De VVSG kennisdatabank

46 Vlaamse steden en gemeenten hebben een strategisch veiligheids- en preventieplan en krijgen een subsidie van Binnenlandse Zaken voor criminaliteitspreventie. Zo bouwen steden en gemeenten aan een eigen preventiebeleid en kunnen ze op een integrale en geïntegreerde manier werken aan de veiligheid op hun grondgebied.

Elke twee jaar bevraagt de VVSG haar leden over de mate waarin steden en gemeenten te maken krijgen met signalen van radicalisering en polarisatie. Lokaal detecteren ze vaak de eerste bezorgdheidssignalen. Op deze manier spelen we vroegtijdig in op nieuwe tendensen en wat lokaal nodig is. Op deze pagina vind je de resultaten van onze bevraging.

OCMW’s werken vaak samen met andere OCMW’s of organisaties. Ze gaan hiervoor samenwerkingsverbanden aan. Dat kan met andere OCMW’s, andere openbare besturen (dus ook gemeenten) of met andere rechtspersonen zonder winstoogmerk. Op deze pagina lees je alles over de vijf verschillende vormen van OCMW-verenigingen en -vennootschappen.

Alle lokale besturen bereiden zich voor op mogelijke noodsituaties. De wetgever legt daarvoor een structuur vast met een veiligheidscel en een noodplanningscoördinator. Die schrijven de noodplannen en houden ze actueel. Als ledenorganisatie ondersteunt de VVSG de lokale besturen daarin.

Wat zijn hulpverleningszones, hoe werden ze gevormd en hoe zijn ze georganiseerd? Hoe evolueerde de gemeentelijke brandweer naar een hulpverleningszone? En hoe zit het met de politieke sturing en de financiering?

Een goed financieel beleid is cruciaal om de continuïteit van de kinderopvang te verzekeren. We helpen je graag een beter overzicht te krijgen van de subsidies en het subsidiesysteem, aan de hand van verschillende werkinstrumenten.

Behalve de haltepaal, het haltebord en de uitgehangen informatie, zoals de dienstregeling en het netplan, is de halte-infrastructuur en het onderhoud ervan een taak van de gemeente. Onder die halte-infrastructuur valt het schuilhuisje inclusief zitbank, de vuilnisbak en het fietsenrek (Foto © De lijn).

De doorstroming bepaalt hoe vlot het verkeer of een specifieke vervoermodus zich kan verplaatsen over een infrastructuur. Dat hangt onder andere af van de verkeersintensiteit, de inrichting van de weg en het aantal conflicten met andere verkeersstromen. Doorstroming verbeteren is een belangrijke sleutel om je lokale mobiliteitsproblemen op te lossen.

Een Hoppinpunt is een vervoersknooppunt waar je gemakkelijk kan overstappen van de ene vervoersmodus op de andere. Hoppinpunten vormen de spil van de nieuwe basisbereikbaarheidslogica van het openbaar vervoer. Op een Hoppinpunt vind je deelsystemen, openbaar vervoer en parkeermogelijkheden voor verschillende vervoersmodi.

Het Vlaams Gewest is door het decreet basisbereikbaarheid opgedeeld in 15 vervoerregio’s. In elke vervoerregio is er een vervoerregioraad. Deze raad bestaat uit lokale besturen, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (DMOW), het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), De Lijn en andere relevante overheidsagentschappen.