Een lokaal bestuur is een organisatie met een voor de burger cruciale opdracht. Om die te realiseren, heeft het lokaal bestuur een waaier aan diensten. Daarvoor zijn medewerkers nodig die op professionele en duurzame wijze worden ingezet.

Een raadslid maakt mee de grote strategische keuzes en controleert of die effectief gerealiseerd worden. Je kijkt ook toe of het schepencollege /het vast bureau en de algemeen directeur hun rol als werkgever zorgvuldig opnemen.

Daarvoor is de lokale rechtspositieregeling (aangevuld met het arbeidsreglement en de deontologische code) een belangrijk instrument. De rechtspositieregeling, het arbeidsreglement en de deontologische code zijn de reglementen van de gemeente en van het OCMW waarin de rechten en plichten van het personeel opgenomen zijn. Daarin staan de keuzes vervat die het bestuur op personeelsvlak neemt: statutaire of contractuele aanwervingswijze, de grote principes over werving & selectie van het personeel, de carrièremogelijkheden, het verloningsbeleid (salarissen, toelagen, vergoedingen, cafetariaplannen, extralegale voordelen…), verlofmogelijkheden, feedback en evaluatie, deontologie en tucht, en ontslag. Het gaat met andere woorden om de regels die een weerslag hebben op het salaris en de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Een bestuur beschikt weliswaar over lokale autonomie om het personeelsbeleid vorm te geven, maar het moet dat wel doen binnen de wettelijke contouren. Het belangrijkste kader is het Decreet Lokaal Bestuur en het Rechtspositiebesluit van 27 januari 2023.

In principe past het OCMW op het OCMW-personeel de gemeentelijke rechtspositieregeling, arbeidsreglement en deontologische code toe. Met uitzondering van de deontologische code die voor gemeente- en OCMW-personeel samen opgesteld en door beide raden goedgekeurd wordt, kan de OCMW-raad afwijken van de gemeentelijke rechtspositieregeling (en arbeidsreglement) voor specifieke OCMW-functies (bijv. maatschappelijk werker) en/of voor OCMW-personeel in specifieke zorg- en welzijnsdiensten (bijv. woonzorgcentra, thuiszorgdiensten, OCMW-kinderopvang). Ook binnen de gemeentelijke en OCMW-diensten kan er op objectieve wijze gemotiveerd onderscheid gemaakt worden tussen personeelsgroepen onderling (bijv. andere regels voor continudiensten dan voor ploegenarbeid of dan voor 9-tot-5-jobs).

De rechtspositieregeling en aanverwante documenten maken de juridische link tussen de lokale dienstverlening en het personeelsbeleid.

Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.

Als raadslid is het ook nuttig om op de hoogte te zijn van de afspraken tussen bestuur en administratie. Minstens aan het begin van elke gemeentelijke legislatuur sluit de algemeen directeur, mede namens het managementteam, immers een afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen, met de burgemeester, met het vast bureau, met de voorzitter van het vast bureau, met het bijzonder comité voor de sociale dienst en met de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. In die afsprakennota worden de engagementen opgenomen over de wijze waarop de algemeen directeur en de overige leden van het managementteam met het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester, het vast bureau, de voorzitter van het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst samenwerken om de beleidsdoelstellingen te realiseren, en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

Wie is er binnen het bestuur bevoegd voor het nemen van welke beslissing over het werkgeverschap en het personeelsbeleid?

De raad

De raad is in principe bevoegd om de rechtspositieregeling en bijhorende documenten vast te stellen. Deze bevoegdheid kan en mag naar het uitvoerend orgaan gedelegeerd worden.
De raad stelt ook het organogram vast, maar kan deze bevoegdheid toevertrouwen aan het uitvoerend orgaan die op zijn beurt kan subdelegeren naar de algemeen directeur.
Ten slotte is de gemeenteraad (niet de OCMW-raad) bevoegd om de algemeen directeur en de financieel directeur aan te stellen. De aanstellingsbevoegdheid houdt overigens ook de bevoegdheid in om de tuchtprocedure te voeren en om te ontslaan.
In het geval de algemeen directeur en/of de financieel directeur (en de eventuele adjunct) geëvalueerd worden, treedt het college van burgemeester en schepenen, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad op als evaluatiecomité. In Voeren en in de zes Vlaamse randgemeenten maakt ook de voorzitter van de raad van maatschappelijk welzijn deel uit van dit evaluatiecomité.

Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau

Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau sturen de algemeen directeur aan.
Het uitvoerend orgaan is ook de “gewone” aanstellende overheid. Deze bevoegdheid kan naar de algemeen directeur gedelegeerd worden, die verder kan delegeren naar een leidinggevende, bijv. naar een diensthoofd of departementshoofd.

De algemeen directeur

Het personeel wordt ambtelijk aangestuurd door de algemeen directeur, die hoofd is van het personeel en de gemeentelijke en OCMW-diensten leidt. Hij of zij is ook de (ambtelijke) eindverantwoordelijke voor de organisatiebeheersingssystemen in het bestuur en bevoegd voor het dagelijks personeelsbeheer. De raad beslist wat in dat bestuur onder dagelijks personeelsbeheer wordt verstaan. Deze bevoegdheid kan aan het uitvoerend orgaan worden toevertrouwd.

De algemeen directeur staat in voor de werking van de diensten van gemeente en OCMW bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid. De algemeen directeur gedraagt zich naar de onderrichtingen die hem worden gegeven door de gemeenteraad, de voorzitter van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester, de raad voor maatschappelijk welzijn, de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau, de voorzitter van het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, al naargelang van hun respectieve bevoegdheden, tenzij het anders bepaald is in de afsprakennota.

Het managementteam

Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de diensten van gemeente en OCMW bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie. Het managementteam bewaakt de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, alsook de interne communicatie, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem.

Het managementteam is gemeenschappelijk voor gemeente en OCMW samen, ook in Voeren en in de zes Vlaamse randgemeenten. De samenstelling van het managementteam wordt goedgekeurd door de gemeente- en door de OCMW-raad (maar deze bevoegdheid kan gedelegeerd worden). De burgemeester of de door de burgemeester aangewezen schepen maken met raadgevende stem deel uit van het managementteam. In Voeren en in de zes Vlaamse randgemeenten rond Brussel zetelen zowel de burgemeester als de OCMW-voorzitter in het managementteam.

De leidinggevende

De leidinggevende is het eerste aanspreekpunt van het personeelslid voor opvolging en feedback over het functioneren, afspraken over aan- en afwezigheid, opleidingsaanvragen, mogelijke dilemma’s en dergelijke meer.

Rol van de vakbonden

Telkens het bestuur van plan is om een algemene personeelsmaatregel te nemen (die dan vertaald wordt in de rechtspositieregeling of in aanverwante documenten) moet het hierover onderhandelen met de drie vakorganisaties ACV-Openbare Diensten, ACOD en VSOA in het Bijzonder (onderhandelings)Comité. Het Bijzonder (onderhandelings)Comité is niet te verwarren met het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Naast het Bijzonder (onderhandelings)Comité zitten de overheidsdelegatie en de vakbondsafgevaardigden ook samen in het Hoog Overlegcomité, dat vooral bevoegd is voor alles wat met welzijn op het werk te maken heeft. De beide organen (Bijzonder Comité en Hoog Overlegcomité) zijn bevoegd voor het gemeente- én OCMW-personeel en worden voorgezeten door de burgemeester die de rest van de overheidsdelegatie aanstelt. Voor het personeel van het gemeentelijk onderwijs dat de rechtspositieregeling van het onderwijs volgt, is er een apart Bijzonder (onderhandelings)Comité bevoegd.

Ook interessant:

Openbaarheid van bestuur