Gepubliceerd op: 05-01-2024

Op zaterdag 6 januari 2024 gaat de tweede fase van Basisbereikbaarheid van start. Dit betekent dat de overgang van een vast mobiliteitsaanbod naar een op vraag gebaseerd openbaar vervoerssysteem nu daadwerkelijk zichtbaar wordt op het terrein.

Waar de vraag hoger is, wordt er in meer en frequenter openbaar vervoersaanbod voorzien, waar de vraag lager is wordt flex-vervoer voorzien, op aanvraag via de Hoppin-app. Tegenover het wegvallen van de reguliere haltes, komen dus heel wat flex-haltes in de plaats.
 

Duidelijke communicatie essentieel

Om ervoor te zorgen dat deze veranderingen duidelijk worden gecommuniceerd naar lokale overheden en burgers, heeft de VVSG al eerder de Vlaamse overheid en De Lijn gevraagd om hierover helder te communiceren. De VVSG begrijpt dat veel mensen en lokale overheden zich zorgen maken over de veranderingen in het openbaar vervoer (OV) en mogelijke beperkingen. Toch willen we ook afwachten hoe robuust het nieuwe systeem zal zijn. Het kost tijd voor reizigers om te wennen aan het vernieuwde aanbod van het openbaar vervoer.

De Vlaamse regering en De Lijn verzekeren bovendien dat er voortdurende monitoring zal plaatsvinden van de opgestelde OV-plannen, met tijdige aanpassingen waar nodig. De VVSG vertrouwt erop dat deze beloftes worden nagekomen. Voor klachten over het nieuwe net verwijzen we naar de klachtendienst van De Lijn en Hoppin, waardoor ze op een georganiseerde manier worden opgevolgd.
 

Lokale besturen onterecht als zondebok aangewezen

De afgelopen week werd er heel vaak met de vinger gewezen naar de lokale besturen omdat ze de openbaar vervoersplannen mee hebben goedgekeurd. Binnen de vervoerregio hebben lokale besturen inderdaad de kans gehad om samen met De Lijn en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken de plannen te adviseren (kernnet) of goed te keuren (aanvullend net en vervoer op maat) en aan te geven waar zij haltes en lijnen wilden invoeren en wijzigen. Die stem van lokale besturen binnen de vervoerregio wordt door de VVSG sterk gewaardeerd.

Lokale besturen moesten echter wel werken binnen een budgetneutraal kader dat opgelegd werd door de Vlaamse overheid. Binnen éénzelfde budget moet er op sommige plekken in meer aanbod worden voorzien waardoor er op andere plekken geschrapt moet worden. Binnen die gegeven beleidscontext hebben de lokale besturen zo goed mogelijk geprobeerd om de vervoersbelangen van hun inwoners te dienen. Volgens de VVSG moet er in de komende legislatuur dan ook in meer budget voorzien worden.  

Michiel Apers - Stafmedewerker VVSG
Foto © De lijn