Gemeenten hebben veel fiscale autonomie. Ze kunnen dus zelf belastingen heffen. Bijna de helft van de gemeentelijke exploitatieontvangsten komt voort uit belastingen. De OCMW's hebben dan weer geen fiscale bevoegdheden en uiteraard dan ook geen rechtstreekse inkomsten uit belastingen.

De (gemeentelijke) belastingen kunnen opgedeeld worden in "aanvullende belastingen" en "eigen gemeentebelastingen".

Aanvullende belastingen

Het grootste deel van de belastingontvangsten wordt niet door de Vlaamse gemeenten zelf geïnd maar door de federale of Vlaamse overheid. De gemeente kan (binnen bepaalde grenzen) een aanvullende belasting heffen op die federale of Vlaamse belasting. De gemeenteraad moet dan enkel het tarief goedkeuren. Alle andere stappen (zoals de inning zelf) gebeurt door de overheid die de basisbelasting heft. De belangrijkste twee aanvullende belastingen zijn de:

  1. opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV) 
  2. aanvullende belasting op de personenbelasting (APB)

De APB en OOV samen zijn goed voor ongeveer 85% van de gemeentelijke fiscale ontvangsten in Vlaanderen. De gemeentelijke APB- en OOV-tarieven zijn hier beschikbaar.

Daarnaast zijn er nog de opdeciemen op de verkeersbelasting en een aantal kleinere aanvullende belastingen op gewestelijke heffingen (bijvoorbeeld opcentiemen heffen op de gewestelijke milieuheffing).

Eigen gemeentebelastingen

Naast de aanvullende belastingen halen gemeenten ook (in veel mindere mate) inkomsten uit eigen gemeentebelastingen. Het gaat om belastingen waarvoor de gemeenteraad niet alleen het reglement vastlegt (met het toepassingsgebied, de tarieven, eventuele kortingen, enz.), maar waarvoor het bestuur ook instaat voor het verzenden van de aanslagbiljetten, de inning, eventuele betwistingen, enz.

In theorie kan een gemeente op zo goed als alles belastingen heffen. Dat gebeurt uiteraard niet. Gemeenten maken hierin een weloverwogen keuze die rekening houdt met o.m. de billijkheid, de financiële ontvangsten versus de werklast, de verhouding met de andere belastingen, enz. Belangrijk is dat een lokaal belastingreglement:

  • enkel kan op het eigen grondgebied;
  • van openbare orde is (men kan er dus niet individueel van afwijken);
  • jaargebonden is (dat kan via de jaarlijkse aanpassing van het meerjarenplan; het reglement zelf mag voor verschillende jaren gelden)
  • personen in gelijke omstandigheden ook fiscaal gelijk behandelt;
  • nooit met terugwerkende kracht ingevoerd kan worden.

Het is daarnaast cruciaal dat een belastingreglement formeel de juiste procedure volgt. Daarom moet het reglement bijvoorbeeld tijdig gepubliceerd worden op de gemeentelijke webpagina.