels gelden voor alle overheidsopdrachten, ongeacht het bedrag, vanaf 1 januari 2025.
Tijdige betaling is belangrijk, ook vóór 1 januari 2025
